De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
(1929)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 830]
| |
Aantekeningen van Dr. Moller
| |
[pagina 831]
| |
dit is met enkele afwijkingen bij Gruterus (244,6) te vinden; Orellius in zijn Inscriptionvm Latinarvm selectarvm I (1828) 759, zegt hiervan: suspectissima est, en Talia enim fingere in proclivi erat iis, qui singularia captarent ('t is heel verdacht; en: zulke dingen te verzinnen was heel gewoon bij hun die 'n trek hadden naar 't zonderlinge). De tekstverbeteringen zijn uit hun aard duidelik, en ook volgens de tekst van Gruterus. - blz. 97 r. 22, 23. Ook alle latere uitgaven missen 't woord jaer, dat toch moeilik gemist kan worden. Die uitgaven zijn echter geen van alle door Vondel herzien (verg. Afwijkende lezingen, blz. 838). - blz. 144 vs. 866 en blz. 154 vs. 1069. Drijmael. Tot 1626 (nog in Geboortklock) schrijft Vondel volgens zijn uitspraak drij; later (vóór 1655) alleen in 't rijm (zo bijv. Bruyloftbed van 1627 vs. 143, verg. 180, 181, en Gijsbreght vs. 551); zie H. Moller ‘Vondel's spelling’, verg. Deel I, blz. 794, aant. op blz. 351. Verder heeft Vondel in dit treurspel overal drij (zo bijv. Opdracht r. 20; vs. 633, 635, 960, 1089 enz.). Alle latere uitgaven (nadrukken) hebben hier driemael, maar verder drij presies zo overgedrukt. - blz. 169, vs. 1403. Baleus, Flavius Josephus (Joodse Oorlogen 6:29) heeft Baleus; toch is mij gebleken, dat de juiste naam Daleus is, zoals Vondel in de tekst ook heeft. In twee Nederlandse vertalingen van Flavius Josephus (van 1636 t'Amstelredam bij Ian Evertss. Kloppenburgh en 1665 Tot Dordrecht, By Jacobus Savry) staat in de tekst Baleus, maar in 't register Josephus Dalei, en Josephus Dalei zoon. In de Lat. uitgaaf staat zo wel in de tekst als in 't register Dalaei. - blz. 181 vs. 1634. En kan hier geen goede zin geven. - blz. 193 vs. 1874. 't Vraagteken aan 't eind van de regel, heeft geen zin. - blz. 201 vs. 2065, heerdsté in de oude uitgave zonder teken op de e (zie vs. 2081). De t-spelling: vs. 164, leerd; 165 dreyd; 178 daeld; 211 draeyd; 241 bruld; 269 ontkend; 381 overwindze; 382 vierd; 525 jond; 663 haeld; 664 slingerd; 668 zweerd; 673 bekoord; 723 beveeld; 748 steld; 841 bruld; 862 Deyld; 899 leend; 902 Donderd; 910 woond; 920 dwaeld; 927 ontsteld; 1187 treurd; 1224 droomd; 1334 keerd; 1413 smaeld; 1460 treurd; 1466 verscheurd; 1469 schaemd; 1475 iond; 1497; Erbarmd; 1570 steld; 1596 woeld; 1599 Verheughd; 1615 wild; 1622 hoord; 1623 leyd; 1625 voorzeyd (zie voor leyd en zeyd, aan 't begin van deze Aantekeningen blz. 830); 1917 vermooghd; 1945 queld; 1975 hoord; 2084 iond; 2170 vervuld; 2334 steld.
DE HEERLYCKHEYD VAN SALOMON: Blz. 232 r. 34 ootmoetinge. - blz. 250, kanttekening naast vs. 323: vergunze. - blz. 251 vs. 349, polssen is hier onzin; 't Frans heeft: De quels bruians poulmons les vents sont enfantez; heeft Vondel 'n ogenblikkelike verwarring gehad tussen pouls en poulmons? vs. 354 bruyg'om. - blz. 254 vs. 395, de oude uitgave 't achterhalen. - blz. 259 vs. 509, een droom en praet is niet volstrekt onmogelik, maar toch erg zonderling; 't Frans heeft: Puis il discourt ainsi, mais c'est comme en songeant. - blz. 261 vs. 566. Van 't eerste kan onmogelik 'n goede zin geven; 't Frans heeft: La foi tousiour chancelle,
Elle a besoin d'une aide et non d'un tentateur,
Du premier instrument de l'antique menteur,
D'un venin qui mortel couche dedans ta couche,
Et qui l'impieté souffle dedans ta bouche.
Duidelik, dat Du premier instrument en D'un venin bijstellingen zijn van d'un tentateur. T'is niet onmogelik dat Vondel, 'n ogenblik misleid door Du, gedachteloos vertaald heeft Van 't eerste werktuig, hoewel hij in vs. 567 weer de goeie zin heeft met Noch gift, n.l. 't Vereischt (565).... noch gift... De woorden om haer (565) die Vondel bijgevoegd heeft, maken de gedachte ook onduidelik. - blz. 271 vs. 771. Arcadische heeft geen zin; het Frans heeft: Si bien que peu s'en faut qu'à leur son les Arcades,
Qu'à leur son les piliers ne facent des gambades.
Blz. 279 vs. 919, de verandering is noodzakelik volgens de zin; 't Frans heeft: Le moissonneur rosti quitte faux et iaueles. - blz. 288 vs. 1069 De Cherubs van de ark worden bedoeld. 't Frans zegt ook les Cherubins. - blz. 293 vs. 1168. Ook 't Frans heeft: d'une guiterne douce. - blz. 299 in de Klinckert, vs. 5 Hoe nae kan geen redelike zin geven. | |
[pagina 832]
| |
De t-spelling: vs. 2, steld; randschrift naast vs. 27 bekend; 59 voegd; 65 kend; 85 veughd; 367 kend; 541 zeyd; 542 leyd (zie voor zeyd en leyd, begin van deze Aant. blz. 830); 681 Liefd; 702 steld; 721 woeld; 906 iond; 1232 Band.
DE HELDEN GODES: Blz. 313, r. 138. Ziet en blz. 314 r. 149, het welck beide met kleine letter. - blz. 317 vs. 13. Slange vel (van elkaar); vs. 16 achter onbedacht 'n punt. - blz. 337 vs. 28 Van Lennep en Unger veranderen van hongher in den hongher. Beide uitgaven uit Vondel's tijd hebben van hongher dat alleen 'n goede zin geeft. - blz. 351 vs. 5 de (zonder afkappingskomma). - blz. 357 vs. 27 Opirisch. - blz. 391 vs. 11 Beon; vs. 27 Roome Rond. De t-spelling: blz. 325 vs. 20 roerd. - blz. 327 vs. 27 speeld. - blz. 333 vs. 28 waerd; 32 teld; 34 teld. - blz. 335 vs. 15 bond. - blz. 337 vs. 17 leyd. - blz. 345 vs. 5 buyghd; 11 verdoofd; 16 draeghd. - blz. 349 vs. 16 vernield. - blz. 363 vs. 21. Rend; 33 Beklaeghd; 34 Kend. - blz. 373 vs. 1. Vraeghd. - blz. 379 vs. 13, behaeld. - blz. 383 vs. 2 bewaerd.
OP DEN BURGHER-KRIJGH: blz. 396 vs. 7, d'uytheemschen (met kleine letter). AEN LAMBRECHT JACOBSZ: Blz. 397 in de tietel Aechtjtn. - blz. 403 in de ondertekening, I: v.V. OP KASSANDRAS TREURSPEL: blz. 404 vs. 3, achter oor 'n punt. KLINCK-DICHT: blz. 405 vs. 10. N't in plaats van Nu 't. - blz. 406 vs. 7, getuygd. OP ZACHARIAS HEYNS: blz. 408 vs. 1, aenschoud; vs. 2 bergd; vs. 3 vloeyd. OP HENDRICK DE KEYSER: blz. 411 vs. 2, abast. OP HET METALEN PRONCK-BEELD (van Erasmus): blz. 418 vs. 9, keerd. TOT LOF VAN ST. AGNES: Blz. 424 vs. 108, leid (zie begin van deze Aant. blz. 830). Geen enkele latere uitgave van Stalpaert's Vrouwelick Cieraet Van Sint' Agnes versmaedt is voór 1679 bekend. Vreemd - en dat geeft altijd nog enige twijfel of't gedicht wel van Vondel is - dat dit gedicht in geen enkele verzameling van Vondel's Poëzy ooit herdrukt is. Begrijpelik is dat we 't niet vinden in Verscheide Gedichten van 1644; Vondel heeft immers niet zelf deze uitgave verzorgd, en kreeg er pas heel op 't laatst kennis van. Ook is 't niet zo wonderlik dat de bundels van 1647 en 1660 't gedicht niet kennen. Maar in Vondel's eigen verzameling Poëzy van 1650 missen we 't toch node. Deze bundel had Vondel immers uitgegeven, juist om vast te leggen welke gedichten van hem waren, en de juiste tekst van die gedichten, vast te stellen. Brandt die geregeld Poëzy van 1650 volgt, heeft 't dus ook niet. Bij Stalpaert is 't ondertekend met I.V.V. en dat is Vondel's verkorte ondertekening; maar waarom is dit gedicht heel Vondel's lange leven vergeten? Wat de spelling betreft (zie aant. op vs. 100-101, blz. 424), de drukker geeft ook in Vondel's gedicht de spelling van Stalpaert, dus ook ii, en ckk of kk waar Vondel anders y, en ck heeft (maar in Vondel's gedicht heel onregelmatig).
LYCK-DICHT OP VORSTIUS: Blz. 427 vs. 11, Dien geeft ook 'n goede zin = voor hem (n.l. Cerberus); maar de enige uitgaaf die we van Vondel hebben Poëzy van 1650 blz. 482, heeft Die smeet hy blijkbaar zetfout voor Dies smeet hy, zoals ook Poëzy (1682) II blz. 24 leest; vs. 15, wschl. moet hier gelezen worden: op dat genade-rijck (volgens Poëzy 1650) = opdat Gods goedheid niet iedereen met rijke genade bestralen zal.
ALS JUFFROUW MAGDALENE HAREN BAAK TROUWDE: Blz. 430. Deze tekst (uit Bloemkrans) is de oudste die we hebben op Vondel's naam (in 't Register echter wordt dit dichtje niet onder Vondel genoemd); 'n oudere afwijkende tekst, hebben we van Anna Roemers die de volgende regels op 'n beker heeft gesneden (Fr. Kosmann: Gedichten van Anna Roemers Visscher blz. 29): Veel duijsent Baken sijn aen ieder een[?]/man[?] gemeen:
Maer gij, ô braven Baek! sijt voor dees' Maegd'alleen.
| |
[pagina 833]
| |
In de tekst van Anna Roemers is 't rijmpje erg onbeholpen van inhoud ('t ergst als men leest ‘ieder man’); en is hier gericht niet aan Magdalene van Erp, maar aan Joost Baeck; wat 'n heel opmerkelik verschil is met de beide teksten (van Bloemkrans en van Brandt) die op naam van Vondel staan (zie Afw. Lezingen). Waarschijnlik, zo lijkt 't mij, heeft Anna Roemers 't dichtje van Vondel gehoord en erg onnauwkeurig uit haar geheugen opgetekend. 'T lijkt mij heel onwaarschijnlik dat bovenstaande in die vorm de oorspronkelike tekst van Vondel zou zijn. Onmogelik is 't niet, dat Anna bovenstaand rijmpje gemaakt heeft, en Vondel (aan wie de woordspeling Maagd'alleen wel aanstond) 't in een slag tot 'n aardig en geestig dingetje omzette. Fr. Kosmann meent: ‘Zeker was Anna ook bedreven genoeg om een dergelijk epigram zelf te stellen, zoodat er geen reden is om aan te nemen dat zij een door Vondel gemaakt versje op den roemer gesneden zou hebben’ (blz. 29, noot 3). Voor bovenstaand epigram ja; maar de andere tekst draagt te duidelik, in tegenstelling met deze, 't keurmerk van Vondel's hand en geest.
HET LOF DER ZEE-VAERT: Blz. 432 vs. 9 kond, hier kan de d blijven staan; kond van kondet. - blz. 437 vs. 114, hen mengsel. - blz. 440 vs. 178, moet geven volgens de tekst van Zeespiegel 1631 en van Poëzy 1650; vs. 182, slabberdaen is geen bekende bijvorm van labberdaen wel abberdaen (zoals in de uitg. van 1650), hoewel Zeespiegel van 1627 en van 1631 ook slabberdaen hebben. - blz. 446 vs. 300, droeefste. - blz. 448 vs. 341, met 't juyteren kan geen goeie zin geven; daarenboven juyteren is 'n onbekend en onwschl. woord; hoewel opmerkelik is dat alle uitgaven vóór 1650 datzelfde hebben; 1650 heeft met vrolijckheit. De t-spelling vs. 103, leyd; vs. 124, daeld; vs. 271, ontseyd; vs. 272, schreyd; vs. 327, onderleyd; vs. 413, bekend (voor leyd en seyd zie begin van deze Aant. blz. 830).
VECHTZANGK: blz. 458 vs. 38, 't eng.
DE SALIGE TOORTSEN: Blz. 464 vs. 14, velsen. - blz. 472 vs. 188, toeleyd. - blz. 475 vs. 263, van loof heeft geen zin.
STRYD OF KAMP: blz. 494 onder 't gedicht, Einis.
BEGROETENIS AEN FREDERICK HENRICK: Blz. 512 vs. 86, 't effens. - blz. 518 vs. 203, gegriffit. De t-spelling: Hier heb ik voor 't eerst bij leyd en seyd de d laten staan, zie blz. 830.
DE AMSTELDAMSCHE HECVBA: Blz. 529, σεναγμῶν. - blz. 552 vs. 354 en blz. 574 vs. 840, de komma aan 't eind van deze verzen is ook volgens de uitgave van 1661 (zie Afwijkende lezingen). - blz. 569 vs. 723, wie. - blz. 585 vs. 1058, achter yl 'n punt. - blz. 587 vs. 1105, 'soverleders. - blz. 590 vs. 1173. De verbetering sout = sou 't, voor soud heeft de uitg. van 1660. - blz. 593 vs. 1229, Tethys is 'n andere zeegodin, echtgenote van Okéanos. - blz. 594 vs. 1254, achter toe dubbele punt. - blz. 596 vs. 1314, speelnood. - blz. 600 vs. 1388, griecken. - blz. 609 vs. 1604, jeughelijcke (zie Verbeteringen aan 't eind van dit deel). De t-spelling: vs. 205, Schreyd; vs. 1086, steld; vs. 1377, wind; vs. 1556, schreyd.
PALAMEDES: Blz. 618 Klinckert, achter vs. 8 'n komma. Blz. 619 regel 4, overtsulcx. - blz. 620 r. 27, gemaeck; r. 48, emo en num. - blz. 621 r. 55, radenaers; r. 63, achter queeckt 'n punt. - blz. 623 r. 108, Demiscere. - blz. 624 r. 133, rot inpl. van tot; r. 134, herseheppinghe. - blz. 627 r. 181, achter templo 'n punt; r. 185, Exillo; r. 195, Aengripen. - blz. 628 r. 212, achter Andromache 'n punt; r. 215, dr'areta. Blz. 631 regel 18, op gedraghen. - blz. 632 r. 23, vermeynde. - blz. 633 r. 63, achter Nauplius geen komma. Blz. 636 vs. 14, en billijck. - blz. 638 vs. 40, vlood. - blz. 639 vs. 60, achter sielen 'n komma; vs. 70, achter genot 'n komma. - blz. 640 vs. 75, al 't veelen; vs. 81, opmerkelik dat | |
[pagina 834]
| |
Vondel hier dezelfde fout heeft Chiton voor Chiron als in 't gedicht Lof-Zangh, toe-ge-eygent Mr. Willem Bartjens, Dl. I blz. 136 vs. 33; in alle latere uitgaven van Palamedes staat Chiron; vs. 90, Eeuboeer; vs. 91, achter doorgenomen 'n komma. - blz. 641 vs. 96, achter behooren 'n punt; vs. 99, der; achter lichten geen leesteken; vs. 102, achter vry geen leesteken; vs. 104, achter verraden geen leesteken; vs. 105, achter moort geen leesteken; vs. 110, achter Goon geen leesteken; vs. 111, achter lampen geen leesteken; vs. 112, achter dampen 'n punt. - blz. 642 vs. 117, achter gestut 'n punt; vs. 118, achter geschut 'n punt; vs. 124, verlicht. - blz. 643 vs. 149, Op gaf. - blz. 644 vs. 155, achter spellen 'n punt; vs. 159, van ('t eerste woord); vs. 160, achter vroomigheydt geen leesteken. - blz. 645 vs. 183 achter Aerd kommapunt. - blz. 647 vs. 225, achter bood 'n punt; vs. 230, achter kooren 'n punt; vs. 236, voerder. - blz. 648 vs. 242, Jthaca; vs. 262, achter versmaden 'n komma. - blz. 650 vs. 301, Jck. - blz. 651 vs. 309, Jn Troas; vs. 315, de persoonsaanwijzing Sisyphus is weggelaten. - blz. 653 vs. 356, achter ongelucken 'n komma. - blz. 654 vs. 371, krijhsvolck; vs. 373, 'deen; vs. 381, een wettighe. - blz. 655 vs. 407, de persoonsaanwijzing Ulisses is weggelaten; vs. 409, versehcen. - blz. 656 vs. 411, list'; vs. 420, achter voltrecken geen leesteken; vs. 424, 't ontslaen. - blz. 658 vs. 461, voorstaen; vs. 465, Jn. - blz. 659 vs. 470, achter baet geen leesteken; vs. 471, Jck; vs. 475, helpe. - blz. 660 vs. 492 achter Ajax kommapunt. - blz. 661 vs. 510, achter Goon 'n punt; vs. 511, kreunckelen; vs. 517, Wrock, en achter gepaeyt 'n komma. - blz. 662 vs. 521, achter kerckenplicht 'n punt; vs. 525, slecht; vs. 536, Fn. - blz. 663 vs. 550, priestersckap. - blz. 664 vs. 559, siyn. - blz. 665 vs. 583, raest, 'tkrijgsvorsten; vs. 584, de Griecxsche; vs. 588, achter Goden geen leesteken. - blz. 666 vs. 595, achter voeten geen leesteken; vs. 596, 't ontmoeten; vs. 601, t' getroost. - blz. 667 vs. 621, Grieckeland en 'n punt achter dit woord; vs. 633, God in. - blz. 668 vs. 657, 't ontvlien; vs. 665, Houvast zonder insprong; vs. 666, achter wereld 'n punt. - blz. 669 vs. 686 bacchus. - blz. 672 vs. 736, achter segh 'n komma. - blz. 673 vs. 745, dienars; vs. 758, schyn. - blz. 674 vs. 772, veldelgtse; vs. 776 twiffelt. - blz. 675 vs. 786, voór dit vers inpl. van voór 787 staat de persoonsaanwijzing Nes. (afkorting van Nestor); vs. 787, van waepen; vs. 790, voór dit vers inpl. van voór 791 staat de persoonsaanwijzing Aia. (afkorting van Aiax); vs. 791, voór dit vers inpl. van voór 792 de persoonsaanwijzing Aga. (afkorting van Agamemnon); vs. 795, achter Goden 'n komma. - blz. 676 vs. 797, bescheerr en 'n komma achter dit woord; de persoonsaanwijzingen Dio(medes) en Aga(memnon) (voor vs. 797 en 798) te hoog gedrukt; vs. 804, achter maecken 'n komma. - blz. 678 vs. 840, achter kabels 'n punt; vs. 846, van verraed. - blz. 679 vs. 847, achter verswelgh geen leesteken, en wy met kleine letter; vs. 848, achter ramen 'n komma; vs. 850, Stel; vs. 854, feyte. - blz. 680 vs. 872, haer en nyd. - blz. 681 vs. 888, Colhos; vs. 891, Gespanne. - blz. 682 vs. 911, stryn; vs. 912, herkracht, na snyen 'n komma; vs. 913, leyt; vs. 914, achter sy' 'n komma; vs. 918, achter looft dubbele punt: vs. 925, treck. - blz. 683 vs. 928, d'onfange; vs. 930, heerlyckeyt; vs. 931, achter volck geen leesteken (of uitgekrabd?). - blz. 684 vs. 947, achter vermogen 'n punt; vs. 965, achter steyl 'n punt. - blz. 685 vs. 971, 't ontyde; vs. 974, ons Wederspeeckt; vs. 977, syner stoet; vs. 981, blixem; blz. 686 vs. 987, Euripilus; vs. 997, achter ontsprong 'n punt. - blz. 687 vs. 1012, achter nood geen leesteken. - blz. 688 vs. 1022, weér. - blz. 689 vs. 1044, achter steygert 'n komma; vs. 1052, achter spreecken 'n komma; vs. 1054, Pelean; vs. 1061, bevleckt. - blz. 690 vs. 1067, eén; vs. 1074, achter gehecht 'n komma. - blz. 691 vs. 1097, d'Jthakois en Chalches; vs. 1099 veldheel. - blz. 692 vs. 1104, 't datme'; vs. 1107, Js; vs. 1112, achter wetten 'n komma. - blz. 693 vs. 1132, achter verrycken dubbele punt; vs. 1134, quetsten; vs. 1143, achter treden 'n punt. - blz. 694 vs. 1146, laesters; vs. 1162, achter aen 'n komma. - blz. 695 vs. 1163, achter schuldigh 'n komma. - blz. 696 vs. 1185, sehellems; vs. 1190, achter maer 'n komma, en vryspreeken; vs. 1194, aen'my. - blz. 698 vs. 1228, vant u. - blz. 699 vs. 1251, achter schamen geen leesteken; vs. 1253, ymer. - blz. 702 vs. 1317, achter spreeckt 'n punt. - blz. 705 vs. 1383, en speeljaght. - blz. 706 vs. 1394, achter t'samen 'n komma; vs. 1411, achter suur 'n komma. - blz. 708 vs. 1435, Calchis; vs. 1441, vadetlycke. - blz. 709 vs. 1470, achter onbeschroomt 'n komma. - blz. 710 vs. 1479, sneuvel; vs. 1481, | |
[pagina 835]
| |
woord. - blz. 711 vs. 1510, 't welck. - blz. 712 vs. 1516, oeffenende; vs. 1524, te kryen. - blz. 714 vs. 1562, 't tooren trans is hoogst onwschl.; trans is nooit het-woord, hoewel ogen-blikkelike verwarring met 't torenspits niet onmogelik is; trans komt niet zoveel in 't enkelv. voor, en 't betekent meermalen 't zelfde als spits n.l. 't hoogste punt, top van 'n boom, enz. - blz. 716 vs. 1604, hem reé. - blz. 717 vs. 1623, beé. - blz. 719 vs. 1657, toe heed; in de persoonsaanwijzingen boven vs. 1661 Ulyssis; vs. 1662, achter geseten kommapunt; vs. 1666, achter genooten 'n punt. - blz. 722 vs. 1717, achter mogen 'n punt?; vs. 1727, Noch, - blz. 725 vs. 1792, Jnnoos. - blz. 728 vs. 1846, Noch 't; vs. 1853, 't welck. - blz. 729 vs. 1868, achter ongeluck 'n komma. - blz. 731 vs. 1900, achter torts 'n punt. - blz. 733 vs. 1943, achter stoort geen leesteken; vs. 1950, achter gewandelt 'n komma. - blz. 734 vs. 1963, achter wraeck 'n punt. - vs. 1968 verkroopt. Hoewel alle andere uitgaven (ook 1652-vlgg.) verkropt hebben, is 't niet noodzakelik verkropt te lezen hier en in vers 2088 waar ook verkroopte staat (dus 'n gesloten o en geen open oo), want verkroopt is verklaarbaar. We hebben ook kreupel (en Mndl. kropel) naast Nederduits krüppel, en Eng. cripple ags. cryppel. - blz. 735 vs. 1997, veer; vs. 2001, achter steecken 'n punt. - blz. 736 vs. 2004, 'doude; vs. 2006, achter voordeel geen leesteken; vs. 2007, derlyck; vs. 2022 afgesteecke ringen: hoewel alle andere uitgaven (ook 1652-vlgg.) afgestreken hebben, is er geen reden om dit te veranderen. Ook 't Mndl. kent afsteken is de betekenis van afdoen, afnemen (zie Verdam Mndl. Wrdb. I, op afsteken 6) bijv. Enen orse den breidel afsteken, enz. Verg. ook ons 'n ring aan de vinger steken. - vs. 2025, achter sorrighvuldigh 'n komma. - blz. 737 vs. 2035, mannen; vs. 2038, leeeuwe; vs. 2040, een tygerdiers; vs. 2044, achter wast geen leesteken. - blz. 738 vs. 2050, heerlycke; vs. 2051, achter ongeval 'n punt; vs. 2053, achter wicklen 'n komma; vs. 2058, achter overspeeligh 'n punt; vs. 2062, D'oneerlycke, en achter singen 'n punt; vs. 2064, achter quaed 'n punt. - blz. 739 vs. 2072, achter bruyst 'n punt; vs. 2086, achter stevens 'n punt; vs. 2088 verkroopte, ook hier hebben alle latere uitg. verkropte, zie op vs. 1968. - blz. 741 vs. 2115 geveynselijck: zoals ook Mndl. gheveynselicken heeft (Con. Som. 46 b.), waar Verdam Mndl. Wrdb. II, kol. 1802 op Gevensdelicke wil verbeteren gheveynsdelicken. Ook in 't middel-nederduits komt gevinsliken of gevinsichliken voor (zoals ook Verdam t.a.p. zelf meedeelt). Geveynselyck is dan 'n aanpassing aan geveins; geveinsdelik komt van geveinsd. Ik moet ook hier opmerken, dat alle andere uitgaven geveynsdelijck hebben; vs. 2124, achter wassekaers geen leesteken. - blz. 743 vs. 2169, monden oogen; vs. 2175, frissen. - blz. 744 vs. 2177 o kancker van goe seden: niet alleen omdat alle andere uitgaven kancker hebben en niet kranker, maar ook omdat de uitg. van 1652-vlgg. 't woord pest hebben, is 't duidelik dat alleen kancker bedoeld kan zijn; vs. 2180, achter moordgheschreys geen leesteken; vs. 2183, sy selven. - blz. 745 vs. 2214, oeversjagen. - blz. 746 vs. 2232, boelschap. kroosts; vs. 2238, navelvisch. - blz. 747 vs. 2243, I haëtuse. - blz. 748 vs. 2257, achter bladen 'n komma; vs. 2269, 't aenschouwen. - blz. 752 vs. 2368, jouffers. De t-spelling. Inhoud: regel 67, steld. - Treurspel: vs. 40, vlood; vs. 531, ontblood; vs. 537, keerd; vs. 556, vlood; vs. 664, steld; vs. 1196, Ontkend; vs. 1374, spand; vs. 1448, steld.
OP BARNEVELT: blz. 753 vs. 2, bergen.
KLINCKERT (Aen schippers en Stuyrluyden): blz. 758 vs. 13, achter tyd 'n punt.
ORANJE MAYLIED: De oudst bekende hier afgedrukte tekst is niet door Vondel zelf verzorgd (Poesy 1647); de drie veranderingen zijn daarom genomen uit de oudst bekende tekst die we van Vondel zelf hebben (Poëzy 1650). Wel heb ik voor 't hele gedicht de oudste tekst afgedrukt, omdat Vondel in zijn uitgave van 1650 dikwels vroegere teksten gewijzigd heeft (verg. Dl. I, blz. 795 de aant. over de Uytbreyding over den 19 Psalm Davids).
GEBOORTKLOCK: Blz. 767 in 't Klinckdicht vs. 1, Den hemel, in deze tijd is De Hemel bij Vondel nog d'emel. Vondel versmelt de slotklinkers met de beginklinkers achter de h nog tot 1629 (zie vs. 1 | |
[pagina 836]
| |
van de opdracht van Zegesang). - blz. 772 vs. 95, drijmael; dit is 't laatste gedicht waar Vondel nog drij schrijft buiten 't rym; zie vs. 167 en vs. 289 (maar ook in vs. 588, driemael). - blz. 774, verziert, mogelik schreef Vondel in deze tijd dit woord ook in de betekenis van verzinnen nog met s voor de z-klank, zoals in veel andere woorden. - blz. 775 vs. 169, vlijd, Vondel schrijft dit met d (zie ook vs. 257), omdat ie waarschijnlik vlijden (hoewel ten onrechte) als de oorspronkelike vorm voelde, (in vs. 183 staat echter vlijt.) - blz. 780 vs. 304, draeght. - blz. 782 vs. 355, Briautè. - blz. 783 vs. 401, daecken. - blz. 794 vs. 719, achter sijn 'n kommapunt. - blz. 803 vs. 978, achter leggen dubbele punt. De t-spelling: vs. 119. jond; vs. 521, verheughd; vs. 535, sweld; vs. 691, wind; vs. 701, schreyd.
OP DR. JOAN FONTEYN, blz. 805: Unger zegt in zijn uitgave van Vondel deeltje 1626-1629, blz. 49 over dit bijschrift: ‘Overgenomen uit een achttiende-eeuwsch handschrift, met gedichten van en tegen Vondel, in het bezit der firma E.J. Brill te Leiden. Het gedicht wordt hier voor de eerste maal gedrukt en is zonder twijfel van Vondel.’ Op ons verzoek aan de Firma N.V. Boekhandel en Drukkerij voorheen E.J. Brill, Leiden, om dit handschrift te mogen inzien, kregen wij 't volgende antwoord: ‘Het spijt ons zeer U te moeten teleurstellen, want ons is niets bekend van een achttiende-eeuwsch handschrift met gedichten van en tegen Vondel. Of dit jaren geleden mogelijk in het bezit van de firma geweest is, zouden wij niet durven beweren. De vroegere firmanten Van Oordt en Stoppelaar zijn reeds meer dan twintig jaren overleden zoodat ook wij niet weten tot wien wij ons om inlichting zouden kunnen wenden.’ Ik kan dus niet beoordelen, of 't gedicht werkelik van Vondel is, evenmin de juiste tekst vast stellen.
BEDE: Blz. 814, in 't Latijnse onderschrift vs. 1, saevres (zo in alle uitgaven). De t-spelling: vs. 2, plaegd. |
|