Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdtestamentEtym: Lat. testamentum = laatste wil. Literair genre van de rederijkers, waarschijnlijk ontstaan in navolging van de beweging van de Moderne Devotie. Binnen die kringen ontstond de gewoonte dat een stervende een geestelijk testament opstelde waarmee de nabestaanden vermaand werden. Er zijn zowel serieuze testamenten, bijv. het Testament Rhetoricael (1561) van Eduard de Dene, als satirische testamenten, zoals Jan Splinters testament. Lit: J.J. Mak, De rederijkers (1944), p. 28, 158-159 Th. Mertens, 'Geestelijke testamenten in de laatmiddeleeuwse Nederlanden: een verkenning van het genre' in G.R.W. Dibbets & P.W.M. Wackers (red.), Wat duikers vent is dit!: opstellen voor W.M.H. Hummelen (1989), p. 75-89 H. Pleij, Het gevleugelde woord. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1400-1560 (2007), p. 386-393.
|