Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermddiepdrukTerm uit de drukkerswereld voor de druktechniek waarbij de drukkende, geïnkte delen lager liggen dan de niet-drukkende: het af te drukken beeld is aangebracht in een plaat, meestal van koper, maar ook zink en staal worden gebruikt. Diepdruk wordt vooral toegepast voor illustraties. Vanaf de 15de eeuw zijn de volgende technieken gebruikt: de manuele diepdruk zoals gravure (andere gebruikte termen: kopergravure, lijngravure, burijngravure, taille-douce of chalcografie), drogenaald, stippelgravure, zwartekunst-2 of mezzotint, de chemisch-manuele diepdruk zoals ets of lijnets, aquatint, vernis-mou, natuurzelfdruk, en de machinale diepdruk zoals heliogravure, reliëfgravure en rasterdiepdruk. Voor een boek met illustraties in diepdruk zijn twee drukgangen nodig, nl. één voor de tekst in hoogdruk op de gewone drukpers en één voor de diepdruk op een plaatpers. Diepdrukillustraties zijn gewoonlijk te herkennen aan de moet van de plaat in het papier. Bij een tegendruk ontbreekt die moet echter. Om een extra drukgang te vermijden kon men ook illustreren met houtsnedes die samen met het hoogdrukzetsel onder de pers gingen. Het vlakdrukprocedé is pas eind 18de eeuw uitgevonden.
Titelpagina van Petrus Cunaeus' De Republica Hebraeorum in diepdruk (1632). [bron: Bibliopolis].
Lit: H. van Krimpen, Boek over het maken van boeken (19862) Delineavit et Sculpsit, Tijdschrift voor Nederlandse prent- en tekenkunst tot omstreeks 1850 (1989-….) F. van der Linden, De grafische technieken (19905) J. de Zoete e.a. (red.), De techniek van de Nederlandse boekillustratie in de 19e eeuw (1995) # Letters proeven, Prenten smaken; dubbeltentoonstelling in het Museum Plantin-Moretus en het Prentenkabinet (2004) G. Verhoeven & P. Verkruijsse, ‘Verbeelding op bestelling; de boekillustratie’ in H. van Nierop e.a. (red.), Romeyn de Hooghe; de verbeelding van de late Gouden Eeuw (2008), p. 146-169.
|
|