Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermdJoannes Six van Chandelier, Gedichten (ed. A.E. Jacobs). Van Gorcum, Assen 1991 (2 delen)
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de Gedichten van Jan Six van Chandelier, in de editie van A.E. Jacobs uit 1991. Deze editie is gebaseerd op Poësy van J. Six van Chandelier. Verdeelt in ses boeken, en eenige opschriften uit 1657.
redactionele ingrepen
deel 1, p. 1: de kop 'Deel 1' is tussen vierkante haken toegevoegd
deel 1, p. 44-52: de kop 'Op het blanketten van 't vrouwvolk in Spanje.' is tussen vierkante haken toegevoegd
deel 1, p. 62-66: de kop 'Afbeeldinge en wydinge van Roselle, en haare bestraffinge.' is tussen vierkante haken toegevoegd
deel 2, p. VII: de kop 'Deel 2' is tussen vierkante haken toegevoegd
deel 2, p. 1: de kop 'Klinkdichten' is tussen vierkante haken toegevoegd
deel 2, p. 97: de kop 'Vyf gedichten' is tussen vierkante haken toegevoegd
deel 2, p. 101: de kop 'Spadichten' is tussen vierkante haken toegevoegd
deel 2, p. 218: de kop 'Dichtbosch, het eerste deel' is tussen vierkante haken toegevoegd
deel 2, p. 409: de kop 'Dichtbosch, het tweede deel' is tussen vierkante haken toegevoegd
deel 2, p. 685: de kop 'Dichtbosch, het derde deel' is tussen vierkante haken toegevoegd
deel 2, p. 820: de kop 'Ongebundelde gedichten' is tussen vierkante haken toegevoegd
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1: p. 2, 98, 100, 160, 162, 204, 386, 670, 804 en 852; deel 2: p. VI, X, XII, XLVIII, L, 848, 884 en 930) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel 1, pagina ongenummerd (p. I)]
j. six van chandelier / gedichten
[Deel 1, pagina ongenummerd (p. II)]
monumenta literaria neerlandica v, i
Uitgegeven onder auspiciën van het Bureau Basisvoorziening
Tekstedities der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
Wetenschapscommissie: W. van den Berg, Amsterdam; W. Blok, Groningen; W.P. Gerritsen, Utrecht; E.K. Grootes, Amsterdam; F.J. van Ingen, Amsterdam; A.M. Musschoot, Gent; M.A. Schenkeveld-van der Dussen, Utrecht; H.T.M. van Vliet, secretaris
COPYRIGHT
Copyright van deze uitgave © 1991 Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Amsterdam
[Deel 1, pagina ongenummerd (p. III)]
koninklijke nederlandse akademie van wetenschappen
J. Six van Chandelier
Gedichten
Studie-uitgave met inleiding en commentaar,
verzorgd door A.E. Jacobs
Deel 1 / Teksten
Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1991
[Deel 1, pagina ongenummerd (p. IV)]
cip-gegevens
koninklijke bibliotheek, den haag
Six van Chandelier, J.
Gedichten / J. Six van Chandelier; studie-uitg. met inl. en comment., verz. door Anne Evert Jacobs, - Assen [etc.]: Van Gorcum
Uitg. onder auspiciën van het Bureau Basisvoorziening Tekstedities der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
isbn 90-232-2606-2 (set dl. 1 en 2)
Dl. 1: Teksten. - (Monumenta literaria neerlandica, issn 0167-5044; 5, 1)
isbn 90-232-2617-8 geb.
nugi 951
Trefw.: Six van Chandelier, J. (gedichten) / gedichten; oorspronkelijk.
[Deel 2, pagina ongenummerd (p. I)]
j. six van chandelier / gedichten
[Deel 2, pagina ongenummerd (p. II)]
monumenta literaria neerlandica v, i
Uitgegeven onder auspiciën van het Bureau Basisvoorziening Tekstedities der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
Wetenschapscommissie: W. van den Berg, Amsterdam; W. Blok, Groningen; W.P. Gerritsen, Utrecht; E.K. Grootes, Amsterdam; F.J. van Ingen, Amsterdam; A.M. Musschoot, Gent; M.A. Schenkeveld-van der Dussen, Utrecht, H.T.M. van Vliet, secretaris
COPYRIGHT
Copyright van deze uitgave © 1911 Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Amsterdam
[Deel 2, pagina ongenummerd (p. III)]
koninklijke nederlandse akademie van wetenschappen
J. Six van Chandelier
Gedichten
Studie-uitgave met inleiding en commentaar,
verzorgd door A.E. Jacobs
Deel 2 / Commentaar
Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1991
[Deel 2, pagina ongenummerd (p. IV)]
cip-gegevens
koninklijke bibliotheek, den haag
Six van Chandelier, J.
Gedichten / J. Six van Chandelier; studie-uitg. met inl. en comment., verz. door Anne Evert Jacobs, - Assen [etc.]: Van Gorcum
Uitg. onder auspiciën van het Bureau Basisvoorziening Tekstedities der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
isbn 90-232-2606-2 (set dl. 1 en 2)
Dl. 2: Commentaar. - (Monumenta literaria neerlandica, issn 0167-5044; 5, 2)
isbn 90-232-2618-6 geb.
nugi 951
Trefw.: Six van Chandelier, J. (gedichten) / Nederlandse poëzie; tekstanalyse.
[Deel 2, pagina ongenummerd (p. V)]
Beknopte inhoudsopgave[1 De inhoudsopgave van het eerste deel van deze editie is opgenomen in de uitgebreide inhoudsopgave van de commentaar in het tweede deel.]
Woord vooraf vii | |
inleiding xi | |
1. | De tekst en de editie xiii |
2. | De commentaar bij historische teksten xx |
3. | De commentaar bij gedichten van Six van Chandelier xxx |
4. | De dichter en zijn gedichten xxxv |
5. | Enkele praktische aanwijzingen en opmerkingen vooraf xlv |
commentaar xlix | |
Lijst van geraadpleegde werken 849 | |
Register van namen 885 | |
Uitgebreide inhoudsopgave 931 | |
Afbeeldingen 947 |
[Deel 2, pagina 931]
Uitgebreide inhoudsopgave
Beknopte inhoudsopgave v | |
Woord vooraf vii | |
inleiding xi | |
1. | De tekst en de editie xiii |
2. | De commentaar bij historische teksten xx |
3. | De commentaar bij gedichten van J. Six van Chandelier xxx |
4. | De dichter en zijn gedichten xxxv |
5. | Enkele praktische aanwijzingen en opmerkingen vooraf xlv |
commentaar xlix | |
In deze inhoudsopgave van de commentaar is ook de inhoudsopgave van het tekstdeel opgenomen. | |
Klinkdichten i | |
[1] | Grafdicht op Dukdalf 3, 1 |
[2] | Spanjes en Hollands orakel 4, 2 |
[3] | Seegesangh over de neederlaagh der Spaansche vloote in Duins 5, 3 |
[4] | Aan de sark van myn vaader en broeder 6, 4 |
[5] | Op geld 7, 5 |
[6] | Troost in de sterflykheit 8, 6 |
[7] | Beklagh over de dood van Joachim Hiddingh 9, 6 |
[8] | Op de wedloop van Tobias de Hem 10, 7 |
[9] | Kristus geboorte en leeven gewoogen teegen syn lyden 11, 8 |
[10] | Proef van liefde aan Roselle 12, 9 |
[11] | Op twistige steeghjes gebuuren 13, 10 |
[12] | Op de aangenaamde stilligheit des nachts 14, 11 |
[13] | Troost aan juffrouw 15, 12 |
[14] | Geboortvermaaninge aan iuffrouw Susanna Simons vander Loef, mijne moeije 16, 13 |
[15] | Dank aan Hendrik Laurents Spiegel, voor een mandeken met persen 17, 14 |
[16] | Het begin des leevens is het begin des stervens 18, 15 |
[17] | Aan Gerrit Brand de ouden. Om myn uurwerkje 19, 16 |
[18] | Antwoord aan Gerrit Brand den iongen 20, 17 |
[19] | Op kennep 21, 19 |
[20] | Op Kersnacht 22, 20 |
[21] | Aan Roselle. De liefde verraadt sich selve 23, 20 |
[22] | Aan Roselle. De liefde waart altijd om het geliefde 24, 21 |
[23] | Op Kristus heemelvaart 25, 21 |
[24] | Droom aan myne meederymers 26, 22 |
[25] | Op een servet, aan de schouwmantel van Roselle 27, 23 |
[Deel 2, pagina 932]
[26] | Beede om gunst, aan S.L. 28, 23 |
[27] | Op de schoonicheit van Roselle, aan de selve 29, 24 |
[28] | De schoonigheit van Roselles gemoed, booven haar gelaat gepreesen, aan de selve 30, 26 |
[29] | Op den oploop te Parys, om een drukker van een lasterschrift, op de kooninginne en kardinaal, door 't volk van de galge verlost 31, 26 |
[30] | Op een schilderye aan de solderinge eenes kaamers te Fonteinebleau 32, 27 |
[31] | Op myne eensaame reise, een groot stuk weeghs door Vrankryk 33, 29 |
[32] | Myne onversaadlikheit van Roselles schoonigheit. Aan de selve 34, 30 |
[33] | Op d'uitsteekende hoedanicheeden van Roselle 35, 31 |
[34] | Myne wanhoop aan Roselle 36, 31 |
[35] | Op het koopergeld in Spanje 37, 32 |
[36] | Op des kooninghs weigeringe aan syn soon, versoekende om dry uuren te moogen regeeren 38, 33 |
[37] | Hoe nietich dat de pracht der kooningen zy 39, 34 |
[38] | Blyde welkomst der kooninginne te Madrid 40, 35 |
[39] | Schrobbe aan een onweetenden Spanjaard 41, 36 |
[40] | Sluikerye in Spanje door behulpsaamheit der paapen 42, 37 |
[41] | Op het blanketten van 't vrouwvolk in Spanje. i 43, 39 |
[42] | Op het blanketten van 't vrouwvolk in Spanje. ii 44, 40 |
[43] | Op het blanketten van 't vrouwvolk in Spanje. iii 45, 40 |
[44] | Op het blanketten van 't vrouwvolk in Spanje. iv 46, 41 |
[45] | Op het blanketten van 't vrouwvolk in Spanje. v 47, 42 |
[46] | Op het blanketten van 't vrouwvolk in Spanje. vi 48, 42 |
[47] | Op het blanketten van 't vrouwvolk in Spanje. vii 49, 43 |
[48] | Op het blanketten van 't vrouwvolk in Spanje. viii 50, 43 |
[49] | Op het blanketten van 't vrouwvolk in Spanje. ix 51, 44 |
[50] | Op het blanketten van 't vrouwvolk in Spanje. x 52, 45 |
[51] | Op de ongelykmaaticheit der bruggen oover de rivieren van Sivilie en Madril 53, 45 |
[52] | Op het voorspreekerschap van Abraham Grenier den iongen van Middelburgh, te Angiers verdient 54, 47 |
[53] | Aan Abraham Grenier den iongen, rechtsgeleerden van Middelburgh, tegenwoordigh te Angiers 55, 49 |
[54] | Sucht naa het vaaderland, op de reise door het geberghte Morena 56, 51 |
[55] | Aanvechtinge geleeden te S. Lukas 57, 53 |
[56] | Aandacht op myn dertighjaarigen ouderdom en quellycke miltsucht 58, 54 |
[57] | Op myne doolreise tusschen Port S. Marye, en Granade 59, 55 |
[58] | Aademscheppinge langhs de riviere Dauro 60, 56 |
[59] | Afbeeldinge en wydinge van Roselle, en haare bestraffinge. i 61, 58 |
[60] | Afbeeldinge en wydinge van Roselle, en haare bestraffinge. ii 62, 59 |
[61] | Afbeeldinge en wydinge van Roselle, en haare bestraffinge. iii 63, 59 |
[62] | Afbeeldinge en wydinge van Roselle, en haare bestraffinge. iv 64, 60 |
[63] | Afbeeldinge en wydinge van Roselle, en haare bestraffinge. v 65, 61 |
[64] | Afbeeldinge en wydinge van Roselle, en haare bestraffinge. vi 66, 62 |
[65] | Aan de rivier Genyl 67, 63 |
[66] | Op het mirakel van een schielyken storm te Granade, aan onse Lievrouwe 68, 64 |
[67] | Afscheid van Granade 69, 65 |
[Deel 2, pagina 933]
[68] | Op de sodomiterye van Florencen 70, 67 |
[69] | Aan Florencen 71, 68 |
[70] | Aan Raimond de Smeth 72, 69 |
[71] | Aan Abraham Grenier den iongen rechtgeleerden te Middelburgh 73, 70 |
[72] | Aan Hendrik Laurents Spiegel 74, 71 |
[73] | 't Leeven van meenigh reiselingh in Italien, aan een vaader 75, 72 |
[74] | Aan Pieter Klaaver 76, 73 |
[75] | Verklaaringe teegen arghwaan, oover myn dicht ter eere van den kooningh van Spanje 77, 74 |
[76] | Op het ontbeeren van den waaren godsdienst 78, 75 |
[77] | Rome wel besiens waardich 79, 76 |
[78] | Op een ontsegh my gedaan 80, 78 |
[79] | Op den bergh Vesuvius, en het Swaaveldal 81, 79 |
[80] | Afscheid uit Rome van R. Anslo. Aan den selven 82, 80 |
[81] | Aan T.D. 83, 81 |
[82] | Op het aanhooren van oovereenstemmend gesangh en snaarspel 84, 82 |
[83] | Aan den brandenden Vesuvius 85, 83 |
[84] | Aan myne vrienden 86, 84 |
[85] | Op de vastelaavond te Venecie, aan de selve 87, 85 |
[86] | Berouw op de weeromreis van Venecie, aan Michiel Soetens schilder 88, 86 |
[87] | Op het overlyden van Fredericus Kesselerus. Leeraar der Gereformeerde Gemeinte 89, 87 |
[88] | Aan N.v. Liebergen 90, 88 |
[89] | Op de dood van Pieter Wachtendorp, Gereformeert Leeraar 91, 89 |
[90] | Laatste eere aan Katarina Jehev. Weduwe wylent Ioost Iuliens 92, 90 |
[91] | Dwaasen roem 93, 91 |
[92] | Amsterdam aan Joannes Rulitius, Leeraar der Gereformeerde Hooghduitsche gemeinte, op syn afscheid van haar 94, 92 |
[93] | Beede aan Eolus, om goeden wind, en seegen, voor onse vloote 95, 94 |
[94] | Ontroeringe van geest op het besichtigen van myn vaaders en broeders lyken 96, 95 |
[95] | Dank aan Joan Rademacher, voor het leenen van C. Huigens oogenblikken 97, 96 |
Vyf gedichten 99 | |
[96] | 's Amsterdammers Winter 101, 97 |
[97] | Schetse van Venecie 126, 130 |
[98] | Afraadinge van vreede, met de teegenwoordige regeeringe van Engeland 138, 147 |
[99] | Gierigheits wooninge en gestaltenisse 144, 153 |
[100] | Eklips of verduisteringe der sonne, aan de schrikkigen voor den dagh des oordeels 154, 164 |
Spadichten 161 | |
[101] | Leeven te Spa 163, 171 |
[102] | Om geneesinge myner miltsiekte, aan de Spafonteinen 174, 188 |
[103] | Ter eere van de fonteine Saveniere 177, 191 |
[Deel 2, pagina 934]
[104] | Ter eere van de fonteine Pouhon 178, 192 |
[105] | Ter eere van de fonteine Geronster 179, 195 |
[106] | Ter eere van de fonteine Tonnelet, of Tonneken 181, 197 |
[107] | Ter eere van de fonteine Nieuwe Geronster of Klein Tonneken 182, 198 |
[108] | Spasangh. Op de wyse vanden 6. Psalm 184, 201 |
[109] | Wild tuilken, aan Raimond de Smeth 186, 201 |
[110] | Op het dooden van een slangh 188, 203 |
[111] | Van 't schaapevleisch te Spa, aan Raimond de Smeth 189, 204 |
[112] | Trouwen raad om naa het Spa te koomen [...] 191, 206 |
[113] | Tydkortingh te Spa, aan Raimond de Smeth 192, 207 |
[114] | Raad om naa 't Spa te koomen, aan alle miltsuchtigen 195, 211 |
[115] | Verantwoordinge, oover een bruiloftdicht, berispt door Raimond de Smeth, aan den selven 196, 212 |
[116] | Aan Simon Dilman geneesheer t' Amsterdam 198, 214 |
[117] | Dankbaarheit, en afscheid aan 't Spa 199, 215 |
[118] | Vaar wel, aan 't Spa 202, 218 |
Dichtbosch, het eerste deel 203 | |
[119] | Het boek, aan den leeser 205, 218 |
[120] | Afscheid aan myn rymen 208, 223 |
[121] | Begin met God 210, 225 |
[122] | Toorenbouw, aan de graavers 212, 226 |
[123] | Troost aan Sirikzee, oover 't verlies van Pieter Wittewrongel, Kerkenleeraar, hier beroepen 214, 228 |
[124] | Brandmerk, aan Niklaas Follyn 217, 232 |
[125] | Op doodshoofden, en geraamten van beesten, ten huise van Jan Gerritsen Indies heelmeester. Aan den selven 219, 235 |
[126] | Op de soete stem van Susanna le Fever 220, 236 |
[127] | Aan Roselle 221, 238 |
[128] | Het ooverleeden soontje van Gerrit Paapenbroek, aan syn vaader 222, 239 |
[129] | Aan het nachtegaaltjen 223, 240 |
[130] | Prente van een gierigen ambassadeur 225, 242 |
[131] | Bruiloftnacht van Kaspar van Keulen, en Katarina Opmeer 226, 243 |
[132] | Myn vaaders lyk my toespreekende 228, 245 |
[133] | Nooddruft is genoegh 229, 247 |
[134] | Weeromslach aan W.B. oover syn laster teegen my, neeven dry andren 231, 248 |
[135] | Dank, aan Manuel Spranger. Voor kaaviaar 232, 249 |
[136] | Beklagh oover de schierlyke en ongesiene dood mynes vaaders. Aan myne oogen 233, 251 |
[137] | Meedelyden, met Joanna Juliens, huisvrouwe van dr. Wilhelm Boogaard 235, 252 |
[138] | Kontrefeytsel van Roselle 236, 253 |
[139] | Grafdicht, op myn vaader 239, 255 |
[140] | Treurdicht oover de dood van myn broeder Jakob 240, 256 |
[141] | Aan J.A. 241, 257 |
[142] | Dankdicht, aan Simon Dilman, geneesheer 242, 258 |
[143] | Troost aan mijn moeder, oover 't verlies van myn broeder Iakob 244, 260 |
[Deel 2, pagina 935]
[144] | Op tweelingen, malkander seer gelykende 246, 261 |
[145] | Bruids inhaal. Aan Francois de Koster, en Anna van Baseroode 247, 261 |
[146] | Steetuinkroon aan Joannes Snippendal 249, 264 |
[147] | Kroone des deughds 250, 265 |
[148] | Mooi weer, aan Simon Dilman geneesheer 251, 267 |
[149] | Op langhduurigen reegen 253, 268 |
[150] | Trouw, van Samuel Kaffart, met Sofia Dorhout 255, 270 |
[151] | Op Spadonem 257, 272 |
[152] | Aan Venus 258, 273 |
[153] | Op het kontrefeitsel van Susanna Bex lijk: aan heuren man Jan de Neufville, myn neef 259, 273 |
[154] | Moed aan het Fransche heeir op den intocht in Vlaanderen 261, 275 |
[155] | Lesse aan het mesje van Roselle 264, 277 |
[156] | Reisgeluk, aan het jacht Griffioen, vaarende, met myn broeder Joost, naa Nieuw Batavie 267, 280 |
[157] | Engelsche raasernye 269, 282 |
[158] | Rariteiten te koop 272, 285 |
[159] | Vraage, om aaderlaatinge, aan Simon Dilman, geneesheer 277, 289 |
[160] | Weerstuit, aan T.D. 279, 291 |
[161] | De Diemermeir, aan Marten van Halewyn den ouden 280, 292 |
[162] | Op de Pinxterbloem der straatkinderen 282, 295 |
[163] | Val van Haarlems Flora 283, 297 |
[164] | Engelsche staatsucht 285, 299 |
[165] | Dankdicht, aan Jakob Breine te Dantsich, voor een paar barnsteene hechten 286, 300 |
[166] | Aan Arnoud van Someren 288, 301 |
[167] | Grafschrift 289, 302 |
[168] | Ander 290, 303 |
[169] | Kooninghlyk schavot te Londen, in plaat gesneeden, door Krispyn van de Pas 291, 303 |
[170] | Misleide onnooselheit 294, 307 |
[171] | Bruiloftsangh, aan Joannes Abeels getrouwt met Anna de Bra 296, 309 |
[172] | Oostkappele, aan Abraham Grenier den Jongen 298, 310 |
[173] | Huldekroon, aan den heer Geerard Bikker, Drost te Muiden, Baljuw van Gooiland, en Weesperkarspel 301, 314 |
[174] | Vischmaal, aan Manuel Spranger 303, 316 |
[175] | Klaghte aan Simon Dilman geneesheer 305, 317 |
[176] | Roosekrans, aan Roselle 306, 319 |
[177] | Verrukkinge der sinnen, aan Joannes Hoorenbeek, dr., profr., en predikant t'Uitrecht: en Simon Dilman geneesheer 307, 320 |
[178] | Eerste steen van het stadthuis t'Amsterdam, [...] 311, 323 |
[179] | Lykklaghte, oover Roelof Pieterse, Kerkenleeraar 313, 326 |
[180] | Op den tooren te Middelburgh 315, 328 |
[181] | Rouwe van A.K. oover M.v.H. 316, 329 |
[182] | Wensch des Eenhoorns 318, 330 |
[183] | Op Titus Andronikus. Van Jan Vos. Aan den selven 319, 331 |
[184] | Dankoffer, aan Gesondheit 320, 333 |
[185] | Afkeer van Isabelle 322, 335 |
[186] | Op het H. Nachtmaal 323, 336 |
[Deel 2, pagina 936]
[187] | Vrouwen macht 324, 337 |
[188] | Op Roselles oogen 325, 337 |
[189] | Kusje 326, 338 |
[190] | Bruiloft van Jan de Neufville, en Elisabeth Brouwer 327, 338 |
[191] | Vrysangh 329, 340 |
[192] | Aan J.v.K. 330, 341 |
[193] | Heugenisse, aan een heuveltjen, buiten Naarden 331, 341 |
[194] | Geboortuur, aan Johanna Dilman, myn nichte 333, 344 |
[195] | Blaame van gemaakte schoonheit 334, 345 |
[196] | Aan de meestresse van N.S. 335, 346 |
[197] | Vergenoeginge met Roselle, aan de selve 337, 348 |
[198] | Brief aan Roselle 338, 348 |
[199] | Roselles oogen 339, 349 |
[200] | Aan Roselle oover een stuk meloen 340, 350 |
[201] | Aan Geeraard Vossius 341, 350 |
[202] | Grafschrift 342, 351 |
[203] | Pinxterfeest. Op de wyse van den 30 Psalm 343, 352 |
[204] | Op het boek Euthanasia, of Welsterven, van Joannes Hoorenbeek 345, 353 |
[205] | Nieuwjaar aan Roselle 346, 354 |
[206] | Gekroonde schryfkonst 348, 356 |
[207] | Moed teegen Portugal 350, 358 |
[208] | Kusje 351, 359 |
[209] | Antwoord, aan vrienden, waarom ik niet trouwe 353, 361 |
[210] | Rykdom des gemoeds 354, 362 |
[211] | Brief aan Hans Baard te Haarlem 355, 363 |
[212] | Fooi 356, 364 |
[213] | Beraad, of het niet goed waar Vreede met Spanje 359, 366 |
[214] | Kristelyk geloof 362, 372 |
[215] | Hooghloffelijke gedachtenisse, van Freedrik Henrik, Prince van Oranje 363, 373 |
[216] | Wisselbank 366, 381 |
[217] | Paardegraf 368, 383 |
[218] | Toewydinge aan de Vreegodinne 370, 386 |
[219] | Vreughdesangh, oover den eeuwigen Vreede, met Spanje 371, 390 |
[220] | Vreedelof 374, 397 |
[221] | Kraampracht 376, 402 |
[222] | Myns leevens sukkelinge. Op de wyse van Mariaas Lofsangh 377, 402 |
[223] | Spanjes vreede 378, 403 |
[224] | Op het boeck, Het lof des Heilgen Geests, van Roelof Pieterse 379, 405 |
[225] | Grafschrift op - - 380, 405 |
[226] | Op het heiligh graf 381, 406 |
[227] | Op het bontgenootschap van Spanje, en 't vereenight Neederland 382, 407 |
[228] | Aan Margarite 383, 408 |
[229] | Op quaade tongen 384, 409 |
Dichtbosch, het tweede deel 385 | |
[230] | Afscheid, aan het boek 387, 409 |
[231] | Klachte oover ingenoomen artsenye, aan Simon Dilman, geneesheer 388, 411 |
[Deel 2, pagina 937]
[232] | Koddenaartje 389, 412 |
[233] | Grafschrift, op Klaas Jansen Vischer 391, 413 |
[234] | Op het boek, Examen bullae papalis, quâ P. Innocentius abrogare nititur pacem Germaniae, van Joannes Hoorenbeek 392, 414 |
[235] | Schrikspiegel, om niet naa Engeland te reisen 393, 415 |
[236] | Brief, aan Joannes Hoornbeek, te Uitrecht 395, 417 |
[237] | Nahuiswensch 397, 420 |
[238] | Onweer, op de grensen van Spanjen 400, 422 |
[239] | Kinderschutterye, aan Spanje 406, 429 |
[240] | Beedelmusyk, te Tholouse 408, 431 |
[241] | Blyde inkomste te Madrid, van Maria Anna van Oostenryk, kooninglyke bruid van Spanje 409, 432 |
[242] | Geboortekrans van Amaranth, aan Katharina Jeheu, weduwe wylent Joos Juliens 411, 434 |
[243] | Eigenwysheit, dwaasheit 413, 436 |
[244] | Uitroep om hoornafsetters 414, 438 |
[245] | Vraage, van een Spanjaard, aan den Turkschen ambassadeur, en syne antwoorde 416, 440 |
[246] | Tempel, aan den kooningh van Spanje 419, 443 |
[247] | Opdracht van den Tempel, aan den kooningh van Spanje 423, 449 |
[248] | Op d'aanstaande wandelinge van de kooninginne, na Casa del Campo, of het Landhuis 424, 451 |
[249] | Spanjes heerschappye, afgebeeldt aan een der triumfboogen 425, 453 |
[250] | Op de schoonheit van de kooninginne, aan de selve 426, 453 |
[251] | Op een torssend bultenaartjen 427, 454 |
[252] | Brief, aan Theodore Dodeur 428, 455 |
[253] | Jooden kerkhof te Livorno 432, 462 |
[254] | Anders 433, 463 |
[255] | Schenk van Italjaanen, aan een Hooghduitschaard 434, 464 |
[256] | Damspel, om geld teegen ooverblyfselen van heiligen, van Kapucynen, met den scheepskoopman, op zee tusschen Alikante en Genua 435, 465 |
[257] | Antwoord, op mijn klinkdicht, van Rynbrand Anslo, te Rome 438, 468 |
[258] | Myn antwoord, aan den selven 439, 469 |
[259] | Op het beeldenkontrefeitsel van Hendrik Bakker, schilder, van Koppenhagen, te Rome, aan den selven 441, 472 |
[260] | Op het schelden van J.O. te Rome, van de schilders Virgilius gedoopt 442, 473 |
[261] | Geheim in den misbouw van Sint Pieters Kerck, te Rome 443, 474 |
[262] | Op het koopre beeld van Sinte Pieter, in de groote kerk, hem toegewydt, te Rome 444, 474 |
[263] | Welkomste in Rome 445, 475 |
[264] | Beklagh oover de dood van Jakob Holbeek, F. Kesseleer, en R. Pieterse, predikanten. Aan Katarina Jeheu 447, 476 |
[265] | Op den toenaam van Adriaan Geldhof 450, 480 |
[266] | Op den selven 452, 481 |
[267] | Op het kontrefeitsel, van R. Anslo. Door Bronkhorst, te Venecie, aan den selven 453, 481 |
[268] | Grafschrift 454, 483 |
[269] | Op een boetsenmaaker 455, 484 |
[Deel 2, pagina 938]
[270] | Op Amsterdam 456, 485 |
[271] | Aan Rafäel - - - 457, 486 |
[272] | Op myn half hembd, aan H.B. 458, 487 |
[273] | Een stuk van een meloen, aan Manuel Spranger 459, 487 |
[274] | Grafschrift, op Aris Elbertse Snoek 460, 488 |
[275] | Grafschrift op I.V. 461, 488 |
[276] | Op de komste der Vreegodinne in het Stadhuis 462, 488 |
[277] | Lauwer en olyfkrans om 't Princenhoofd 463, 489 |
[278] | Op het afgebrooken dicht van Frankus, door P. Ronsard 464, 490 |
[279] | Goudsucht 465, 491 |
[280] | Een gebrek t'Amsterdam 467, 493 |
[281] | Aan Simon Dilman geneesheer 468, 494 |
[282] | Borgerkroonen voor de Bikkers 469, 494 |
[283] | Op het graf, der dry Princen van Orangjen 471, 496 |
[284] | Begroetenisse oover de eerstgeboorte van Joannes Hoorenbeek, doctr, professor, en predikant te Uitrecht 472, 497 |
[285] | Op de verdronken Diemermeer, aan den reiser 473, 499 |
[286] | Op de reise door Tirool, met Michiel Soetens schilder: aan den selven 474, 499 |
[287] | t'Huisblyvens beede, aan Jan Druivestein, te Venecie 480, 509 |
[288] | Op geschildert marmer, door Michiel Soetens 482, 511 |
[289] | Schetse van Venecie, opgedraagen aan Jan van Aalst, Jan Druivestein, Pieter Sluijer, Jan van Uffele, en Abraham Heirmans, kooplieden aldaar 483, 512 |
[290] | Grafschrift 485, 514 |
[291] | Op d'Olifantsbrugh 486, 515 |
[292] | Op het Pesthuis 487, 516 |
[293] | Op het selve 488, 516 |
[294] | Aan myn neef 489, 516 |
[295] | Lauwerier, aan Joannes Dilman, beweert hebbende de inleidinge der geneeskonste 490, 517 |
[296] | Grafschrift 492, 519 |
[297] | Op een roomer, by A. van Heeden, aan den selven 493, 520 |
[298] | Booven onse tuindeur 494, 521 |
[299] | Sinnebeeld op een tamboers silvere borstplaat. Op het versoek van Manuel Spranger 495, 521 |
[300] | Op den rouw der erfgenaamen van Joannes Lowis 496, 521 |
[301] | Antwoord aan Isaak Fokquier 497, 522 |
[302] | Geluk op reis, aan Antoni Duivelaar 500, 524 |
[303] | Lyktraanen, oover Andries Bikker, heer van Engeleburgh, raad, en oud burgemeester, &c. 502, 526 |
[304] | Koude in de hondsdaagen 504, 528 |
[305] | Stadhuisbrand 505, 529 |
[306] | Teegen 't lasterschrift op Gerrit Brand 510, 535 |
[307] | Dankdicht, aan Kornelis Sladus, regeerder der Latynsche schoolen, aan d'oude syde 514, 540 |
[308] | Opdracht van de Amsterdamsche Winter, aan Simon Dilman, geneesheer 520, 547 |
[309] | Op kostelyke kleeren 523, 550 |
[310] | Inval, op het besichtigen van het kooninglyke graf Pantheon, in 't Eskuriaal 524, 550 |
[Deel 2, pagina 939]
[311] | Reegenrym, in de Diemermeer, op de hofstee van Katarina Jeheu 525, 551 |
[312] | Op de hartseerige dood van Francois K. 526, 552 |
[313] | Op H.S. 527, 553 |
[314] | Blyde begroetinge, aan Abraham Grenier den ouden, oover de weederwelvaarentheit van synen soone 528, 554 |
[315] | Rad van aaventuur 531, 557 |
[316] | Klachte, oover het ooverlyden van Wilhelm Bakker, raad, tresorier, en oud burgemeester, &c, en Henrik Geldorp, kerkenleeraar, en de rampsaaligheeden deeser staat 534, 559 |
[317] | Brief, neevens eenige rymen, aan Joannes Hoorenbeek, doctr, profr, en predikant te Uitrecht 537, 563 |
[318] | Op den Herstelden Leeuw 538, 563 |
[319] | Sorgeloos leeven 540, 566 |
[320] | Op het kontrefeitsel van myn vaader saaliger 542, 567 |
[321] | Eerste steen, van de Nieuwe Kerks tooren, geleit, door Kornelis Bakker, soone van den heer Wilhelm Bakker, burgemeester 543, 568 |
[322] | Kusje 545, 571 |
[323] | Op de woorden: My dorst. Aan Jesus Kristus aan 't kruys 546, 571 |
[324] | Begraavenisbrief aan myn neef Joannes Hoorenbeek 547, 572 |
[325] | Rouwmantel achter het lyk van Kasper van Baarle 548, 573 |
[326] | Eigenselfs spiegel 550, 575 |
[327] | Prins Freedrik Hendrik, de schild des vaaderlands 551, 576 |
[328] | Op het geestigh dochtertjen, van Simon Dilman, geneesheer 552, 578 |
[329] | Voor de Diakonye 553, 578 |
[330] | Grafschrift van Petrus Tulp 554, 578 |
[331] | Ervaarentheit, meestresse van weetenschap 555, 579 |
[332] | Neetelen 557, 580 |
[333] | Aan I.B. voor I.S. 561, 593 |
[334] | Dank aan Jakob Breine te Dantsich, voor verscheide geschenken van barnsteene konst, door syn soon Jakob meegebracht 562, 594 |
[335] | Zielmisse, aan Pieter van Alteren Fiskaal der Admiraaliteit 564, 595 |
[336] | Hangelroede, aan Arnoud van Someren 565, 596 |
[337] | Op de kusjes, van Joannes Sekundus 568, 598 |
[338] | Op het barsten van myn pistool, teegens buskruid 569, 599 |
[339] | Braamen 572, 603 |
[340] | Verdorventheit der Natuure 573, 604 |
[341] | Grafschrift, op Geeraard Vossius 575, 605 |
[342] | Scheepskroon, voor Marten Harpertse Tromp, ridder, L. Admiraal van Holland en Zeeland 576, 605 |
[343] | Wraake 581, 611 |
[344] | Geboortlaurier, aan Joanna Dilman 582, 612 |
[345] | Papierebeen voor Jan van Galen, bevelhebber, en vryheer van de Middellandsche zee 583, 613 |
[346] | Wanhoop om vruchtverlies, aan de sonne 585, 614 |
[347] | Lange mantel, achter het lyk van Jan Bikker burgemeester 586, 615 |
[348] | Bruyloftbed van Joos de Smeth den jongen en Maria Fassin 588, 617 |
[349] | Kontrefeitsel van Olivier Kromwel 591, 619 |
[350] | Op den bidaavond 594, 622 |
[351] | Voogelroer aan Pieter Loones 597, 624 |
[Deel 2, pagina 940]
[352] | Ydel ooghmerk van boekschryven 599, 626 |
[353] | Troost aan Abraham Grenier, rechtsgeleerden, oover de dood van syn vaader 601, 628 |
[354] | Uitvaard van Marten Harpertse Tromp, ridder, L. Admiraal van Holland, en Zeeland &c. 604, 630 |
[355] | Heemelrouwe, oover de dood van den selven 606, 632 |
[356] | De koninghlyke regeeringe, met de byen, vergeleeken 607, 633 |
[357] | Dank, voor een gerookten salm, aan Pieter Loones 610, 634 |
[358] | Geluk, aan den weleedlen Jakob van Wassenaar, [...] 612, 635 |
[359] | Voor een huis, in de Diemermeer 615, 638 |
[360] | S. Martyn 616, 639 |
[361] | Duitschlands vreede, aan Kristina der Sweeden, Gotten, en Wenden kooninginne 617, 639 |
[362] | Op de dood, van Jan Klaasse de Dood 619, 641 |
[363] | Horatius Liersangen, in Hollands vertaalt door J.v. Vondel. Aan den selven 620, 641 |
[364] | Voorspel van vreede, [...] 622, 644 |
[365] | Sucht oover de dood, van Jakob Breine den ouden, te Dantsich 625, 647 |
[366] | Troost aan W. Kodde vander Burgh, [...] 627, 649 |
[367] | Dank voor gesonde geneesmiddelen, aan Abraham Grenier rechtsgeleerden te Middelburgh 630, 650 |
[368] | Erkentenisse, aan Amandus Fabius, priester in St. Kornelis klooster, en opsiender des hofs daar aan geleegen, te Nineve 632, 653 |
[369] | Versoek, aan Karel Boele, pensionaris, en griffier te Nineve, om het voorigh rym te doen bestellen 634, 654 |
[370] | Op K. Boom, burgemeester 635, 655 |
[371] | Aan Jan van Mansdale 636, 656 |
[372] | Aan K.I. 637, 657 |
[373] | Grafschrift, op Francois de Koster 638, 657 |
[374] | Voorwind, naa Nieuw Batavie, [...] 639, 657 |
[375] | Op het seggen, dat ik gepoeetiseert had, en poeeten leugenaars zyn, aan Geeraard Hulft 642, 662 |
[376] | Grafschrift op Abraham le Fever, bewindhebber der Noordsche maatschappye 643, 663 |
[377] | Antwoord aan Abraham Grenier, [...] 644, 663 |
[378] | Op burgemeester Albert Bas 645, 666 |
[379] | Olyfkrans, oover de verbonde handen, van Engeland, en 't vereenight Neederland 646, 666 |
[380] | Liefdes voorbeeld, afgebeeldt door P. Rubbens 648, 668 |
[381] | Welkomst, aan Joannes Dilman, van Leiden, naa hy geneesheer was gemaakt, alvooren hebbende beweert, wat raasernye was 650, 671 |
[382] | Amsterdamsche rondheit 652, 673 |
[383] | Bussekruid vervloekt. Aan myn moeder 653, 674 |
[384] | Vermaaninge 655, 675 |
[385] | Op Jan Jansen de Dood, smid t' Amsterdam, die sich selven van den steen heeft gesneeden, afgebeeldt door Savooi 657, 676 |
[386] | Heemelvaardssangh. Op de wyse van den 68. Psalm 658, 678 |
[387] | Op de dry ysre kouwen, van Jan van Leiden, en syne medschuldigers, booven aan St. Lamberts tooren, te Munster 660, 679 |
[Deel 2, pagina 941]
[388] | Aan Venus 662, 681 |
[389] | Schilderye, van Mucius Scevola 664, 682 |
[390] | Muisenjaar 665, 682 |
[391] | Op Blaamrym 666, 683 |
[392] | Onbeschoftheit van Jan Rap en maat, onder de lesse oover eklips, geleesen door Alexander de Bie, professoor in de starrekonst 668, 685 |
Dichtbosch, het derde deel 669 | |
[393] | Raad aan den geenen, die myn rymen mishaagen 671, 685 |
[394] | Londensche cipressen, op het graf van Kornelis Bikker, heere van Swieten, &c. Burgemeester, en raad t' Amsterdam 672, 686 |
[395] | Beleeftheits schaaduw, aan den eedlen Jan Gournei, heere te Houghton 674, 688 |
[396] | Buskruids donder, en blixem, te Delft 675, 690 |
[397] | Prognostikaaci 678, 693 |
[398] | Aan het bierglas 679, 694 |
[399] | Trouw van Robbert Kaffart, en Maria Wyntjens 681, 695 |
[400] | Aan P.K. 684, 697 |
[401] | Verrukkinge van sinnen 685, 697 |
[402] | Op D.E. 686, 699 |
[403] | Trouw van Joannes Dilman geneesheer, met Elisabeth de Vry 687, 699 |
[404] | De waarom, van myne vrymoedige reise, naa Engeland 690, 701 |
[405] | Lykbalsem 692, 704 |
[406] | Op het vryen van Abraham Grenier, rechtsgeleerden, aan den selven 694, 705 |
[407] | Antwoord, aan den selven 699, 709 |
[408] | Op de leedige uuren, van C. Huigens, ridder &c. 700, 710 |
[409] | Noodiginge ten Avondmaal. Op de wyse van den 24 Psalm 701, 710 |
[410] | Trouwdagh, van Abraham Grenier, rechtsgeleerden 702, 711 |
[411] | Toemaate, onder Abraham Greniers antwoorde 705, 714 |
[412] | Antwoord op de toemaate, aan den selven 706, 715 |
[413] | Boerde, aan den selven 709, 717 |
[414] | Waarschouwinge, aan den selven 710, 718 |
[415] | Meely, met den selven 711, 719 |
[416] | Savooische tirannye 712, 719 |
[417] | Op het burgemeesterschap, van den heer Hendrik Dirkse Spiegel 717, 724 |
[418] | Droom 719, 725 |
[419] | Lof der werken des Heeren 720, 726 |
[420] | Schyn bedrieght 722, 727 |
[421] | Kracht des gelds 723, 728 |
[422] | Deughd, en ondeughd 724, 728 |
[423] | Op de reedenstryd, oover de kooninghlyke siekte, te Leiden gehouden, door Geeraard Worst, voor syn geneesheerschap 725, 728 |
[424] | Verjaardagh, van Kornelis Simons vander Loef 727, 731 |
[425] | Hoovaardyes dwaasheit 728, 731 |
[426] | Geusemirakel 729, 732 |
[427] | Muggejacht 731, 734 |
[428] | Op het Latynsche dankdicht, van Amandus Fabius, [...] 733, 735 |
[429] | Op myne reise, naa Londen, aan myne suster, Katarina 735, 737 |
[Deel 2, pagina 942]
[430] | Aan D.D. 737, 739 |
[431] | Gedachtenisse, aan Susanna Simons vander Loef 738, 740 |
[432] | Intree der regeeringe van Amsterdam in het Stadhuis. [...] 740, 741 |
[433] | Onweer te Vlissingen 742, 743 |
[434] | Klachte, oover Ypren 744, 744 |
[435] | Duinkerken in swym 745, 746 |
[436] | Mildicheit, aan Tomas Alein, Sjerif van Londen 746, 747 |
[437] | Slachtmaand t' Amsterdam, in pesttyd 749, 750 |
[438] | Lesse, aan myn broeder Wilhelm 751, 751 |
[439] | Op K. Huigens Oogenblikken 753, 753 |
[440] | Andwoord, aan Joan Radermacher 754, 754 |
[441] | Weederandwoord, aan den selven, [...] 755, 754 |
[442] | Derde antwoord, aan den selven 756, 756 |
[443] | Afbeeldinge, van Abraham Balde, door Vincentius Malo 757, 757 |
[444] | Dank, aan Bonavontura Koegelen van Dortmond, geneesheer, voor het geneesen mynes hands 758, 757 |
[445] | Seldsaame dronkenschap, van V.M. 760, 759 |
[446] | Leste antwoord, aan Joan Radermacher 761, 760 |
[447] | Op de reedenstryd, van de lydinge des krunkeldarms, door Bonaventura Koegelen van Dortmond, alvooren hy, t'Uitrecht, geneesheer wierd 762, 761 |
[448] | Op versmaade erkentenisse voor het geneesen mynes hands, door Bonaventura Koegelen van Dortmond, aan den selven 763, 761 |
[449] | Afbeeldinge van Eduward Gournei, door Vincentius Malo 764, 763 |
[450] | Oesters te Kolchester 765, 763 |
[451] | De vreese des Heeren, het begin der wysheit 766, 765 |
[452] | Beede, aan Karel Gabry, om syn geselschap ter middaghmaal 768, 766 |
[453] | Klachte oover ondankbaare vrinden 769, 767 |
[454] | Brief, aan myne moeder 770, 767 |
[455] | Op het vuilbekken van A.B. 772, 770 |
[456] | Afscheid van Engeland 773, 770 |
[457] | Onweer, op weeromreis, uit Engeland, aan matroos 774, 771 |
[458] | Godt meest te laaten sorgen. Op de wyse van den 21 Psalm 776, 772 |
[459] | Zeelaurier der heerschappye van Venecie 778, 773 |
[460] | Op het nimmer verjaaren van G. Houvast 781, 776 |
[461] | Ontrouwe vrienden. Op de wyse van den 88 Psalm 782, 777 |
[462] | Brand van Aken 784, 778 |
[463] | Godsaalicheit voor grootsheit 787, 780 |
[464] | Roosenfestoen van Daniel Segers schilder, vereert aan syne Hoogheit Freedrik Hendrik 789, 781 |
[465] | Aandacht, op Kristdagh, aan myn suster Katarina, op heur geboortdagh 790, 782 |
[466] | De droes, uit myn paard gedreeven 791, 782 |
[467] | Dank, aan Isaak de Bra. Voor een besoarsteen, van Rio de Plata meegebracht, en my vereert 792, 783 |
[468] | Brief, aan R. Anslo, te Rome 793, 784 |
[469] | Op een paar silvere kandelaaren, van Francois van Emmerik vereert, aan Adriaan Goverts 797, 789 |
[470] | Verjaargety, van myne moeder 798, 790 |
[471] | Boetsangh. Op de wyse van den 130 Psalm 799, 790 |
[Deel 2, pagina 943]
Opschriften 803, 792 | |
[472] | Op my selven 805, 792 |
[473] | Hebreeusche spraake 805, 793 |
[474] | Heemel, helle, en aarde 805, 793 |
[475] | Eeuwigheit 806, 793 |
[476] | Luis 806, 793 |
[477] | Toovenaar 806, 793 |
[478] | Voogel 807, 793 |
[479] | Aarend 807, 793 |
[480] | Moffel 807, 794 |
[481] | Engeland 808, 794 |
[482] | Kat 808, 794 |
[483] | Fasant 808, 794 |
[484] | Duif 809, 794 |
[485] | Bewaar uw vuur, en kaarsen wel 809, 795 |
[486] | Vier uuren heeft de klok 809, 795 |
[487] | Struis 810, 795 |
[488] | Kraan 810, 795 |
[489] | Vergulde kop 810, 796 |
[490] | Vastelaavend 811, 796 |
[491] | Penne 811, 796 |
[492] | Scheermes 811, 796 |
[493] | Leeuw 812, 796 |
[494] | Spreeuw 812, 797 |
[495] | Nachtegaal 812, 797 |
[496] | Houtsnep 813, 797 |
[497] | Waatersnep 813, 797 |
[498] | Bedde 813, 797 |
[499] | Brood 814, 798 |
[500] | Jong lyk 814, 798 |
[501] | Spiegel 814, 798 |
[502] | Vischnet 815, 798 |
[503] | Menschwerdinge 815, 798 |
[504] | Henne, en ei 815, 798 |
[505] | Gans 816, 799 |
[506] | Hoorndraager 816, 799 |
[507] | Beedelaar, op de poortsbrugge 816, 799 |
[508] | Tongh 817, 799 |
[509] | Harnaschmaaker 817, 800 |
[510] | Varsche pruimen 817, 800 |
[511] | Kaapers 818, 800 |
[512] | Kanarievoogel 818, 800 |
[513] | Leven, na d'oude spellinge 818, 800 |
[514] | Vink 819, 801 |
[515] | Sim en Meerkat 819, 801 |
[516] | Blaauwe scheen 819, 801 |
[517] | Rome 820, 801 |
[518] | De vyf sinnen 820, 801 |
[Deel 2, pagina 944]
[519] | Gesicht 820, 802 |
[520] | Gehoor 821, 802 |
[521] | Reuk 821, 802 |
[522] | Smaak 821, 802 |
[523] | Gevoelen 822, 802 |
[524] | De werld uitgeschildert 822, 802 |
[525] | Meloen 822, 803 |
[526] | Geld, en goed stopt geen gierigheit 823, 803 |
[527] | Reiger 823, 803 |
[528] | Exter 823, 803 |
[529] | Raave 824, 803 |
[530] | Gelas 824, 804 |
[531] | Inkt 824, 804 |
[532] | Gedrukt boek 825, 804 |
[533] | Waapenen 825, 804 |
[534] | Aardkloot 825, 804 |
[535] | Sonnewyser 826, 805 |
[536] | Joffrouw, en paap 826, 805 |
[537] | Blanketsel 826, 805 |
[538] | Beste kleed 827, 805 |
[539] | Afbreekinge der Blokhuisen 827, 805 |
[540] | Dronken rym 827, 806 |
[541] | Vrywilligh rasphuis 828, 806 |
[542] | Afbeeldingen 828, 806 |
[543] | Loth op 't geberghte Soar 828, 806 |
[544] | Waardicheit der sprake 829, 806 |
[545] | Konkommers 829, 807 |
[546] | Kiekendief 829, 807 |
[547] | Spinnewebbe 830, 807 |
[548] | Kraai 830, 807 |
[549] | Konynen 830, 807 |
[550] | Adams val 831, 807 |
[551] | Tangh 831, 808 |
[552] | Blaase 831, 808 |
[553] | Aader 832, 808 |
[554] | Seenuwe 832, 808 |
[555] | Been 832, 808 |
[556] | Penmes 833, 808 |
[557] | Sleutel 833, 808 |
[558] | Oost, en WestIndische maatschappye 833, 809 |
[559] | Schimpvoogel 834, 809 |
[560] | Pieter K. Hoofd 834, 809 |
[561] | Bril 834, 810 |
[562] | Heemelkloot 835, 810 |
[563] | Laïs schoonigheit 835, 810 |
[564] | Hoenderhok, in de Diemermeer 835, 810 |
[565] | Nacht, en dagh 836, 811 |
[566] | Vaarsenmaaker 836, 811 |
[567] | Misdaadiger 836, 811 |
[Deel 2, pagina 945]
[568] | Jan Vos 837, 811 |
[569] | K.P. 837, 811 |
[570] | Slot 837, 812 |
[571] | Klooster 838, 812 |
[572] | Langhduurigheit der schilderye 838, 812 |
[573] | Kalkoet 838, 812 |
[574] | Raap 839, 813 |
[575] | Slangevel 839, 813 |
[576] | Abels lyk afgebeeldt 839, 813 |
[577] | Geloof 840, 813 |
[578] | K. Huigens 840, 814 |
[579] | J.v. Vondel 840, 814 |
[580] | Lam 841, 814 |
[581] | Koekkoek 841, 814 |
[582] | Kraanen 841, 814 |
[583] | Danäe geschildert 842, 815 |
[584] | Haan 842, 815 |
[585] | Sponse 842, 815 |
[586] | Hei 843, 815 |
[587] | Sydeworm 843, 816 |
[588] | Anders 843, 816 |
[589] | 's Werrelds vorm 844, 816 |
[590] | Dagh des oordeels 844, 816 |
[591] | Paapegaai 844, 816 |
[592] | Kapitool 845, 816 |
[593] | Kartouw 845, 817 |
[594] | Schip 845, 817 |
[595] | Slangh 846, 817 |
[596] | Aadel 846, 817 |
[597] | Haase 846, 817 |
[598] | Vyge 847, 818 |
[599] | Vleermuis 847, 818 |
[600] | De paauw 847, 818 |
[601] | Sondagh 848, 818 |
[602] | Een paap 848, 818 |
[603] | Engelsche sop 848, 819 |
[604] | Grootheit der sonde 849, 819 |
[605] | Staateesels 849, 819 |
[606] | Myn uiterste wil 849, 819 |
[607] | Besluit 850, 820 |
Ongebundelde gedichten 851 | |
[608] | Iaar-dicht [...] 853, 820 |
[609] | Het tweede gezangh 854, 820 |
[610] | Spanjes voordeel uyt haar schande 856, 822 |
[611] | Onderdanigste dank, [...] 857, 823 |
[612] | Prinsselijk inhaal, t'Amsterdam, [...] 859, 824 |
[613] | Vierpylen, opgeschooten onder het prinsselyk aavondmaal 864, 827 |
[Deel 2, pagina 946]
[614] | Schuldoffer, aan mevrouw Ameelia, oudprincesse van Oranje, &c. 866, 829 |
[615] | Troost aan mevrouw Ameelia, oudprincesse van Oranje, &c. 868, 831 |
[616] | Staaten krygsloon, de goude of de ysere kettingh 869, 831 |
[617] | Op de heldinnen van den Briel 870, 833 |
[618] | De gekneusde hoogmoed des heerschaps van de zee 871, 833 |
[619] | Londen in assche 874, 835 |
[620] | Medaalie der twee zeeslaagen van den doorluchtigen heer Michiel A. de Ruiter, L. Admiraal der vereenigde Neederlanden, teegen de kooningen van Engeland, en Vrankryk 878, 837 |
[621] | Zeegepilaar, oover den vierden zeeslag [...] 881, 840 |
[622] | Den gestoorden heemel 884, 842 |
[623] | Op de beededaagen 886, 843 |
[624] | Geboortezang voor den heer Joan Pluimer, en mejuffrouw Maria Hagenaar 887, 843 |
[625] | Erkentenisse, aan den eedelen heer Joan Six, heer van Vromaade, oudscheepen, voor synen Muiderberg 888, 844 |
[626] | Bijdrage in het Album van Jacobus Heyblocq 890, 847 |
Lijst van geraadpleegde werken 849 | |
Register van namen 885 | |
Uitgebreide inhoudsopgave 931 | |
Afbeeldingen 947 |