Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 561]
| |
[333] Aan I.B. voor I.S.aant.Myn vriend, wanneer ge sterft, zo moet ge 't alles laaten.
De groote rykdom kan uw naakte ziel niet baaten.
Terwyl ghe leeft, berooft de dief misschien uw kas.
De gierge vlam verteert uw kostlik huis, tot asch.
5[regelnummer]
De schuldenaar onthoudt de hoofdsom, met de renten.
d'Onvruchtbre soomer slindt de planten, saaisels, enten.
Maar watmen vrienden geeft, is buiten ongeval,
Zoo heeftmen wat in nood dat een vertroosten zal.
Geef dan al eer ghe sterft, geef dan terwyl we leeven:
10[regelnummer]
Zoo hebt ghe dank, en wy, om weer te konnen geeven,
|
|