Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdlijkdichtGedicht bij het lijk, dus vóór de begrafenis. Een lijkdicht of epicedium, behorend tot de funeraire poëzie, is actueler dan een grafdicht, dat ook nog (veel) later tot stand kan komen. De onderdelen laus, luctus en consolatio (lofprijzing, klacht en vertroosting) komen vrijwel altijd voor in lijkdichten. Ze kunnen de vorm aannemen van een elegie. Er zijn vooral in de renaissanceperiode tal van dit soort gelegenheidsgedichten geschreven, bijv. P.C. Hoofts ‘Lijkklacht over Pieter Dirxz. Hasselaer’ (P.C. Hooft. Gedichten, ed. Leendertz/Stoett, dl. 1, 1899, p. 146-151). Lit: S.F. Witstein, Funeraire poëzie in de Nederlandse renaissance (1969), p. 162-189 H.H. Krummacher, ‘Das barocke Epicedium’ in Jahrbuch deutsche Schillergeselschaft 18 (1974), p. 89-147.
|