Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 591]
| |
[349] Kontrefeitsel van Olivier Kromwel.aant.Keer.Olivier, van eedele ouwers,
Mout, en hop, en waaterbrouwers:
Kromwel, op den throon der Brit,
Sonder dat ghy throon besit,
5[regelnummer]
Engel, Schot, en Ierlands Kooningh,
Sonder staf, en goude krooningh:
Gun aan Hollands ondersaat,
Dat hy schilder uw gelaat.
Of wilt ghy 't syn pen beletten?
10[regelnummer]
Holland vraaght niet naa uw wetten.
Lyf van helsche klei gekneedt.
Ziel Ulis, en Diomeed.
Leeuw, en slangh, in een gegooten.
Lammervel, met vossepooten.
15[regelnummer]
Dobbelhoofdigh van gestalt,
Dat van vooren vreedigh valt:
Dat van achter, met te blikken,
Voor verraad, en toorn doet schrikken.
Voorhoofd, vol van Majesteit,
20[regelnummer]
Maske van geveinsdicheit.
Minnelyke leeli kaaken,
Onder purperverw van draaken.
Oogen, als een dubble maan,
Als, in Basilisken, staan.
25[regelnummer]
Lippen, suikre oranjeschellen,
Fnyniger dan boschnapellen.
Neus, opsnuffler van bedrogh,
Druiper van vergiftigh sogh.
Kneevels, blonde halve maanen,
30[regelnummer]
Vuil van martelbloed, en traanen.
Kinne, veld van wysheits baard,
Aan verdoemt gemoed gepaart.
Baard, en hooftscheel haair van syden,
Wreed, om stroppen af te snyden.
35[regelnummer]
Tanden, groot geheimnisslot,
| |
[pagina 592]
| |
Scheursiek, als het wolvekot.
Tongh, van hooningh ooverstreeken,
Schietster van schorpioene steeken.
Ooren voor den bloedraad op,
40[regelnummer]
Voor onnooslen met een prop.
Herssenen, van heiligh suivel,
Slimmer dan de slimste duivel.
Borst, van 's Heemels geest beset,
Als met 't duifjen Mahomet.
45[regelnummer]
Ermen, om het ryk te schermen,
Oorsaak van millioenen armen.
Voeten, pylers van het land,
Klaauwen, in 's lands ingewand.
Kooninghslachter, Bisschopmoorder,
50[regelnummer]
Graavendooder, Ryxverstoorder,
Dwingeland, independent,
Slooper van het Parlament,
Weer van eige schepsels kuiper,
Tolverpasser, cynsuitsuiper,
55[regelnummer]
Aadel, boer, en borgersweep,
Presser van onnooslen t'scheep,
Armenkneuser, beenenkraaker,
Weeuw, en wees, en stompenmaaker,
Menschenpest voor klein en groot,
60[regelnummer]
Louter seissen van de dood,
Kristus leeraar, en belyder,
Syn versaaker, en bestryder,
Predikant, en kerkenbril,
Textengeever, naa uw wil,
65[regelnummer]
Kristen Attila verreesen,
Heemels roe, en bollepeesen,
Vleeschelyke Lucifer,
's Aardryks scherp gestaarte star,
Die, in vuur, en bloed, dorst setten,
70[regelnummer]
Met uw wetten, sonder wetten,
| |
[pagina 593]
| |
Met uw bloed, en Alvesraad,
Al de soute waaterstraat.
Schuimspaan, dat, alleens vermeetel,
't Vet schuimt, van Neptunus keetel,
75[regelnummer]
't Zy van vrund, of vyands waar,
Roover, zeegeweldenaar,
Schaakelsmit van bankrotieren,
Daghwerk van aalmoesenieren,
Alvul van het gastenhuis,
80[regelnummer]
O ghy vloek, en werrelds kruis,
'k Zou u schoonder verw bedeelen,
Maar het haapert aan penceelen:
Of het voorwerp is te swart,
Tot een fraaijer schilderbard.
|
|