Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdschrijverTegenwoordig synoniem met auteur. Gedurende de middeleeuwen echter was de schrijver of scriver niet de auteur van een werk, maar de kopiist, degene die de vervaardiging van het handschrift als materieel object voor zijn rekening nam. Dat heeft wel eens problemen opgeleverd bij de identificatie van een werk, maar in de recente literatuurgeschiedenissen zijn deze fouten hersteld. Van de Karelroman Willem van Oringen (13de eeuw) weten we via Jacob van Maerlants Spiegel historiael dat Klaas van Haarlem (Van Haerlem Clays) de schrijver en in dit geval de auteur is geweest. Een bijzonder soort schrijver was de schrijfmeester, een beroepsschrijver die niet verward moet worden met de magister scriptorum die aan het hoofd stond van een scriptorium. De schrijfmeester werkte op bestelling en hing zelfs reclamebladen met schrijfvoorbeelden voor zijn raam om zo zijn waar aan te prijzen. Van de schrijfmeester Herman Strepel uit Münster is zo'n schrijfmeesterblad bewaard gebleven. De 17de-eeuwse schrijfmeesters produceerden schrijfboeken met lettervoorbeelden. Soms vermeldt de proloog of epiloog de schrijversnaam, al dan niet verstopt in een acrostichon of ander letterraadsel. Lit: B. Kruitwagen, ‘De Münstersche schrijfmeester Herman Strepel (1447) en de schriftsoorten van de Broeders van het Gemeene Leeven en de Windesheimers’ in Id., Laat-Middeleeuwsche Paleografica, paleotypica, liturgica, kalendalia, grammaticalia (1942), p. 1-116 D. Hogenelst & F. van Oostrom, Handgeschreven wereld (1995), p. 61-117 J.W. Klein, ‘(Middelnederlandse) handschriften: produktieomstandigheden, soorten, functies’ in Queeste 2 (1995), p. 1-30.
|
|