Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend236. Er met de grove (breede) bijl in hakken,d.w.z. ruw, driest, ook verkwistend te werk gaan; fig. groote woorden gebruiken, snoeven. In de 17de eeuw komt de uitdr. voor bij Winschooten, 25: Hij hakter met een breede Bijl in: dat is, oneigendlijk hij gaat ruim te werk, hij snijd geweldig op. Zie ook Paffenr. 121; Van Effen, Spect. III, 36; Sewel, 142: Er met de breê byl inhakken, to exagerate, to puff, to tell stories; Halma, 260; Gy hakt'er met de kerfbyl in, vous taillez en plein drap; vous êtes un grand hableur; bl. 92: Ergens met de breede bijl in hakken, ruim spreken, faire | |
[pagina 91]
| |
le fanfaron; De Arbeid, 6 Maart 1915 p. 2 k. 3: De ‘kwakende leiders’ van het N.A.S. hakken er maar met de groote bijl op in. Zij vragen niet waar het vandaan moet komen. - Bij verkorting ook er in hakken, in de zegswijze hij of dat hakt er in, dat kost geld (Harreb. III, 28). Bij Molema, 152 a: d'r mit de heksebiele insloagen (of inhouen); in het fri.: hy slacht er mei de stompe bile yn, dat te vergelijken is met hy snijt omstikken, dat de sydstikken der nei fleane, eig. hij snijdt groote stukken, dat er kleine navliegen: fig. hij snijdt op (W. Dijkstra 335 a); ook bet. mei de greate (stompe) bile der ynhouwe, plompweg iets zeggen (Fri. Wdb. 138 a); hy docht it mei lange stappen en de rûge bile, in 't ruwe. In Zuid-Nederland: er diep in toe kappen, overdrijven (zie Volkskunde XI, 163); er met de klos onder slagen, misdoen, afroffelen (Antw. Idiot. 672); er met den groven borstel (fr. à la grosse brosse), de grove bijl, den groven (of vuilen) bessem deurgaan, met geweld handelen (Waasch Idiot. 106; 267); zie Ndl. Wdb. II, 2620; vgl. opsnijden en het eng. to throw, fling, sling the hatchet, opsnijden. |
|