Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdOssianismeEtym: M.b.t. (de dichter) Ossian. Literair-historische aanduiding voor een rage uit de periode van de preromantiek en vroege romantiek, ontstaan naar aanleiding van de teksten die de Schot James Macpherson (1736-1796) maakte onder het mom van vertalingen van het poëtisch proza van de Gaëlische dichter Ossian (3de eeuw): Fragments of Ancient Poetry collected in the Highlands of Scotland and translated from the Gaelic or Erse Language (1760), Fingal, an Ancient Epic Poem in Six Books (1762) en Temora, an Epic Poem (1763). Hoewel de controversen over de authenticiteit van Macphersons ‘vondsten’ meteen na de publicatie begonnen, kon pas in de 19de eeuw positief aangetoond worden dat het grotendeels ging om een handige mystificatie. Het betrof een pseudovertaling: Macpherson had gebruik gemaakt van de nog levende Keltische orale traditie (orale literatuur), maar in feite ging het vooral om eigen werk dat overigens de stijlkenmerken van zijn tijd vertoont. De kwalificatie ossianistisch verwijst in bredere zin naar een hele internationale beweging waaraan Macphersons werk mee ten grondslag ligt. Zijn gedichten hadden nl. een enorme weerklank en werden centrale teksten in een soort Keltische renaissance, een beweging in de tweede helft van de 18de eeuw die een herwaardering van de eigen (vroeg)middeleeuwse traditie voorstond. Er volgden verschillende imitaties naar oude epische gedichten (Th. Grays The Fatal Sisters en The Descent of Odin, 1761), min of meer adequate tekstuitgaven (Th. Percys Five Pieces of Runic Poetry, 1763 en Reliques of Ancient English Poetry, 1765), verdere mystificaties (Th. Chattertons Poems supposed to have been written at Bristol by Th. Rowley and others in the 15th Century, 1777), enz. Ook op het vasteland vond de Ossianpoëzie tal van bewonderaars, imitatoren en vertalers, waaronder Goethe en Herder (Sturm und Drang). De context van de groeiende preromantiek was aan de ossianistische beweging niet vreemd: interesse voor het verleden, voor het autochtone (tegenover het Franse classicisme of de mediterrane oudheid), voor het primitieve en het volkse. In Nederland is Bilderdijk (Zangen van Ossian, 1803-1805) een van de belangrijkste bewerkers geweest van Macphersons Ossianteksten. Hij typeert ze als teksten gekenmerkt door eenvoud en natuur, verhevenheid van gevoelens, tederheid, vurige verbeelding en helderheid van structuur. Lit: P. van Tieghem, ‘Ossian et l’ossianisme au XVIIIe siècle’ in Le préromantisme (1924), p. 197-288 Q.W.J. Daas, De gezangen van Ossian in Nederland (1961) T. Brown (red.), Celticism (1996) D. Moore (red.), Ossian and Ossianism. Subcultures and subversions: 1750-1850, 4 dln. (2004) H. Gaskill (red.), The reception of Ossian in Europe (2004).
|