Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdtoneelaanwijzingIn het algemeen alle aanwijzingen die door de toneelschrijver worden gegeven in of bij zijn dramatekst om de toneelvoorstelling ervan te realiseren. Die aanwijzingen worden door de regisseur (spelleider) gebruikt voor de regie. Ze betreffen gewoonlijk de dramatis personae, de wijze van handelen van de acteurs (voordracht, mimiek en handeling), de locatie, de kleding, de rekwisieten, de decors, de geluids- en lichteffecten e.d. Men maakt onderscheid tussen de directe toneelaanwijzingen, zoals die in de neventekst gegeven worden, en de indirecte toneelaanwijzingen, die uit de hoofdtekst afleidbaar zijn. Voor de literatuurwetenschap zijn vooral de aantekeningen van de auteur zelf van belang, zoals hij die in het script verwerkte of daaraan afzonderlijk heeft toegevoegd. In het renaissancetoneel werden dergelijke aanwijzingen slechts schaars gegeven. Vaak schreven regisseurs of spelers regieaanwijzingen bij de toneeltekst, soms ook diende het handschrift van de auteur zelf als regieboek, hetgeen dan onbedoeld leidde tot het overnemen van deze aanwijzingen in de druk wanneer dit materiaal als kopij gebruikt werd (vgl. ook roofdruk). Later werden de aanwijzingen die de auteur direct aan zijn tekst toevoegde steeds uitgebreider, vooral bij de naturalistische toneelschrijvers. Een auteur als Herman Heijermans gaf precies aan hoe de locatie er uit moest zien en hoe de acteurs dienden te handelen en te spreken. Zijn Dora Kremer opent bijv. met een uitvoerige beschrijving van ‘De “goede kamer” van een rijke hereboer’. De dialoog gaat vergezeld van een nauwkeurige aanduiding van handelingen en emoties: Dora, gaat naar de whisttafel: Een van de heren nog thee?... Later ontstaat echter weer de neiging om deze aanwijzingen weg te laten en de regisseur en de acteurs meer ruimte te laten voor een eigen interpretatie van de toneeltekst. Lit: M. Gallaway, The director in the theatre (1963) H. Schwarz, Regie (1965) E. Meier, Realism and reality (1967) E. Oey-De Vita, ‘Problemen van kopijonderzoek voor toneelstukken uit de zeventiende eeuw’ in Spektator 3 (1973-74), p. 12-29, 661-679 A. Dean, Fundamentals of play directing (19895) R. Schneider & G. Cody, Re:direction: a theoretical and practical guide (2002) S. Proust, La direction d’acteurs dans la mise en scène théatrale contemporaine (2006) Cl.M.L. Bourne, Typographies of performance in Early Modern England (2020).
|
|