Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdsouterliedekensEtym: Middelned. souterliedekens = psalterliederen. Souterliedekens zijn psalmberijmingen op bekende wereldlijke melodieën uit de 16de eeuw, vooral bedoeld als kerklied. Samensteller-vertaler was jonkheer Willem van Zuylen van Nyevelt. De liederen zijn zo getrouw mogelijke berijmingen van Bijbelteksten en bevatten slechts toespelingen op eigentijdse gebeurtenissen voor zover de Bijbelwoorden dat toelieten. Zij zijn een mengeling van oud en nieuw, met de nadruk op het laatste. In 1540 werden de souterliedekens kerkelijk goedgekeurd en in 1556-1557 werden ze opgenomen in de Musyk-boecxkens van Tielmann Susato. De liederen werden in toenemende mate door de katholieke kerk gewantrouwd vanwege het algemene gebruik door hervormingsgezinden, maar nooit op de lijst van verboden boeken (index librorum prohibitorum) geplaatst. Van calvinistische zijde had men bezwaren tegen de souterliedekens omdat de corresponderende Bijbeltekst uit de Vulgaat-vertaling naast de liederen werd afgedrukt en omdat men de binding met de Bijbelteksten te zwak vond. Bij hen verschenen dan ook nieuwe psalmberijmingen voor gemeentezang. De eerste waren die van Utenhove en Datheen (1566), later gevolgd door de vertaling van Marnix (1580). De berijming van Datheen werd door de Nationale Synode van Dordrecht (1618-1619) tot officiële versie benoemd en was dit tot 1773. De meest behoudende stromingen binnen de gereformeerde kerk (en dan vooral in Zeeland) gebruiken de berijming van Datheen nog steeds. Naast de souterliedekens circuleerden de zogenaamde schriftuurlijke liedekens (schriftuurlijk liedeken), die een uitgesproken hervormd karakter hadden.
Titelpagina van de Souter Liedekens (1540). [bron: A.G.H. Bachrach e.a. (red.), Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur, dl 9 (19842), p. 70].
Lit: D.F. Scheurleer, De souterliedekens. Bijdrage tot de geschiedenis der oudste Nederlandsche psalmberijming (1898; 19772) E. Mincoff-Marriage (ed.), Zestiende-eeuwsche Dietsche volksliedjes (19392) J. de Gier, Van de souterliedekens tot Marnix. Stromingen en genres binnen de letterkunde der hervorming in de zestiende eeuw (1987), p. 25-28, 103-132.
|