De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

[p. 805]

tekstkritische noten

TEKSTKRITIEK: vs. 2 blaekten, Ungers uitgave heeft blaekte. - vs. 3, Unger's uitgave heeft achter fonteyn 'n komma.

[Gedichten]

Op Dr. Joan Fonteyn.aant.aant.aant.^*

Soo strekt dat wyse breyn een geessel voor de koortsen
Die 't menschelyk geslagt steets blaekten met haer toortsen.
Soo strekt hy een fonteyn van Heylsame artsenye
En Hollands Hypokraet, daer Aemstels burgerye⁴
Eer 't spits ontbieden sou, als sulk een te gemissen.⁵
Vergeefs beeld Muller uyt het ligt met duysternissen.⁶

* Van 1626. Afgedrukt volgens de tekst van J.H.W. Unger in de werken van J. van den Vondel (1626-1629), blz. 49, naar 'n 18 d'eeuws handschrift.
Vondel maakte dit dichtje op 'n portret van Fonteyn, geëtst door Jan Hermansz. Muller (zie vs. 6) naar eigen ontwerp, volgens anderen naar 'n portret door Thomas de Keyser.
Joan Fonteyn: zie blz. 304 In de tietel.

4 Hypokraet: geneesheer; Hippókrates was 'n vermaard geneesheer bij de oude Grieken, 5e eeuw v. Kr.

5 't spits ontbieden sou: zou willen vechten; letterlik de speer (de punt van de speer) zou uitdagen.

6 Vergeefs tracht Muller met zijn donkere etsschaduwen dit licht (dit heil) van de mensen uit te beelden.