De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
(1929)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendBede,
| |
[pagina 813]
| |
Daer zijn gheen zeghels aan, de letters zijn versleten.Ga naar voetnootvs. 6
Doorlees uw' Handvest bouck (of houd het Baersdorp vast?)Ga naar voetnoot7
En sie, of 't drucken oock den Burger-vad'ren past;Ga naar voetnoot8
Ay, staack uw' wreet besluyt, spoel aff uw' bloed'ge handen,
10[regelnummer]
Hoe! sullen Vaders hier haer eyghen Stadt verbranden?Ga naar voetnoot10
En plett'ren met de voet dat costelijcke pandtGa naar voetnoot11
Het Oorloghs aspunt, en de schat van Nederlandt?Ga naar voetnoot12
Bedaar, bedaar u, 'k bids; en laat die gruw'len varen,Ga naar voetnoot13
Paap Henrix tonghe sal uw' kussens wel bewaren;Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Vergun' uw' mede-Christ vry oeff'ningh van 't Gelooff:
En schenck het Burger-bloet den Crijgslien niet te rooff.Ga naar voetnoot16
Gods suyv're vinger treckt de schubben van uw' oogen,Ga naar voetnoot17
Sie daar het schijn-recht nu 't de grijns is afghetoghen,Ga naar voetnoot18
Betast 't ghedrogt ter deeg: 't is zielen tyranny,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Ghesmeet op 't aan-beeld van de Kerck'lijcke heerschappy;Ga naar voetnoot20
De minste teeckens doen dees vuyle prije stincken,Ga naar voetnoot21
Dats' yder ruyckt, ey! sie die purp're tabbaards blincken.Ga naar voetnoot22
De doemklock werd verstomt, 's gherechts roe breeckt in tween,Ga naar voetnoot23
En 't Christdom roept al-om: de bloed-raed valt daer heen.Ga naar voetnoot24
Seneca. Qui sceptra duro saevus imperio regit
Timet timentes. metus in auctorem redit.
I.V.V.
|
|