Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdentr'acteEtym: Fr. pauze tussen twee bedrijven, tussenspel. Kort, meestal komisch toneelstukje dat gespeeld werd tussen de bedrijven van een groter toneelstuk om het publiek aangenaam bezig te houden. Het tussenspel werd vaak benut om de tijd die nodig was voor de decorwisseling op te vullen. Oorspronkelijk werd het ook wel als onderbreking van de gangen van een maaltijd gebruikt. Vandaar de naam tafelspel, een genre dat beoefend werd door P.C. Hooft als spel voor bruiloften. Vaak maakte men voor de entr’acte gebruik van muziek, dans, pantomime of het tableau vivant. Het genre kende in West-Europa zijn grootste bloei van de 15de tot en met de 18de eeuw. Voorbeelden ervan zijn te vinden bij de rederijkers en in het werk van Cervantes, bijv. diens El retablo de las maravillas (De poppenkast der wonderen) en La cueva de Salamanca (De grot van Salamanca) uit zijn Ocho comedias y ocho entremeses (1615). Het Engelse interlude was een bijzondere vorm van komisch, soms allegorisch tussenspel bij het mysteriespel of de moraliteit, meestal geschreven in losse en onregelmatige verzen. Het vormt de overgang naar het elizabethaanse toneel, bijv. met John Heywoods The four P’s (ca. 1545). Met de Franse term entr’acte wordt doorgaans een muzikaal of mimisch intermezzo bedoeld, zoals Molière's Les fâcheux (1661), de zgn. 'ballets de cour' van Lully en J.J. Rousseau’s Le Devin du village (1751). Een speciale vorm van komische tussenspelen zijn de zgn. minderemanstonelen uit het 17de-eeuwse schooldrama en de tragikomedie. Naast intermezzo, tussenspel en interludium treft men ook entremés aan als synoniem voor entr’acte. Lit: T.W. Clark, The Tudor interlude: stage, costume and acting (19673) I. Mamczarz, Les intermèdes comiques italiens au XVIIIe siècle en France et Italie (1972) A. van Gijsen, ‘De tussenspelen uit de twee “Handels der Amo(u)reusheyt”’ in B.A.M. Ramakers (red.), Spel in de verte. Tekst, structuur en opvoeringspraktijk van het rederijkerstoneel (1994), p. 59-86 D. Grantley, English dramatic interludes, 1300-1580: a reference guide (2004).
|
|