Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1879. Praatjes vullen geen gaatjes,Ga naar eind1879d.w.z. woorden helpen niet, waar men daden moet zien; hetzelfde als het lat. non replenda est curia verbis (Journal, 28); bij Campen, 5: callinge is mallinghe, doen is een dinck; zie ook aldaar: schoone woorden en vullen ghienen sack; Goedthals, 135: veel woorden en vullen den sack | |
[pagina 187]
| |
niet; Prov. Comm. 783: veel woerden en vullen ghenen budel (zie Bebel no. 248); schoon woorden en ghelden geen gelt (H. de Luyere, 19); Idinau, 59: de woorden en vullen den sack niet; Winschooten, 162: woorden vullen geen sak; V.d. Venne, Holl. Sinne-droom, 18: Een schoone praet en vult geen sack; H. Doolh. 25: Nu wat zal ik noch veel seggen, woorden vullen doch geen sak; Adagia, 55: schoone woorden en vullen den sack niet, peculium re non verbis augetur; ook vindt men: praatjes vullen den buik niet (K.U.E. 223); zie Harrebomée I, 103 a; II, 482 a; III, 364 b; Schuermans, 504 a; Joos, 135; Antw. Idiot. 657; Menschenw. 532: Proatjes legt d'r gain aiers. Eerst in de 18de eeuw wordt in de klucht van het Leydze Bier-huys (1758), bl. 25 aangetroffen: ‘Dat zyn maar praatjes, en dat vult by my geen zakken noch geen uitgehaalde gaatjes’; doch Sewel kent nog alleen praatjes vullen geen zakken, words are no deeds. Vermoedelijk heeft terwille van het rijm de spreekwijze den tegenwoordigen vorm aangenomen. Zie Molema, 336 b; fri.: wirden folle gjin sekken of lûd sprekken folt gjin sekken; afrik. praatjies vul nie gaatjies nie en vgl. Zooals het reilt en zeilt. Synoniem is het Zuidnederlandsche woorden zijn geen oorden (Schuerm. 872 a; Joos, 185) en klappen of praten zijn geen oorden (Rutten, 113 a; De Cock1, 302; Antw. Idiot. 996; Schuerm. Bijv. 251 a). In het hd. grosze Worte machen den Sack nicht voll (Wander V, 427); voor 't nd. zie Taalgids V, 166; eng. empty words don't fill the pocket. |
|