Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcorrectorEtym: Lat. verbeteraar. Degene die tot taak heeft een tekst te corrigeren. Dat kan de auteur zelf zijn, het kan ook iemand anders zijn, bijv. gedurende de middeleeuwen de kopiist van de tekst of de leider van het scriptorium. Beroemde correctoren uit de handschriftenperiode zijn de corrector van het Ferguut-handschrift die de inmiddels ca. 100 jaar oude tekst van een facelift voorzag en zich in een colofon verantwoordde: Here, hier hebdi van Ferragute Fameus is ook de zgn. corrector van de Lancelot-compilatie, die men in het verleden – zeer waarschijnlijk ten onrechte – met de auteur Lodewijk van Velthem identificeerde, die naast het verbeteren van fouten het handschrift geschikter maakte voor de voordracht, voor welke functie de codex oorspronkelijk niet lijkt te zijn aangelegd. Met de uitvinding van de boekdrukkunst deden de eerste beroepscorrectoren hun intrede. Zij verfijnden de correctietekens die in de handschriftenperiode gebruikt werden tot een compleet systeem dat in zijn essentie nog altijd gebruikt wordt. Lit: W.P. Gerritsen, ‘Corrections and indications for oral delivery in the Middle Dutch Lancelot manuscript’ in Neerlandica manuscripta. Essays presented to G.I. Lieftinck, dl. 3 (1976), p. 39-59 B. Besamusca, ‘De verzen van de corrector in handschrift ’s-Gravenhage, KB, 129 A 10 (de Lancelot-compilatie)’ in Spiegel der letteren 26 (1984), p. 83-88 A.A.M. Besamusca, Het Boec van Lancelote. De Middelnederlandse vertaling in verzen van de Lancelot en prose en het aandeel van Lodewijk van Velthem in de totstandkoming van de Lancelotcompilatie (1988) W. Kuiper, Die riddere metten witten scilde. Oorsprong, overlevering en auteurschap van de Middelnederlandse Ferguut, gevolgd door een diplomatische editie en een diplomatisch glossarium (1989), p. 71-215.
|