Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdbiografieEtym: Gr. bios = leven; grafein = schrijven. De relatief volledige beschrijving van iemands leven, waarin naast belangrijke feiten ook de persoonlijke drijfveren en de sociaal-historische context aandacht krijgen. De biograaf put zijn gegevens zoveel mogelijk uit archiefmateriaal, betrouwbare getuigenissen, en uit door de gebiografeerde zelf geschreven bronnen (egodocument, bekentenisliteratuur), zoals brieven, memoires en dagboeken, die door de biograaf zijn getoetst op hun waarheidsgehalte. De biografie kent vooral in Engelstalige landen en Frankrijk een lange traditie. Ondanks een reeks bekende voorbeelden – zoals C. van Manders Schilder-boeck (1604), waarin een aantal schilders wordt beschreven, G. Brandts Het leven van Joost van den Vondel (1682), Het leven van Mr. Cornelis van Lennep en Mr. David Jacob van Lennep (4 dln, 1865) door Jacob van Lennep, en G. Stuivelings Het korte leven van Jacques Perk (1957) – bleef het genre in Nederland en Vlaanderen minder belangrijk tot de jaren 1970-80. Zo wijdde Jan Romein in zijn overzichtswerk De biografie (1951) weinig woorden aan de Nederlandse biografie omdat de kwaliteit naar zijn mening vrij gering was. In 1990 werd de Dordtse Academie opgericht met als doel het bevorderen van de belangstelling voor de biografie. De tweejaarlijkse Dordtprijs voor de beste biografie werd uitgereikt van 1991 tot 2000. Opvolger is sinds 2010 de Erik Hazelhoff Roelfzema Biografieprijs, vanaf 2018 Nederlandse Biografieprijs geheten. Ook sinds 1990 bestaat binnen de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde de Werkgroep Biografie, die het Biografie Bulletin uitbracht tot 2012, gevolgd door het interdisciplinaire, internationaal gerichte Tijdschrift voor Biografie tot 2017. De Henriëtte de Beaufort-prijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde bekroont sinds 2004 om de drie jaar een Nederlandstalige biografie of autobiografie, afwisselend van een Nederlandse en Vlaamse auteur. Het onafhankelijke e-magazine Biografieportaal signaleert en bespreekt recent verschenen biografieën. Als wetenschappelijk genre wint de biografie in Nederland gestaag terrein. Steeds meer biografieën verschijnen als dissertatie. Het Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen stimuleert sinds 2004 zowel de praktijk als de theoretische reflectie, ook door de oprichting van de leerstoel Geschiedenis en Theorie van de Biografie. Regelmatig laaien discussies op over de vraag wat een goede wetenschappelijke biografie behelst, en op welke voorwaarden het genre als academisch specialisme kan gelden. Voor de literatuurstudie speelt het genre een aparte rol. De biografie van de auteur was vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw een belangrijk uitgangspunt voor de literatuurstudie. Binnen het positivisme zocht men in het leven van de auteur (ervaring, temperament, sociaal milieu, klimaat, enz.) een verklaringsgrond voor het werk. In de autonomiebewegingen werd deze benadering afgewezen (intentional fallacy), omdat men op die manier de analyse van het werk zelf te veel verwaarloosde. Met de grotere aandacht voor poëticaal onderzoek en historische contextualisering na 1980 kwam ook de biografie weer in het blikveld. Een recente focus van onderzoek, waar literatuuranalyse en biografie elkaar bevruchten, is de studie van de zelfrepresentatie van de auteur. Een korte biografische schets, meestal een necrologie, noemt men een levensbericht. Korte biografieën van belangrijke historische figuren uit het Nederlandse taalgebied verschenen in het Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 dln, 1911-1937), het Biografisch woordenboek van Nederland (vanaf 1979) en voor België het Nationaal biografisch woordenboek (vanaf 1964). Bijzondere vormen van de biografie zijn de autobiografie, de dubbelbiografie, de vie romancée en de vita. Zie verder ook biofictie. Lit: J.M. Romein, De biografie (19512) J. Fontijn, De Nederlandse schrijversbiografie (1992) C.N. Park, Biography. Writing lives (2002) P. France & W.St. Clair, Mapping lives: the uses of biography (2002) S. Dresden, Over de biografie (2002) C. Rollyson, Biography: an annotated bibliography (2007) J. Dane & H. Renders (red.), Biografie en psychologie (2007) V.R. Berghahn, Biography between structure and agency. Central European lives in international historiography (2008) H. Renders, De zeven hoofdzonden van de biografie (2008) M. Benton, Literary biography. An introduction (2009) H. Renders & B. de Haan, Theoretical discussions of biography. Approaches from history, microhistory, and life writing (2014) T. Sinbotin & H. Vandevoorde (red.), Biografie, themanummer van Nederlandse letterkunde 22 (2017) J. Withuis, Leve het leven. Over vrijheid en de biografie (2018) H. Renders & N. Hamilton, Het ABC van de biografie (2018).
|