Auteur | Tekst | In | Jaar |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Kort Berigt wegens de kwaadaaïtige Koorts, welke onlangs in Philadelphia heerschte, benevens eene opgaaf van het gebeurde omtrent dit onderwerp in verscheidene gedeeltens der Vereenigde Staten van Noord-America. Door Mattheus Carey. Uit het Engelsch vertaald, door N.C. de Fremery, A.L.M., Phil. & Med. Doct. Te Haarlem, by A. Loosjes, Pz. 1794. In gr. 8vo. 152 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1795 | 1795 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘N.C. de Fremery Oratio de Arctissimo, quo Chemia cum Physicis Scientiis conjungitur, Vinculo, &c. Redevoering over het zeer naauw Verband der Scheikunde met de Natuurkundige Weetenschappen. Openlyk gehouden wanneer Dezelve, tot gewoonen Hoogleeraar der Geneeskunde, Scheikunde, Natuurlyke Historie, en Apothekerkunst, aangesteld zynde, dit Ambt, op den 18 Dec. 1795, aanvaardde. Traj. ad Rhen. apud O.J. â Paddenburg, Acad. Typ. 59 pp. 4to. m.f.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1796 | 1796 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Grondbeginzelen der Scheikunde, door A.L. Lavoisier. Uit het Fransch vertaald, met Aanmerkingen en Byvoegzelen vermeerderd, door N.C. de Fremery, Hoogleeraar in de Scheikunde, en P. van Werkhoven, Apotheker te Utrecht. Te Utrecht, by G.T. van Paddenburg en Zoon, 1800. II Deelen; 703 bladz.; met 10 uitslaande Plaaten.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1801 | 1801 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Grondbeginselen der Scheikunde op de Kunsten toegepast, door J.A. Chaptal, Lid en Thesaurier van den Senaat, Groot-Officier van het Legioen van Eer, Lid van het Fransch Instituut enz., op last van zijne Majesteit den Koning van Holland vertaald en met Aanmerkingen vermeerderd, door N.C. de Fremery, Hoogleeraar in de Genees- en Scheikunde en Natuurlijke Historie te Utrecht, enz. Iste Deel. Amsterdam, bij J.S. van Esveldt-Holtrop. 1808. Gr. 8vo. In 't geheel 260 bl., met XI koperen Platen.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1808 | 1808 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De vragen: Verdient de Vaccine thans nog, als voorbehoedmiddel tegen de Kinderziekte, te worden aangeprezen? en wat heeft daaromtrent de Utrechtsche Kinderziekte-Epidemie van het jaar 1823 geleerd? Beantwoord door N.C. de Fremery, Hoogleeraar in de Geneeskunde te Utrecht.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1824 | 1824 |