Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdpaleotypieEtym: Gr. palaios = oud; tupos = vorm, figuur in reliëf. Specialisme binnen de analytische bibliografie-1 dat zich bezighoudt met de bestudering van de drukletter uit de periode vanaf de prototypografie, incunabel en postincunabel tot in de 18de eeuw. De inventarisatie en classificatie van het oude letter- en siermateriaal kan het mogelijk maken drukwerk uit die periode aan een bepaalde drukkerswerkplaats toe te schrijven. Voor de 15de en 16de eeuw is dit werk verricht door respectievelijk W.Gs en L. Hellinga en H.D.L. Vervliet; voor de latere periode werkt P. Dijstelberge aan databestanden op dit terrein. Lit: B. Kruitwagen, Laat-middeleeuwsche paleografica, paleotypica, liturgica, kalendalia, grammaticalia (1942) W.Gs & L. Hellinga, The fifteenth-century printing types of the Low Countries (1966) H.D.L. Vervliet, Sixteenth century printing types of the Low Countries (1968) Ch. Enschedé, Typefoundries in the Netherlands (19782) H. Borst, C. van der Kogel, P. Koopman e.a., ‘Wonen in het Woord – Leven in de letter; analytische bibliografie en literatuurgeschiedenis’ in Literatuur 5 (1988), p. 332-341 P. Dijstelberge, De beer is los! Ursicula: een database van typografisch materiaal uit het eerste kwart van de zeventiende eeuw als instrument voor het identificeren van drukken (2007).
|
|