Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1792
(1792)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDen Heeren Schryveren der Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen.wel edele heeren!
Voor zoo veel my bekend is, is het volgend Stukje nog niet in het Nederduitsch vertaald. Daar 't zelve evenwel ook in ons Land, ter zagter beoordeeling van dergelyke gevallen, mede nuttig kan zyn, heb ik gemeend het publiek geenen ondienst te zullen doen, met Uw Ed. te verzoeken het zelve in Uw Ed. geacht Maandwerk te plaatzen.
Ik ben, met de meeste achting,
wel edele heeren!
Uw Ed. D.W. Dienaar,
n.c. de fremery, A.L.M. Phil. Dr. en Med. Stud. 's Bosch, den 19 July 1792. | |
[pagina 413]
| |
Over de onzekerheid der tekenen van doodslag, in het geval van onegte kinderen. Door wylen William Hunter, m.d.f.r.s. Buitengewoon Geneesheer der Koningin, en Lid van de Koninglyke Academie der Weetenschappen te Parys. Voorgeleezen den 14 July 1783.Aan de Leden van het Geneeskundig Genootschap.
myne meeren!
In den loop van het tegenwoordige jaar, kwam een aanzienlyk en kundig Vriend, by de volgende gelegenheid, my een bezoek geeven: hy verhaalde my toen, dat 'er op het land een jong Vrouwspersoon opgevat en in de gevangenis gezet was, om over den onderstelden moord van haar bastaard Kind te regt gesteld te worden. Volgens het geen men hem gezegd had, scheen het uit de omstandigheden te blyken, dat zy onschuldig was; en evenwel, verneemende dat de gemoederen van het volk in dat gedeelte van het land zeer tegen haar verbitterd waren, door het algemeen geroep van eenen wreeden en onnatuurlyken moord, vreesde hy, dat zy, hoewel onschuldig, het Slagtoffer van vooroordeel en blinden yver zoude worden. Hy wenschte, zeide hy, een onbevooroordeeld onderzoek te bezorgen. Hem was berigt, dat dit een onderwerp was, 't geen ik in myne Lessen behandeld, en daar over eenige aanmerkingen gemaakt had, die mogelyk niet genoeg bekend waren, of op welke men niet genoegzaam lette: hy kwam dierhalven met dat oogmerk om van my te verneemen, welke deeze aanmerkingen waren. Ik verhaalde hem, 't geen ik gewoonlyk over deeze stof zeide. Hy vond sommige myner Waarneemingen zo zeer ter zaake dienende, dat hy oordeelde dat dezelve zomtyds het middel zouden kunnen zyn, om 't leeven eener Onschuldige te redden: en, indien zy dit by deeze gelegenheid doen konden, 't geen hy dagt zeer mogelyk te zyn, hield hy zig verzekerd, dat ik gaerne de moeite zoude willen neemen van dezelve op het papier te brengen. Den volgenden dag zond ik hem dezelve in eenen brief, van welken ik hem vryheid gaf zoodanig een gebruik te maaken, als by voegzaam oordeelen zoude. | |
[pagina 414]
| |
Eenigen tyd hier na verhaalde hy my, dat het hem zeer aangenaam was, my te kunnen bedanken voor mynen brief, en my te berichten, dat het regtsgeding geëindigd en het ongelukkige jonge Mensch vry gesprooken was; dat hy reden had om te gelooven, dat myn brief hier toe medegewerkt had. Dit het onderwerp van eenige gesprekken op eenen avond in onze Geneeskundige byeenkomst geweest zynde, zult gy u herinneren, Myne Heeren, dat gy het onderwerp belangryk vond, en begeerde dat ik 'er u eene Verhandeling over geeven zonde. Thans zal ik aan uw verlangen voldoen. In ongelukkige gevallen van den dood van onegte Kinderen, zo wel als in elke daad die straf schuldig is, of oorzaak tot agterdogt geeft, vorderen rede en billykheid een onderzoek van alle de omstandigheden; en in 't byzonder, dat men tragte om te ontdekken, uit welke inzigten en beweegredenen de daad voortspruite. Want, daar niets zoo misdaadig zyn kan, dat men 'er door de verbeelding geene omstandigheden zoude kunnen byvoegen, om het erger te maaken; zoo kan men zig mede niets voorstellen, 't geen zoo godloos zyn zoude, en zoo beledigend voor een gevoelig hart, dat het niet eenigzints door omstandigheden en beweegredenen zoude kunnen verzagt of verminderd worden. In het regt beoordeelen van de waardy der menschelyke handelingen, zal 'er veel ashangen van den toestand der ziel, op den tyd, dat de daad bedreeven wierd; en het is, om deeze reden, dat de wetten van alle Landen zeer veel aan krankzinnigheid inschikken; en dat krankzinnigen voor hunne daaden niet verantwoordelyk zyn. Men zal my zekerlyk gaarne willen toestaan, dat ik genoegzaame gelegenheid gehad heb, om eene groote menigte vrouwlyke Characters te leeren kennen. Ik heb de heimelyke, zoo wel als de opentlyke, deugden, de heimelyke zoo wel als de meer opentlyke zwakheden, van Vrouwen in alle de rangen van het leeven gezien. Ik ben in haare geheimen geweest, en haar raadgeever in die oogenblikken, als haar lichaam en ziel in de grootste benauwdheid waren. Ik ben een getuige geweest van haar heimelyk gedrag, als zy zig zelven gereed maakten, om het gevaar te ontmoeten, en heb haare laatste en ernstigste overdenkingen gehoord, wanneer zy zeker waren, van maar weinige uuren meer te zullen leeven. | |
[pagina 415]
| |
Deeze kennis der Vrouwen doet my (hoewel 'er buiten twyfel veele uitzonderingen op den algemeenen regel zullen zyn) zeggen, dat Vrouwen, die zwanger zyn, zonder haaren staat te durven bekennen, over het algemeen voorwerpen van het grootste medelyden zyn; en meestal minder schuldig, dan de menschen zig verbeelden. In de meeste deezer gevallen is de Vader van het Kind wezentlyk schuldig, en dikwyls is hy dit daarenboven op eene wreede wyze; de Moeder is zwak, ligtgeloovig, en bedrogen. Aan zyn drift voldaan hebbende, denkt hy niet meer om zyne beloften; zy vind zig zelve mishandeld, van zyne genegenheid, oplettenheid, en onderstand verstooken, en overgelaaten, om, indien het haar mogelyk is, te worstelen, met ziekte, smarten, armoede en eerloosheid, en om het kort te zeggen, met een volslaagen bederf, voor haar geheele leeven. Een onwaardig Vrouwspersoon kan nimmer tot deezen ongelukkigen staat komen, om dat zy voor eerloosheid ongevoelig is; maar eene Vrouw, die deeze agtingwaarde deugd bezit, een sterk gevoel van schaamte, en eene groote begeerte, om agtenswaardig in haar Character te zyn, zig zelve van zulke ysselykheden omringd vindende, heeft dikwyls geen sterkte van geest genoeg om aan dezelven weerstand te bieden, en maakt, in wanhoop, een einde aan een leven, 't geen haar onverdraaglyk geworden is. Kan, in zulk een geval, iemand, wiens hart ooit voelde wat medelyden is, om haare daad toornig zyn op de nagedagtenis van zulk eene ongelukkige Vrouw? Het leeven was haar zoo verschriklyk en drukkende, dat zy het niet langer konde draagen. Als men haaren toestand uit dit oogpunt beschouwt, zal ieder menschelyk hart haare onvoorzigtigheid of misdaad vergeeten, en het lyden, 't welk zulk eene Vrouw moet ondergaan hebben, diep gevoelen; eene Vrouw, welke, indien zy slegts niet na de trouwlooze betuigingen en beloften van onze Sex geluisterd hadde, eene liefhebbende en trouwe Huisvrouw, eene deugdzaame en geëerde Moeder, had kunnen zyn, geduurende een lang en gelukkig leeven, en deeze overweeging verwekte waarschynlyk in haar de laatste vlaag van wanhoop, die haar in de eeuwigheid rukte. Ernstig te denken aan 't geen eene onzer medeschepselen moet voelen, in zulk een ontzaglyk oogenblik, moet elken man tot medelyden beweegen, wiens hart niet van wreedheid verstaald is, en iedere Vrouw, welke niet strenger deugd- | |
[pagina 416]
| |
zaam en kuisch wil zoeken te schynen, als mogelyk immer eene braave Vrouw was. Men zoude kunnen zeggen, dat de schuld van zulk eene Vrouw toeneemt, wanneer wy in overweeging neemen, dat, ten zelfden tyde, als zy een einde van haar eigen leeven maakt, zy tevens ook haar Kind vermoort. God verhoede, dat doodslag altyd moord zoude zyn! Doodslag is dan alleen moord, wanneer die met eenigen trap van bedaard overleg en godlooze oogmerken bedreeven word. Kan dezelve, ten uitvoer gebragt zynde, in eene razerny van wanhoop, in Gods oog meer beleedigend zyn, dan wanneer dezelve in eene yle koorts of Maanziekte bedreeven word? Hy moest derhalven te gelyk met onzen afkeer ook ons medelyden opwekken. Het geen men gemeenlyk oordeelt, de moord van een onegt Kind door de Moeder begaan te zyn, zoude men, indien de wezentlyke omstandigheden alle ten volle bekend waren, moeten in onderscheidene omstandigheden toestaan, eene geheel andere misdaad te zyn. In sommige gevallen, (die het te wenschen is, dat zeer zeldzaam zyn mogen) is het eene misdaad van de zwartste soort: het is dan een te vooren bedagt overleg om het leeven te beneemen aan het minst beledigende en hulploosste van alle menschelyke schepselen, en strydt niet alleen tegen de algemeenste inspraaken van menschelykheid, maar tegen die magtige ingeschaapene (instinctive) drift, welke de Schepper van onze Natuur, tot wyze en gewigtige oogmerken, in de borst van ieder vrouwlyk schepsel gelegd heeft, eene verwonderingswaardige zorg voor de behoudenis van haar Kroost. De liefderykste uitlegging, die men van zulk eene wreede daad geeven kon, en welke het te hoopen is, dat dikwyls de billykste was, zoude zyn, om dezelve als een werk van razerny of kortduurende krankzinnigheid te beschouwen. Maar, voor zoo veel ik 'er over oordeelen kan, is het grootste getal der zoogenoemde moorden, van onegte Kinderen, van eenen geheel anderen aart. De Moeder heeft een onoverwinbaar gevoel van schaamte, en wenscht niets vuuriger, dan dat zy haaren goeden naam moge bewaaren, en voor zoo ver is zy deugdzaam en beminnelyk. Zy heeft geene stoutmoedigheid om haare eerloosheid te bekennen, en zulks te kunnen uithouden. | |
[pagina 417]
| |
Na maate zy de hoop verliest van of met opzigt tot haare zwangerheid in eene misvatting geweest te zyn, of van haare beangstheid door eene gelukkige miskraam verlost te worden, ziet zy elken dag haar gevaar grooter worden en naderen, die haare ziel met schrik en wanhoop overstelpen. In deezen toestand, zouden veele van deeze Vrouwen, die naderhand van Kindermoord beschuldigd worden, zigzelven ombrengen, indien zy niet wisten dat zulk eene daad zonder twyfel een onderzoek zou veroorzaaken, 't welk aan den dag zoude brengen, 't geen zy zo angstig wenschten te verbergenGa naar voetnoot(*). In deeze verslaagenheid, niets minder dan de moord van haar Kind bedoelende, bedenken zy verscheidene ontwerpen, om de geboorte van het Kind te verbergen; maar wankelen tusschen zwaarigheden van alle kanten, stellen den boozen dag verre, en betrouwen te veel op het geval en goed geluk. In deezen staat worden zy dan schielyker overvallen, dan zy verwagt hadden; haare ontwerpen liggen in duigen; haar lichaams- en zielsgevaar berooft haar van alle oordeel, en redelyk gedrag; zy verlossen zonder hulp, op de plaats, waar zy in haare vrees en verbystering zig by geval na toe begaven; somtyds sterven zy in de benauwdheden der verlossing, en somtyds vallen zy, geheel uitgeput, in flauwte, en worden niets gewaar van 't geen 'er omgaat; en wanneer zy eenige weinige kragten weerkrygen, vinden zy dat het Kind, reeds dood, of misschien nog niet, volmaakt leevenloos is. Kan men nu in zulk een geval wel verwagten, dat eene Vrouw het geheim aan den dag zoude brengen, daar dit nergens meer toe dienen kan? Zal niet de bes e gesteldheid van haaren geest haar dringen, om haar Character te bewaaren? Zy zal, derhalven, alles, wat het voorgevallene ontdekken konde, zo goed als zy kan verbergen, alhoewel, indien het naderhand ontdekt word, juist dit gedrag als een bewys van haare schuld zal aangemerkt worden. Om met my overtuigd te zyn, dat zulk een geval dikwyls gebeurt, zoude de Leezer mogelyk gaerne eenige voorbeelden en ophelderingen hebben. Over het algemeen heb ik opgemerkt, dat, hoe opregter de Vrouwen over zulke | |
[pagina 418]
| |
verderflyke onvoorzigtigheden berouw hebben, het even zoo veel moeilyker is, om haar hieromtrent tot bekentenis te brengen; en dit is natuurlyk. Onder andere voorvallen, welke men zoude kunnen bybrengen, opende ik de lichaamen van twee ongetrouwde Vrouwen, welker beide Characters, by alle die haar kenden, als onberispelyk, en buiten eenig kwaad vermoeden, waren. Over haare gezondheid geraadpleegd wordende, bedroogen, beide, my; op ééne van haar had ik vermoedens, en gaf my alle moeite om haar te overreeden my 't geheim toe te vertrouwen, indien de zaak zoo was; beloovende haar, dat ik alles zoude doen, wat in myn vermogen was, om haar uit de moeilykheden, die haar boven 't hoofd hingen, te helpen: maar alle myne moeite was vergeefs. Beide stierven aan zwaare pynen in haare ingewanden, en stuipen. Toen men de Lyken zoude afleggen, vond men, in het eene geval, een dood Kind, niet geheel voldraagen, tusschen de beenen van de ongelukkige Moeder liggen; en, in 't andere geval, ontdekte men een zeer groot dood Kind, dat maar half gebooren was. Uit zulke gevallen kan ten overvloede blyken, welk een geduldig en vast besluit de vrees voor schaamte kan doen neemen. Een jong ongetrouwd Vrouwspersoon, haare zwangerheid verborgen gehouden hebbende, verlostte in den nagt zonder hulp. Men had vermoeden op haar, zogt haare kamer door, en vond het Kind in haare doos, in natte kleederen gewonden. Zy bekende, dat het Kind het haare was, maar ontkende hetzelve vermoord, of eenig voorneemen gehad te hebben, om dit te doen. Ik opende het Kind met Mr. pinkstan, uit St. Albansstraat, en de Longen wilden niet in 't water zinken. Het berigt, 't geen zy omtrent zig zelve gaf, was dit: dat zy eene getrouwe en begunstigde Dienstmeid was in eene Familie, welke zy niet konde verlaaten, als met de zekerheid, dat haar toestand dan ontdekt zou worden; en zulk eene ontdekking zoude, volgens haare meening, haaren zekeren ondergang voor haar geheele leeven te weeg brengen. Onder deeze zielsangsten, was zy besluiteloos, en wankelde van dag tot dag in 't beraamen van een plan voor haar gedrag. Zy maakte eenige kleederen ter bewaaring van haar Kind (eene omstandigheid, welke in haar voordeel was), en zy huurde in eene nabygelegen straat, eene kamer met een bed, die gereed moest zyn, om, op 't eerste berigt, oogenbliklyk eene Vrouw, die in | |
[pagina 419]
| |
arbeid was, te kunnen ontvangen. Haar ontwerp was, om, zo als zy in arbeid kwam, na dat huis te loopen, en zig daar door eene Vroedvrouw, die men haar brengen zou, te laaten verlossen. Zy zoude dan, oogenbliklyk daarna, weder na huis gegaan zyn, en zig, op de best mogelyke wyze, over haar uitgaan verontschuldigd hebben. Zy had wel gehoord van Soldaaten-Wyven, die agter een heg verlost, en met het Kind haaren Man korten tyd daarna gevolgd waren; en zy hoopte dit zelfs ook te zullen kunnen doen. Zy wierd in den nagt, door een kolyk, zo zy meende, overvallen; deed eenige kleederen aan, zo wel om zig warm te houden, als om gereed te zyn om terstond heen te loopen, indien haar de arbeid overvallen mogt. Na eenigen tyd gewagt te hebben, overviel haar schielyk zulk eene snydende pyn en schrik, dat zy noch moed noch kragten had, om in dien toestand, in den nagt, de trappen af, en over de straat, te gaan. In wanhoop wierp zy zig zelve op het bed, en door den schrik en de angst, welke zy leed, verloor zy 't gebruik haarer zintuigen, en viel in flauwte. Een weinig weder tot zig zelve komende, vond zy zig in eenen vloed van ontlastingen liggen, en 'er lag een dood Kind by haare beenen. Zy gaf het allereerst op haar Kind acht, en vond dat het zeer zeker dood was. Zy lag eenigen tyd te bed, overweegende wat zy doen zoude, en daar 'er eenige schemering kwam, stond zy op, leide alle de natte kleederen, en het Kind, in haare doos, maakte het vertrek en bed in order, en ging daar in liggen. - De Vrouw, van welke zy de kamer gehuurd had, en die eene kleine som gelds te pand gekreegen had, hoewel zy niet wist wie zy was, zwoer dat zy dezelfde persoon was, die haare kamer gehuurd had, en bevestigde dat gedeelte van haare historie. Mr. pinkstan en ik verklaarden, dat wy haar verhaal zeer geloofwaerdig vonden, en bragten het, met de omstandigheid van het dryven der Longen, ten genoege van de Jury overeen. Zo als wy dit vervolgens voor den Leezer doen zullen. Zy wierd vry gesproken; en ik had het genoegen van te mogen gelooven, dat zy niet aan moord schuldig was.
(Het Vervolg en Slot hier na.) |