De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
(1931)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 162]
| |
Maria Stuartaant.aant.VAN 1646. AFGEDRUKT NAAR DE TEKST VAN DE eerste uitgave (te Kevlen in d'oude druckerye [lees: Amsterdam voor Abraham de Wees] 1646), waarvan het titelblad hiernaast typografies is nagevolgd. Unger: Bibliographie, nr. 431. Op de plaats van het putje met devies ‘Elck zyn bevrt’ ziet men het portret van Maria Stuart, naar een verdwenen schilderij, met onderschrift ‘Myn hartekenner zit om hoogh’. In de linkerbovenhoek de roos van Engeland, de lelie van Frankrijk en de distel van Ierland, samengevat in de doornenkroon; rechts de palmtak, laurier en korenaar, verbonden door de rijkskroon. Een beschouwing over Vondel's bronnen vindt men achter in dit deel bij de Aantekeningen. | |
[pagina 163]
| |
Maria Stuart of Gemartelde Majesteit.Te Kevlen In d'oude druckerye. MDCXLVI. | |
[pagina 164]
| |
Den doorluchtighsten Vorst en Heere Eduart
| |
[pagina 165]
| |
17 de kroon en dit leven, om Godt, zijnen vader, met de doornekroon te eeren. 18 In d'oude Martelschriften vint men de Koningen en Koninginnen, om denGa naar voetnoot18 19 godtsdienst gemartelt, dun gezait, gelijck trouwen gekroonde hoofden zelfsGa naar voetnoot19 20 dun gezaeit zijn. In deze leste, zoo veel koeler in yver dan d'eerste, tijden,Ga naar voetnoot20 21 komt een eenige MARIA STUART op, als een nieuwe star. Zy versmaet 22 haren grijzen stam, het edelste geslacht van geheel Kristenrijck. Zy vergeetGa naar voetnoot22 23 over de hondert voorzaten en voorvaders, alle Monarchen van haren bloede, 24 wiens oirsprong het einde van Alexander de Grootes tijt bereickt. Zy buightGa naar voetnoot24 25 haer vrye schouders gewilligh, geduldigh onder het kruis, ten spiegel vanGa naar voetnoot25 26 alle Kriste Vorsten. Hierom blincktze nu met recht onder de zalige Martel-Ga naar voetnoot26 27 starren in Godts hemelsche klaerheit, aen de voeten van Maria, wiens naem 28 zy zoo waerdigh gedragen heeft, als zy haer, onder het twintighjarige kruis, 29 en met zoo vele zwaerden van wederwaerdigheit doorregen, nader dan zooGa naar voetnoot29 30 vele Koninginnen stont. De tooneelwetten lijden by Aristoteles naulicks,Ga naar voetnoot30 31 datmen een personaedje, in alle deelen zoo onnozel, zoo volmaeckt, de 32 treurrol laet spelen; maer liever zulck eene, die, tusschen deughdelijck enGa naar voetnoot32 33 gebreckelijck, den middelwegh houde, en met eenige schuit en gebrekenGa naar voetnoot33 34 behangen, of door een hevigen hartstogt tot iet gruwzaems vervoert wert:Ga naar voetnoot34 35 waerom wy, om dit mangel te boeten, Stuarts onnozelheit en de recht-Ga naar voetnoot35 36 vaerdigheit van haere zaeck met den mist der opspraecke en lasteringe enGa naar voetnoot36 37 boosheit van dien tijdt benevelden, op dat haer Kristelijcke en Koningklijcke 38 deugden, hier en daer wat verdonckert, te schooner moghten uitschijnen.Ga naar voetnoot38 39 Zoo steeckt gouden en purperen glans op nevels en wolcken, en licht op 40 bruine schaduwen af. Het docht my al t'onbillick, dat de NederduitschenGa naar voetnoot40 41 hier in andere volcken en tongen, die haer tooneelen met dit kostelijckeGa naar voetnoot41 42 bloet purperden iet zouden toegeven: en het lagh al eenige jaren geledenGa naar voetnoot42-43 43 by my, als een belofte, haere Majesteits godtvruchtige faem, die zoo hoogh 44 gestegen, mijne nochte iemants pen behoeft, van verre in haer schaduweGa naar voetnoot44 45 naer te streven; en noch te vieriger, dewijl ick, des onwaerdigh, mijn ge- 46 boortejaer by Mariaes moortjaer (marteljaer most men zeggen) of lieverGa naar voetnoot46-47 47 geboortejaer gedencke. De Heilige Kerck is van outs gewoon de geboorte 48 der Martelaren naer de geboorte der ziele, en niet naer de lichamelijcke, 49 te vieren; aengezien de ziel ten marteldage, van den lichame ontbonden, | |
[pagina 166]
| |
50 in den hemel, en het licht der onsterflijckheit, ten eeuwigen leven geborenGa naar voetnoot50 51 wort. Ick nam de vrymoedigheit dit treurspel uwe Vorstelijcke Doorluchtig- 52 heit op te dragen, die d'eerste van uwe Grootmoeders nakomelingen haerGa naar voetnoot52 53 heilige asschen en geest verquickt met den Katholijcken Roomschen Godts- 54 dienst t'omhelzen, en haer godtvruchtige voetstappen na te volgen; eenGa naar voetnoot54 55 zaeck, die zy in het uiterste haren eenigen zoon Iakob, uwen Grootvader,Ga naar voetnoot55 56 namaels Monarch van Groot Britanje, zoo hartelijck beval, als zy die groot-Ga naar voetnoot56-57 57 hartigh met haer Kristelijck bloet bezegelde: en zeker boven uw Groot- 58 moeders voorbeelt vermaent u daer toe u eigen naem, zoo loflijck by deGa naar voetnoot58 59 Katholijcke Koningen van Engelant, uwe voorvaders, gedragen, en waer 60 onder men twee Eduarden telt, eenen met den tijtel van Martelaer, denGa naar voetnoot60 61 anderen met dien van Heiligh gekroont. Oock ontbrack het van outs den 62 Hertogen van Bajere, waer uit uw Keizerlijck en Keurvorstelijck stamhuis 63 zijnen oirsprong nam, noit aen voorbeelden van Heiligheit en godtvruch-Ga naar voetnoot63 64 tigheit, die u nu op deze hemelsche heirbaen welkomen, zegenen, en metGa naar voetnoot64 65 hun voorbede stercken, terwijl ick het gewijde tooneel openzet, daer uwe 66 Grootmoeder weder te voorschijn komende, den aenschouweren te gelijck 67 schrick aenjaeght, en tranen van medoogen ten oogen uitperst.Ga naar voetnoot67 | |
[pagina 167]
| |
Inhout.1 Koningin MARIA STUART, eenige erfdochter van Jakob den vijfden, 2 Koning van Schotlant, en nicht van Henrick den zevenden, Koning van Enge-Ga naar voetnootr. 2 3 lant, wert om hare stantvastigheit in den Katholijcken Godtsdienst, na het 4 uitstaen van valsche lasteringen, gewelt, lagen en gevangenis, genootzaecktGa naar voetnoot4 5 ten rijcke uit te vlughten, voor de wreetheit van den staetzuchtigen tyranGa naar voetnoot5 6 Mouray, haren bastertbroeder, en de godtvergetenheit en meineedigheitGa naar voetnoot6 7 der Puriteinsche Schotten, aengeschonden door hare nicht Elizabeth, dieGa naar voetnoot7 8 deze onnozele en oprechte ziel onverzoenelijck haette, dewijlze noch jongGa naar voetnoot8 9 in Vranckrijck aen den Dolfijn getrouwt, niet uit eige staetzucht, maerGa naar voetnoot9 10 ontijdige drift van Guize en Lothringen, haere oomen, en Koning Henrick,Ga naar voetnoot10 11 den tweeden, haren schoonvader, en Francois den tweeden, haren gemael, 12 voor Koningin van Engelant en Yrlant uitgeroepen wiert; waer van men, 13 hoewel zy in der daet wettiger dan Elizabeth was, nochtans vredes halve,Ga naar voetnoot13 14 eerlang afstont, behoudende evenwel het erfrecht van de naeste na Eliza-Ga naar voetnoot14 15 beth, indien deze zonder oir overleedt, tot de kroon gewettight te zijn.Ga naar voetnoot15 16 De vervolghde Koningin nam dan in noot haren toevlught in Engelant,Ga naar voetnoot16 17 listigh derwaert getroont van Elizabeth, die op woort nochte beloftenGa naar voetnoot17 18 passende, en het heiligh gastrecht schendende, de vervolghde en in haerGa naar voetnoot18 19 recht verdruckte bloetvriendin, in plaetse van Kristelijck en KoningklijckGa naar voetnoot19 20 onthael, en beloofde noothulp, over de achtien jaren zoo vast gekerckertGa naar voetnoot20 21 hielt, dat vriendelijcke bede nochte verzoeck, nochte tusschenspraeck,Ga naar voetnoot21 22 nochte aengewende middelen, of aenslagen de gevange niet alleen aen 23 geenen vrydom holpen, maer heur ellende t'elckenmale meer bezwaerden,Ga naar voetnoot23 24 tot dat men endelijck, (aengezien zy noit om eenige beloften den Room- 25 schen Godtsdienst wou verloochenen) haer, op een daer toe met voordachtGa naar voetnoot25 26 gesmede wet, en onder schijn, datze Elizabeth naer het hart en de kroon 27 gesteecken had, valschelijck en gruwelijck, tegens alle goddelijck en men-Ga naar voetnoot27 28 schelijck Recht, ter bijle verwees. Het tooneel vertoont het kasteel van 29 Fodringaye. De Rey bestaet uit Staetjofferen der Koninginne.Ga naar voetnoot29 | |
[pagina 168]
| |
Personaedjen.Ga naar voetnoot*BIECHTVADER. MELVIN. Hofmeester. BURGON. Lijfarts. REY van STAETJOFFEREN. MARIA STUART. Monarche van Groot Britanje. KENEDE'. Kamenier. DE GRAVEN. Halsrechters. PAULET. Slotvooght. | |
Incomparabilis Heroïnae Anagramma.
| |
Byschrift Op d'afbeeldinge van Koningin Maria Stuart.aant.Ga naar voetnoot*Zoo bloeide STUARTs jeught, eer haet heur hooft zagh rollen;
Eerze, op 't verwoet schavot, van hartewee gezwollen,Ga naar voetnootvs. 2
Onnozel storf, onthalst naer die gesmede Wet.Ga naar voetnoot3
5[regelnummer]
Twee punten hebben haer de bijl door 't vleesch gedreven,
Haer erfrecht tot de Kroon, en haer Katholisch leven.Ga naar voetnoot6
|
|