Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 868]
| |
[615] Troost aan mevrouwe Ameelia, oudprincesse van Oranje, &c.aant.Elk sucht, Prins Frederik is dood, maar niemands hart,
Als 't uw, Princes, gevoelt daar van 20 harden smart.
Ik roeme, Ameelie, u ten troost, de Prins die leeft,
Hoewel zyn minlik oog niet sichtbaar voor u sweeft.
5[regelnummer]
Wie roemryk op de tongh des werrelds om gaat sweeven,
Leeft die ook niet? so sien uw ooren hem noch leven.
Of wil haar hoogheit wat aanmerkelyker blyk?
Sy slaa haar starren op den neef van Freederyk:
Dien neef, die eedle spruit, waar Holland, naar een mist,
10[regelnummer]
Een klaare son uit hoopt, die grootvaars spoor niet mist,
O wat een blyschap waar 't den Peetren dien t'onthaalen!
Doch wat het dichte vat bewaart zal niet verschalen.
|
|