|
Voordat Evertsen enige tijd later voor een krijgsraad moest verschijnen, werd hij op voorspraak van Tromp en andere officieren ontslagen van rechtsvervolging en van alle smet en blaam schoongewassen. De Staten van Holland loofden een hoge beloning uit voor de bekendmaking van de Brielse oproerlingen, maar zij bleven ongestraft. In zijn beide gedichten op de gebeurtenissen kiest Six partij vóór hen en tegen Evertsen (vgl. Warnsinck, 1977, p. 124-128, die ook Six' gedichten noemt). staaten krygsloon en op de Heldinnen zijn samen afgedrukt op een los (afgeknipt) vel, zonder plaats en zonder jaar (Petit 3437). Six' auteurschap blijkt uit de ondertekening J.S.V.C. (vgl. Schenkeveld-van der Dussen, 1982, p. 294). |
|
annotatie |
|
|
titel |
staaten ... Kettingh: Beloning van de Staten Generaal voor de strijd, in de vorm van de gouden of de ijzeren keten. Een gouden keten was een gebruikelijk geschenk voor een zegevierende zeeheld (Evertsen had er bijvoorbeeld een ontvangen voor zijn aandeel in de slag tegen de Armada van d'Oquendo, 1639). Een ijzeren keten ontvangt een misdadiger die in de gevangenis wordt geworpen. |
1 |
een gewaapent hart: een toch goed tot verweer toegerust hert |
2 |
Verbaast: Ontsteld |
|
opgedaan: opgespoord (wnt xi, 440) |
3 |
op 't gebas: bij het geblaf (van de Engelse ‘doggen’) |
4 |
Daar: Terwijl ... wèl |
|
Hollands jonge leeuw: nl. Cornelis Tromp (1629-1691) |
5 |
das: hier kennelijk geassocieerd met lafheid en achterbaksheid |
|
quansuis: zogenaamd |
6 |
de hoogste kroon: het oppergezag |
7 |
bloode Jan: lafaard |
|
noch eens: al eens eerder. Six zal doelen op de slag bij Terheide (augustus 1653). Evertsen, die het opperbevel van de gesneuvelde Maarten Harpertsz. Tromp had overgenomen, moest toen zijn toevlucht in het Goereese gat zoeken, omdat hij vele doden en gewonden aan boord had en zware averij had opgelopen (Elias, Schetsen v, 1928, p. 199-200). Wegens zijn gedrag in de slag bij Portland (maart 1653) was Evertsen ook al aangevallen in een fel (en later verboden) pamflet (Knuttel 7432 (1653), p. 21-26, Warnsinck, 1977, p. 78-79 en p. 117-118). |
8 |
Om 't voeren van de vlag: Omdat hij de vlag moest voeren (na het overlijden van Tromp) |
9 |
Dry oppervlaggen: nl. die van de admiraals van de drie Engelse squadrons |
10 |
Obdam: Jacob van Wassenaer Obdam, de opperbevelhebber, die bij deze slag sneuvelde (vgl. ook gedicht no. [358]) |
11 |
doet de krygshaan kraaijen: dwz. werpt zich geheel in de strijd |
12 |
Selfs: Zelf staande |
|
met syn maatroos, te roer: die zijn matroos het schip liet sturen (zodat hij zelf kon schieten) |
13 |
meldt doch: zal toch ... vermelden |