Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[Deel 1]Klinkdichten | |
[pagina 3]
| |
[1] Grafdicht op Dukdalf.aant.Die Neerlands simpel bloed heeft uit een zee gedronken,
Die vleisch op staapels vuur, van Spanjes bosch gesticht,
Gebraaden vrat, nooit sat, wes d'onderdaanen 't wight
Van tiende, en bygeloof ook in syn aansicht klonken,
5[regelnummer]
Die andre Juliaan wierd in dit graf gesonken.
Helpt wenschen van de wraak, zoo val hem d'aarde licht,
Op dat een bloedge gier met kluiven dat boos wicht
Omwroete, en met syn bek afkluive tot de bonken.
Maar aan wat greetich beest versaadt dit stinkende aas,
10[regelnummer]
In 't siekbed, tot op 't been, beknabbelt van de luisen,
Uit Martelvet in 't lyf, als maaden in een kaas?
Gingh dat verdoemde lyk niet strax ter Hel verhuisen,
En quam hier in slechts been, maar vleisch, noch darm, noch blaas,
Zoo martelt ook syn dood de wormen en de muisen.
|
|