Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekendF.A. Stoett, Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden. W.J. Thieme & Cie, Zutphen 1923-1925 (vierde druk).
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S. Ned. 1931 en 1932
algemene opmerkingen
Dit bestand bevat, behoudens enkele hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de vierde druk van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden van F.A. Stoett uit 1923 (eerste deel) en 1925 (tweede deel). Het origineel dateert uit 1901.
redactionele ingrepen
In het bestand zijn aan het begin van de delen respectievelijk de deeltitels ‘[Eerste deel]’ en ‘[Tweede deel]’ ingevoegd als kop.
De noten achterin het tweede deel, op pagina 553 tot en met 562, zijn als eindnoten bij de betreffende lemma's opgenomen en zijn herkenbaar aan hetzelfde nummer als het lemma zelf. Als noot bij de kop ‘Aanvullingen en Verbeteringen’ op pagina 553 was de volgende tekst opgenomen: ‘Prof. L. Grootaers, te Leuven, had de vriendelijkheid mij verschillende minder juiste fr. vertalingen aan te wijzen en te verbeteren.’.
Bij de ‘ingangen’, waarin meteen naar een ander nummer wordt doorverwezen, is achter dit nummer een asterisk geplaatst. Hierop kan geklikt worden om het betreffende lemma te kunnen lezen. Verder zijn voor zover mogelijk verwijzingen in de lopende tekst via hyperlinks gekoppeld aan het genoemde lemma.
Deel 1, p. 12: uit uit → uit; ‘hy laat den aap uit de mouw springen’.
Deel 1, p. 78: In de lopende tekst ontbreekt een verwijzing naar noot 6. Het nummer is door ons alsnog in de tekst aangebracht.
Deel 1, p. 388, noot 1): Kon. → Kor.: ‘vgl. 2 Kor. 1, 20: Want so vele beloften Godts als'er zijn, die zijn in hem Jae, ende zijn in hem Amen, Gode tot heerlijckheyt door ons.’
Deel 2, p. 126: Noot 1 heeft in het origineel geen verwijzing in de lopende tekst gekregen. We hebben de noot naar beste inzicht alsnog in de tekst geplaatst. Hetzelfde geldt voor noot 4 op pagina 212.
De ‘Errata en addenda’ van pagina 639 uit het tweede deel zijn doorgevoerd in de lopende tekst en hieronder in het colofon opgenomen. Op pagina 571 van het eerste deel is aan de hand hiervan een lemma toegevoegd, dat daardoor geen nummer heeft gekregen.
Bij de omzetting van het oorspronkelijke tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1: p. II, deel 2: p. II, p. 640) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
Deel 1:
[pagina ongenummerd (p. I)]
Nederlandsche Spreekwoorden, Spreekwijzen, Uitdrukkingen en Gezegden
naar hun oorsprong en beteekenis verklaard door
Dr F.A. STOETT
VIERDE DRUK
EERSTE DEEL
ZUTPHEN - W.J. THIEME & CIE - 1923
Deel 2:
[pagina ongenummerd (p. I)]
Nederlandsche Spreekwoorden, Spreekwijzen, Uitdrukkingen en Gezegden
naar hun oorsprong en beteekenis verklaard door
Dr F.A. STOETT
VIERDE DRUK
TWEEDE DEEL
ZUTPHEN - W.J. THIEME & CIE - 1925
[pagina 639]
Errata en addenda.
966* l. à hue et à dia.
2679 trouwer l. trouver.
Looden pijpen, samen deelen
wordt gebezigd als iemand iets vindt of een buitenkansje heeft. Hij, die er getuige van is, roept dan deze woorden om te kennen te geven, dat hij er zijn aandeel in wil hebben. De zegswijze is een dievenuitdrukking. Vgl. Amsterdammer, 30 Mei 1925, p. 11: De kapers hadden er ('t oude pesthuis) vrij spel. Het was hoofdzakelijk het zware, in ontzaglijke hoeveelheden aanwezige lood, dat de nokken, dakvensters en goten van dit groote bouwwerk bedekte, hetwelk het ontgelden moest. Bij karvrachten werd het er vandaan gehaald. Lood stond bij deze heeren steeds in hoog aanzien. Vandaar het spreekwoord: Looie pijpen, samen deelen.