Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdimprovisatieEtym: Lat. in-pro-visus = on-voor-zien. Toneelstukje, voordracht, muziekwerk, enz. dat bedacht wordt op het ogenblik van de uitvoering. Improvisatie is een product van vrijheid, toeval en fantasie en baseert zich meestal op een minimaal schema van karaktertypes, opposities en actiewendingen. Dit minimum aan bindingen, gekoppeld aan een maximum aan vrijheid hebben het genre altijd zeer populair gemaakt. Uitschieters waren de middeleeuwse vagantenliederen en de Italiaanse commedia dell'arte. Andere improvisatietypen zijn het knie(ge)dicht en het ex-tempore. Tegenwoordig wordt de improvisatie vaak aangewend in happenings en, met therapeutische doeleinden, in het psychodrama. Lit: S. Stanley & A. Dijkstra (red.), Drama door improvisatie (1983) M. Rinné, L’invention narrative. De l’improvisation orale à la littérature (1986) T. Salinsky & D. Frances-White, The improv handbook. The ultimate guide to improvising in comedy, theatre, and beyond (2008) R. Wallace, Improvisation and the making of American literary modernism (2010) E. Landgraf, Improvisation as art. Conceptual challenges, historical perspectives (2014).
|