Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdprinsZestiende-eeuwse benaming voor het hoofd van een rederijkerskamer. De prins – soms ook keizer – was een kapitaalverstrekker; de artistieke leiding berustte bij de factor. Hij bepaalde o.a. de stokregel (stock-1) van de refreinen (refrein-2) en loofde prijzen uit. Aan hem is gewoonlijk de laatste strofe van een ballade-2 of refrein opgedragen, die dan ook prince genoemd wordt. Lit: J.J. Mak, De rederijkers (1944) A. van Elslander, ‘Letterkundig leven in de Bourgondische tijd. De Rederijkers’ in Id., Terugblik (1986), p. 9-25 E. Roobaert, '"Prince van den Onwijzen": Jan Walravens, schilder en rederijker te Brussel' in Jaarboek Kon. Soevereine Hoofdkamer van Rhetorica "De Fonteine" te Gent 53-54 (2003-2004), p. 31-111.
|
|