Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 781]
| |
[460] Op het nimmer verjaaren van G. Houvast.aant.Klitus, met twee oope handen,
Om der vrienden offerhanden
Te verwachten, op den dagh,
Dat syn moer van hem gelagh,
5[regelnummer]
Voor gewoonheit aangenoomen,
Van het onverbasterdt Roomen,
Wierd zoo dikwils, in het jaar,
Jaarigh, dat de schuldenaar,
Moe van langer wat te geeven,
10[regelnummer]
Twyfflen dorst, of hy syn leeven
Was gebooren, als een kind,
Lyk de sterflykheit begint.
Houvast, die hier, langhs syn wangen,
't Heiligh doopsel heeft ontfangen,
15[regelnummer]
Neeven Noordens preekpilaar,
Weet in elk verloopend jaar
Lyk syn blomplat ons komt kroonen,
Om een toertmaal by te woonen,
Nimmer syn geboortedagh.
20[regelnummer]
Wat of d'oorsaak weesen mach?
Men geloof dat allegaader
Syn getuigen, als syn vaader,
Om den Kristelyken naam,
Quaamen uit een hoerekraam.
|
|