Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdpersonale vertelwijzeVertelvorm waarin het perspectief (point of view, focalisatie) ligt bij één of meer personages van de tekst over wie in de derde persoon wordt verteld. Bij de personale vertelvorm lijkt de verteller volledig afwezig te zijn. De gebeurtenissen worden gezien vanuit het gezichtspunt van één of meer personages. Wanneer een roman consequent geschreven is vanuit de visie van één personage spreekt men wel van de ‘verhulde ik-vorm’, omdat in dat geval het gebruik van de ík-verteller en de personale vertelwijze zeer dicht bij elkaar komen te liggen. Het gebruik van een auctoriële vertelinstantie en de personale vertelwijze zijn daarentegen elkaars uitersten. Toch is het zelden zo dat een tekst uitsluitend personaal verteld wordt. Vrijwel steeds zullen ingrepen van de verteller herkenbaar zijn, bijv. in samenvattingen van gebeurtenissen, typering van personages, verdichtingen van tijd e.d. Maar in een overwegend personaal vertelde roman zal het rechtstreeks toespreken van de lezer ontbreken. Evenals aan de ik-vertelwijze is aan de personale vertelvorm inherent dat er sprake kan zijn van een onbetrouwbaar perspectief. De lezer volgt immers het standpunt van vaak slechts één enkel personage en is dus volledig van diens visie afhankelijk. Die combinatie van onbetrouwbaar perspectief en personale vertelwijze vormt de grondslag van de plot van bijv. De donkere kamer van Damocles (1958) van W.F. Hermans. Voorbeelden van personaal vertelde romans zijn Jan Wolkers’ Een roos van vlees (1963) en Oek de Jongs Opwaaiende zomerjurken (1979). Lit: N. Friedman, ‘Point of view in fiction’ in PMLA 70 (1955), p. 1160-1184 F. Van Rossum-Guyon, ‘Point de vue ou perspective narrative’ in Poétique 1 (1970), p. 476-497 A.G.H. Anbeek van der Meijden, De schrijver tussen de coulissen (1978) F.K. Stanzel, Typische Formen des Romans (199312) L. Hermans & B. Vervaeck, ‘Waarnemen en spreken’ in Vertelduivels. Handboek verhaalanalyse (2001), p. 37-45.
|
|