Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdidylleEtym: Gr. eidullion = afbeeldinkje, kort beschrijvend gedicht; verkleiningsvorm van eidos = (schoon) gezicht, (denk)beeld. Vorm van literatuur waarin de natuur, het landschap, flora en fauna centraal staan. Veelal is de natuurbeschrijving verbonden met de schildering van eenvoudige mensen als herders, vissers en boeren. Het genre is al bekend in de Griekse Oudheid (Theocritus) en in de wereld van het Oude Testament (het boek Ruth met het korenveld als decor van het verhaal). In de renaissance wordt de idylle gecultiveerd in de pastorale literatuur, zoals de arcadia en de pastorale-1. Schrijvers uit de tweede helft van de 18de eeuw gaan de idylle gebruiken om thema’s van liefde en vriendschap te behandelen, zoals E.M. Post doet in haar roman Het land (1788). Het genre kende vooral in Duitsland een grote bloei met auteurs als Gessner en Voss. Bekende Nederlandstalige schrijvers van idyllische literatuur zijn A.C.W. Staring (‘Oogstlied’, 1786), Hildebrand (‘Teun de Jager’, 1841), J.J. Cremer (Betuwsche novellen, 1852-1855) en Pol de Mont (Idyllen, 1882). De naam ‘idylle’ leeft voort in titels van 20ste-eeuwse werken als ‘Een idylle’ (1941) van M. Nijhoff en G. Komrij's ‘Idyllen van de achterpoort’ (1981). Soms worden de termen ecloge en idylle als synoniem gebruikt. Lit: M. Prinsen, De idylle in de achttiende eeuw in het licht der aesthetische theorieën (1934) H. Schneider, Bürgerliche Idylle: Studien zu einer literarischen Gattung des 18. Jahrhunderts am Beispiel von Johann Heinrich Voss (1975) R. Böschenstein-Schäfer, Idylle (19772) G. Hämmerling, Die Idylle von Gessner bis Voss: Theorie, Kritik und allgemeine geschichtliche Bedeutung (1981) H.U. Seeber, Idylle und Modernisierung in der europäischen Literatur des 19. Jahrhunderts (1986) N. Gronke, Idylle als literarisches und soziales Phänomen (1987) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 4 (1998), kol. 183-202 C. Behle, ‘Heil dem Bürger des kleinen Städtchens’: Studien zur sozialen Theorie der Idylle im 18. Jahrhundert (2002).
|