Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 869]
| |
[616] Staaten krygsloon, de goude of de ysere kettingh.aant.Als een gewaapent hart, of breedgehoornden eeland
Verbaast het veld ontvliegt, door honden opgedaan,
Loopt, op 't gebas, uyt zee, die admiraal van Zeeland,
Daar Hollands jonge leeuw, in bloed, en vier, blyft staan.
5[regelnummer]
Die das, quansuis, om d'eer der Zeeuwen te bewaaren,
Onteert de hoogste kroon van Holland, Zeeuw, en Vries,
Gelyk die bloode Jan noch eens de Zee liet vaaren,
Om 't voeren van de vlag, met schandigh eerverlies.
Dry oppervlaggen siet hy by den vyand waaijen,
10[regelnummer]
Waarom, na dat Obdam zo braaf ten heemel voer,
Steekt hy de vlag niet op, en doet de krygshaan kraaijen,
Selfs aan 't kanon, als Tromp met syn maatroos, te roer?
Maar wat kronyk meldt doch Jans admiraale daaden?
Het admiraalschaps ampt hoe heeft hy dat gehaalt?
15[regelnummer]
Altoos hy stelt sich aan, als of hy wou verraaden
Dit vrygekochte land, met heldenbloed betaalt.
Wat schreeuwt het volk, men hoort dien schelm straks op te knoopen?
Men hangt den kleinen dief, den grooten laat men loopen.
|
|