13 |
Leeuw, en slangh: dwz. moed en listigheid (er is een chiastisch verband met r. 12) |
14 |
Lammervel, met vossepooten: dwz. schijnbare onschuld die eigenlijke valse sluwheid bedekt |
15 |
Dobbelhoofdigh: Twee gezichten dragend (wnt vi, 939), evenals de god Janus |
|
gestalt: uiterlijk |
16 |
valt: blijkt te zijn, uitpakt |
17 |
met te blikken: door (alleen maar) te kijken |
18 |
verraad: verraderlijkheid |
19 |
vol van Majesteit: vervuld van majesteitelijke gedachten en verlangens |
21 |
leeli kaaken: wangen die zo blank zijn als een lelie |
22 |
purperverw: purpergekleurde blossen |
24 |
Basilisken: monsterlijke adders die kunnen doden met hun blikken |
25 |
suikre oranjeschellen: gekonfijte sinaasappelschillen (‘oranjesnippers’) |
26 |
boschnapellen: vergiftige monnikskappen (Aconitum Napellus, wnt iii, i, 645, deze plaats) |
27 |
opsnuffler: opzoeker, speurder |
31 |
veld van wysheits baard: groeibodem van een baard die van wijsheid blijk zou geven |
33 |
Baard, en hooftscheel haair van syden: Zijdezacht baard- en hoofdhaar (‘haar van het schedeldak’) |
34 |
af: uit |
35 |
geheimnisslot: verzegeling van geheimen |
36 |
Scheursiek: Begerig om te verscheuren |
|
het wolvekot: een hok vol wolven |
37 |
van hooningh ooverstreeken: dwz. die zich in zoetvloeiende bewoordingen uit |
39 |
op: open |
40 |
onnooslen: onschuldige slachtoffers |
41 |
van heiligh suivel: dwz. zo helder en rein als heilzaam zuivel |
42 |
Slimmer: Geslepener |
|
slimste: kwalijkste |
43 |
van [...] beset: met ... begiftigd, begenadigd |
44 |
Als met 't duifjen Mahomet: Zoals Mohammed met het duifje, de Heilige Geest, is begenadigd (in het geheel niet) |
45 |
Ermen: Armen |
|
schermen: beschermen, hoeden |
49 |
Bisschopmoorder: moordenaar van aartsbisschop Laud (1645) |
50 |
Graavendooder: doder van Wentworth, graaf van Strafford (1641) |
51 |
independent: aanhanger van de anti-episcopaalse richting in de Engelse protestantse kerk, de anti-royalistische partij |
52 |
Slooper van het Parlament: in april 1653 werd het Kleine Parlement ontbonden. Cromwell werd toen alleenheerser. |
53 |
Weer van eige schepsels kuiper: Achteroverdrukker, dief van het eigendom van eigen mensen (Kiliaan, 1599, geeft als vertaling van were, weyre ‘Possessio’, met de vermelding vetus, ‘verouderd’) |
54 |
Tolverpasser: Verpatser van tolgelden (vgl. wnt xii, i, 695: passen, ‘dobbelen’) |
|
cynsuitsuiper: uitzuiger met behulp van drankaccijns |