Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdliturgisch dramaEtym: Gr. leitourgia = dienst, in het bijzonder tempeldienst. Geestelijk drama dat zich ontwikkelde uit de responsoria en de antifonen (beurtzang) van de West-Europese rooms-katholieke liturgie. Speciaal de kerkelijke hoogtijdagen waren aanleiding om onderdelen van de liturgie aanschouwelijk en in dialoogvorm voor te stellen. Zo ontstond bijv. uit de troop-1 ‘Quem quaeritus’ van de paasdienst een steeds verder uitgebreide en gespeelde dialoog binnen de liturgie van het paasfeest, het zgn. paasspel. Op soortgelijke wijze ontwikkelde zich het kerstspel. Geleidelijk werd de taal van de liturgie, het Latijn, vervangen door de volkstaal. Bovendien werd de band met de liturgie en de Bijbeltekst steeds losser door het invoegen van eigentijdse en wereldse elementen in het spel. Als kerkelijk drama ontwikkelde het liturgisch drama zich op die manier tot een zelfstandig geheel dat door leken (ook) buiten de kerk kon worden gespeeld. Er ontstond zo een vloeiende overgang naar het mysteriespel. Dramatisch aansprekende gedeelten uit het passieverhaal die zich leenden tot toneelmatige uitbeelding werden gespeeld in plaats van gezongen. Voorbeelden daarvan zijn de scènes van wenende vrouwen bij Christus’ graf in Visitatio sepulchri (rond 950) en het kerstspel Ordo stellae (10de eeuw). In de 12de eeuw werd door de kanunniken van St. Marie te Utrecht in het antiphonarium voor de kerstnacht een gedramatiseerde nocturne opgetekend. Soortgelijke teksten werden genoteerd voor de paasdag en voor Driekoningen. Voor de Lieve-Vrouwekerk te Maastricht werd rond 1200 het Maastrichtse Paasdrama geschreven. Blijkbaar is het liturgisch drama aan het eind van de 13de eeuw zodanig aan de liturgie ontgroeid dat de Utrechtse synode in 1293 een verbod op de opvoering in de kerk uitvaardigde. Het is de vraag of dit verbod veel effect heeft gehad; in 1401 speelden de Haagse ‘gezellen van den spele’ met Pasen een spel Ons Heren Virrisenisse in de kerk. In 1498 werd een driekoningenspel in de kerk van Delft opgevoerd en in 1503 volgde nog een paasspel in diezelfde kerk. Lit: J.A. Worp, Geschiedenis van het drama en van het tooneel in Nederland, dl. 1 (1903; reprint 1970) B. Hunningher, The origin of the theatre (1955) A. de Maeyer, ‘Het liturgisch paasspel in de Nederlanden’ in Jaarboek Soevereine Hoofdkamer Rhetor. Fonteine Gent 9 (1960), p. 55-93 J. Smits van Waesberghe, Muziek en drama in de middeleeuwen (19602) N. de Vrede, ‘De epische structuur van het liturgisch drama in de Nederlanden’ in Spiegel der letteren 6 (1962), p. 1-24 W. Tydeman, The theatre in the middle ages (1978) E. Simon (red.), The theatre of medieval Europe: new research in early drama (1991) R.L. Erenstein (red.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden (1996; reprint 2001), p. 2-9, 24-29 I. de Loos, ‘Drama als liturgie – Liturgie als drama’ in H. van Dijk e.a. (red.), Spel en spektakel: middeleeuws toneel in de Lage Landen (2001), p. 35-56, 310-315 M. Zijlstra, ‘De schrijvende hand: hoe het middeleeuwse spel van Daniël tot leven wordt gebracht’ in Madoc, nieuwsbrief van Firapeel 17 (2003), 3, p. 151-159.
|
|