Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Algemeen letterkundig lexicon
Toon afbeeldingen van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (5,01 MB)

Lexicon van de retorica (1,62 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,59 MB)

Lexicon van literaire genres (13,34 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,45 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,36 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)

XML (11,37 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

veldzang

Aanduiding voor die vorm van de idylle waarin het landschap en het leven van eenvoudige mensen zoals herders en boeren centraal staan. Deze bucolische vorm van natuurpoëzie (zie natuurlyriek) kwam tot bloei in de 17de eeuw. Bekende beoefenaren van het genre waren J.H. Krul, J. de Decker, J.B. Wellekens, L. Schermer en H.Kz. Poot. De laatste schreef het gerenommeerde ‘Akkerleven’ (ca. 1720). In de tweede helft van de 18de eeuw verdwijnt de mythologische opsmuk in veel van dit soort gedichten en maakt plaats voor directe natuurwaarneming verbonden met individuele gevoelsexpressie, zoals te zien is bij E.M. Post (‘Aan den grooten vijver op Beekhuizen’, 1794).

Een specifieke vorm van de veldzang is de velddeun. Evenals de visserszang is de veldzang verwant aan de pastorale-1 en de arcadia.

Lit: M.M. Prinsen, De idylle in de 18e eeuw (1954), p. 69-72 • M. Cox-Andrau,'Drie herdersdichten en een veldzang van Pieter Vlaming' in Spiegel der letteren 20 (1978), p. 283-289.


veldtheorie velijn zie vellum

thematisch veld:

Lyrische en poëtische genres
Natuurlyriek: pastorale en bucolische poëzie

Vorige Volgende