Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdblending theoryEtym: Eng. blend = combineren, vermengen. Blending theory, ook aangeduid als de theorie van conceptuele integratie, is een verdere ontwikkeling van de theorie van de mental spaces ontwikkeld door G. Fauconnier binnen het bredere kader van de cognitieve taalkunde. Men gaat er van uit dat een talige uitdrukking niet verwijst naar de realiteit an sich, zoals vaak wordt aangenomen (referentialiteit), maar naar referenten binnen een mental space, d.w.z. een door een taalgebruiker geconcipieerde werkelijkheid. Zo kan een schijnbaar contradictorische zin als ‘Het meisje met de groene ogen heeft blauwe ogen’ begrepen worden in termen van twee verschillende mental spaces, die van een schilderij waarop een meisje afgebeeld staat met groene ogen, en die van de werkelijkheid waarin het meisje dat model stond eigenlijk blauwe ogen heeft. Op soortgelijke wijze kunnen uitdrukkingen zoals ‘in het jaar 2000’, ‘in de nieuwste film van Woody Allen’, ‘ik denk dat’, ‘als het morgen regent’, enz. expliciet nieuwe mental spaces openen. De theorie van conceptuele integratie of blending is ontwikkeld door G. Fauconnier en M. Turner om een brede waaier aan tekstuele fenomenen te analyseren als de resultante van het samenvoegen van al dan niet corresponderende elementen geselecteerd uit twee of meer ‘input spaces’ in een ‘blended space’, waar dit samenbrengen nieuwe betekenissen genereert. Eén of meer ‘generic spaces’ overkoepelen daarbij de overeenkomstige elementen uit de input spaces. Zo kan een metafoor als ‘die chirurg is echt een slager’ begrepen worden als het samenbrengen van corresponderende (bijv. het gebruik van een mes in een professionele context) en niet-corresponderende elementen (bijv. het doel van een chirurg om iemand te genezen; de brute eerder dan fijnzinnige snijmethode van een slager). Het is het samenbrengen van die elementen in de blended space dat verklaart hoe de betekenis van ‘incompetentie’, die inherent is noch aan chirurgen noch aan slagers, kan ontstaan. Ook de betekenis van niet-metaforische uitdrukkingen, zoals ‘In Frankrijk zou Nixon niet geschaad geweest zijn door Watergate’, kan geanalyseerd worden binnen blending theory. De theorie kent bijzonder veel toepassingen in de hedendaagse cognitieve literatuurwetenschap en stilistiek, waarbij ze bijv. op volledige romans toegepast wordt eerder dan op geïsoleerde voorbeelden. Overigens wordt de term blend al langer gebruikt in de taalwetenschap voor meer specifieke verschijnselen als porte-manteauwoord (lexical blend) en anakoloet (syntactic blend). Lit: G. Fauconnier, Espaces mentaux: Aspects de la construction du sens dans les langues naturelles (1984), Eng. vert. Mental spaces: Aspects of meaning construction in natural languages (1985) G. Fauconnier & M. Turner, ‘Blending as a central process of grammar’ in A. Goldberg (red.), Conceptual structure, discourse, and language (1996), p. 113-131 G. Fauconnier & M. Turner, ‘Conceptual integration networks’ in Cognitive science 22 (1998), p. 133-187 S. Coulson, Semantic leaps: Frame-shifting and conceptual blending in meaning construction (2001) G. Fauconnier & M. Turner, The way we think: Conceptual blending and the mind’s hidden complexities (2002) J.R. Taylor, Cognitive grammar (2002), p. 72-75, 530-533 S. Coulson & T. Oakley (red.), Conceptual blending theory, themanummer van Journal of pragmatics (2005) B. Dancygier (red.), Blending, themanummer van Language and literature (2006) B. Dancygier, The language of stories: A cognitive approach (2012) M. Turner, Blending and conceptual integration (website).
|