Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdegodocumentEtym: Lat. ego = ik. Geschrift dat behoort tot de autobiografische teksten, zoals de brief, het dagboek, de autobiografie, de reisbeschrijving en de memoires. Het gaat hierbij steeds om teksten waarin een auteur een zelfbeeld geeft van zijn persoon (karakter, leefwijze, levensgeschiedenis, levensomstandigheden) en van personen uit zijn omgeving. In die zin kunnen ook fotoalbums, films en video-opnamen tot de egodocumenten gerekend worden, evenals het album amicorum. Egodocumenten zijn een bron voor de biografie van auteurs, al zal er altijd voorzichtig gebruik van gemaakt dienen te worden vanwege het genoemde zelfbeeld en de stilering. Een belangrijke reeks uitgaven op dit gebied vormt de serie Privé Domein, gepubliceerd door De Arbeiderspers te Amsterdam. Lit: M. Groen e.a. (red.), Ego-documenten, speciaal nummer van Adem 3 (1988) 1 R. Dekker, ‘Wat zijn ego-documenten?’ in Indische letteren 8 (1993), p. 103-112 R. Lindeman, Y. Scherf & R.M. Dekker, Egodocumenten van Noord-Nederlanders van de zestiende tot begin negentiende eeuw; een chronologische lijst (1993) R. Dekker (red.), Egodocuments and history: autobiographical writing in its social context since the Middle Ages (2002) A. Baggerman & R. Dekker (red.), Egodocumenten: nieuwe wegen en benaderingen (2004) Egodocumenten, speciaal nummer van Spiegel Historiael 40 (2005) 3-4 H. de Valk & G. Schulte Nordholt (red.), Repertorium van gedrukte egodocumenten (2005) B. Tribout & R. Whelan (red.), Narrating the self in early modern Europe (2007) P. Stokvis (red.), Geschiedenis van het privéleven: bronnen en benaderingen (2007) K. Bühler, Ego documents: das autobiografische in der Gegenwartskunst (2008).
|
|