Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdSchwulstEtym: Dts. opgezwollenheid. Overladen, gekunstelde stijl tijdens de laat-barok. In algemene zin omvat de term in de West-Europese literatuur stromingen als het euphuism, het gongorisme, het marinisme en de préciosité. Beperkt tot de Duitse literatuur wijst hij vooral op de laat-barokke poëzie van de zgn. tweede Silezische school in de tweede helft van de 17de eeuw (Hoffmanswaldau, Lohenstein e.a.). Zie ook maniërisme. Lit: P. Schwind, Schwulst-Stil. Historische Grundlagen von Produktion und Rezeption manieristischer Sprachformen in Deutschland 1624-1738 (1977) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 8 (2007), kol. 706-718.
|
|