Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdmemoiresEtym: Fr. mémoire = geheugen, herinnering. Eén van de mogelijke vormen van bekentenisliteratuur waarin een auteur terugblikt op (een deel van) zijn leven en zijn herinneringen daaraan beschrijft samen met zijn gevoelens en oordelen daarover. Autobiografie en dagboek behoren eveneens tot de bekentenisliteratuur, maar waar de autobiografie vooral op de auteur zelf is gericht en het dagboek van dag tot dag vermeldt wat de auteur beleefd heeft, beschrijven de memoires of gedenkschriften bepaalde gebeurtenissen waarvan de auteur getuige is geweest en waarbij ook andere bekende personen (politici, kunstenaars etc.) centraal hebben gestaan. Memoires behoren tot de egodocumenten. Bekende voorbeelden zijn de memoires van Casanova en van Winston Churchill. Een bekend Nederlandstalig voorbeeld is Herinneringen uit de oude tijd over schrijvers die ik persoonlijk heb gekend (1957) van Annie Salomons. Andere voorbeelden zijn de Gedenkschriften (1924) van Lodewijk van Deyssel, Het vuur brandde voort (1949, 19792) van Henriëtte Roland Holst-van der Schalk en Omzien in verwondering (2 dln, 1979) van A. Romein-Verschoor. Het genre is door verschillende auteurs ook als fictie beoefend, o.m. door Godfried Bomans in Memoires of gedenkschriften van Mr. Pieter Bas (1937) en door L.P. Boon in Memoires van de heer Daegeman (1975). Door De Arbeiderspers te Amsterdam worden veel memoires gepubliceerd in de reeks Privé-domein. Lit: I. Schöffer, ‘Recente Nederlandse memoires’ in Tijdschrift voor geschiedenis 83 (1970) 2, p. 262-283 H.W. von der Dunk, ‘Over de betekenis van Ego-documenten’ in Tijdschrift voor geschiedenis 83 (1970) 1, p. 147-161 A. Laserra, N. Leclercq & M. Quaghebeur (red.), Mémoires et antimémoires littéraires au XXe siècle, 2 dln. (2005) G.Th. Couser, Memoir. An introduction (2012).
|
|