Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdscriptoriumEtym: Lat. scribere = schrijven. Middeleeuws schrijfatelier waar handschriften (codex) vervaardigd werden door beroepskopiisten (kopiist; zie ook schrijver). Het scriptorium was de wereldlijke verzelfstandiging van het vroegmiddeleeuwse kloostervertrek, waar door monniken handschriften werden afgeschreven. Over de scriptoria die in de Nederlanden gedurende de middeleeuwen hebben bestaan, is weinig bekend. In Noord-Nederland waren belangrijk de schrijfateliers van de Broeders des Gemeenen Levens (Moderne Devotie) en die van de kartuizers. In de zuidelijke Nederlanden moeten verschillende wereldlijke scriptoria geweest zijn waar luxe handschriften, met name voor het Bourgondische hof werden vervaardigd.
Jean Lebèque in diens scriptorium (1455). [bron: J. Stiennon, Paléographie du Moyen Age (1973), p. 144].
Lit: De Vlaamse miniatuur. Het mecenaat van Filips de Goede, 1445-1475 (tentoonstellingscat., 1959) J.P. Gumbert, Die Utrechter Kartäuser und ihre Bücher im frühen fünfzehnten Jahrhundert (1974) Het geïllustreerde boek in het westen van de vroege Middeleeuwen tot heden (tentoonstellingscat., 1977) A. Derolez, The library of Raphael de Mercatellis (1979) J.W. Klein, ‘(Middelnederlandse) handschriften: produktieomstandigheden, soorten, functies’ in Queeste 2 (1995), p. 1-30 D. Hogenelst & F. van Oostrom, Handgeschreven wereld (20023).
|
|