Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdgeokritiekEtym: samentrekking van geografische kritiek. De term wordt algemeen toegeschreven aan Bertrand Westphal (in het Frans), terwijl hij vooral via Robert T. Tally ingang vond in de Engelstalige literatuurstudie. De Nederlandse versie ervan wordt voorlopig slechts occasioneel gebruikt; men spreekt ook wel van ‘literaire geografie’ of ‘literaire cartografie’. De opkomst ervan kadert in wat men soms de ‘spatial turn’ noemt, de groeiende aandacht voor ruimte in de geesteswetenschappen meer in het algemeen. In de breedste zin benoemt de term ‘geokritiek’ een type van onderzoek dat literatuur bestudeert vanuit het standpunt van de ruimte en de beleving en representatie ervan. Het kan gaan om de imaginaire ruimte opgeroepen binnen literaire werken, de ruimte die auteurs omgeeft en door hen op een of andere wijze wordt weergegeven (mimesis), de ruimte waarin de literatuur als sociaal systeem functioneert, enz. Ruimte wordt daarbij niet begrepen in statische of objectieve termen, maar als een historisch, cultureel en sociaal bepaalde en daardoor variabele en relatieve realiteit. Vergelijk bijv. het Victoriaanse Londen van Dickens met het Londen van Virginia Woolf driekwart eeuw later; of de verschillende wijken en buurten van eenzelfde stad op een gegeven moment; of hoe verschillende sociale groepen eenzelfde gemeenschappelijke ruimte op verschillende manieren ervaren en weergeven. Zoals de naam aangeeft gaat het om een interdisciplinair type van onderzoek waarbij methodes en inzichten uit de geografie (vooral de sociale geografie en de cartografie) in verband worden gebracht met de literatuurstudie. Dat kan op velerlei manieren gebeuren. Computerondersteunde visualisatietechnieken (digital humanities) maken het nu gemakkelijk om groeperingen en bewegingen van schrijvers, teksten en allerlei literaire bemiddelaars letterlijk en figuurlijk in kaart te brengen, wat bij sociologisch geïnspireerde benaderingen in de vergelijkende literatuurwetenschap een nuttig instrument is gebleken. De Atlas voor de Nederlandse taal en literatuur (dbnl) geeft een praktisch idee van de mogelijkheden van deze digitale benadering. Daarnaast zijn er ook aanknopingspunten met de imagologie (beeldvorming van volkeren en naties, inclusief hun ‘typische’ habitat), met de narratologie (ruimte, setting, chronotopos) en met de studie van hoe auteurs (biografie) en hun oeuvre beïnvloed werden door een bepaalde ruimte of – omgekeerd – hoe ze ons begrip van een ruimte hebben gedefinieerd. Als voorbeelden hiervan kunnen gelden het Weimar van de Duitse romantici, het Parijs van Balzac, het Yorkshire van de Brontës, het Dublin van James Joyce, of de manier waarop J.F. Cooper de imaginaire geografie van het Wilde Westen (western) heeft gecreëerd. De conceptualisering van de ruimte in de geokritiek is vaak ingebed in een complex theoretisch discours, waarbij o.m. Bakhtin, Bachelard, Blanchot, Foucault en Bourdieu vaak geciteerde namen zijn. In dit opzicht verschilt de academische geokritiek uiteraard van de populaire traditie van het literair toerisme, die op meer naïef-empirische manier de literatuur weer met haar ruimtelijkheid wil verbinden. Men kan in dit verband denken aan salontafelboeken als Literary Britain. Photographed by Bill Brandt (1951), alfabetische naslagwerken als The Oxford literary guide to the British Isles (red. D. Eagle & H. Carnell, 1981) of wandelgidsen als U schijnt de stad niet goed te kennen? Een literaire wandeling door het Antwerpen van Willem Elsschot (M. Daane, 2002), Walking Shakespeare’s London (N. Robins, 2004) en Hildebrand route: een wandeling langs literatuur en natuur over de Nijmeegse en Beekse heuvelrug (Th. Maas, 2008). Lit: M. Bradbury (red.), The atlas of literature (1996) Fr. Moretti, An atlas of the European novel, 1800-1900 (1998) B. Westphal, La géocritique. Réel, fiction, espace (2007) B. Piatti, Die Geographie der Literatur: Schauplätze, Handlungsräume, Raumphantasien (2008) R.T. Tally (red.), Geocritical explorations: space, place, and mapping in literary and cultural studies (2011) R.T. Tally, Spatiality (2013) A. Frayn, ‘“Now – well, look at the chart”: Mapping, maps and literature’ in S. D. Brunn & M. Dodge (red.), Mapping across academia (2016), p. 259-285 M.L. Ryan, K. Foote & M. Azaryahu (red.), Narrating space / spatializing narrative. Where narrative theory and geography meet (2016) R.T. Tally, Spatial literary studies: Interdisciplinary approaches to space, geography, and the imagination (2020) S. Bushell, Reading and mapping fiction. Spatialising the literary text (2020).
|