Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdduodecimoEtym: Lat. duodecim = twaalf. Term uit de bibliografie voor een formaat dat normaliter verkregen wordt door de 24 pagina's uit de beide drukvormen zodanig te plaatsen, dat na het afsnijden van 1/3 van het bedrukte vel één octavo katern ontstaat, waarna de resterende strook met twee maal vier pagina's tweemaal gevouwen wordt en gelegd in het op de wijze van een octavo-katern gevouwen gedeelte van het vel. Een duodecimo-katern (gewoonlijk aangeduid als ‘12’) bestaat dus uit 12 bladen (blad-2) of 24 bladzijden. Er zijn nog andere manieren om een 12-vel op te maken. Bij overlangse plaatsing van de pagina's hoeft er niet gesneden te worden, alleen gevouwen. Het afgesneden derde deel van een normaal 12-vel kan ook met andere katernsignatuur na het octavo-deel gebonden worden (12-in-achten-en-vieren of 12-in-8-en-4) en ook is een 12-in-zessen (12-in-6) mogelijk met tweemaal snijden. Behalve bij overlangse plaatsing lopen de kettinglijnen in een 12-formaat horizontaal; het watermerk bevindt zich bij overlangs 12 in de bovenmarge van twee bladen en bij normaal 12 in de bovenste helft van de binnenmarge. Lit: P.M. van Cleef, Handboek ter beoefening der boekdrukkunst in Nederland, ed. F.A. Janssen (1974), p. 89-93 Ph. Gaskell, A new introduction to bibliography (19742), p. 84-107.
|
|