Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 454]
| |
[268] Grafschrift.aant.Hier storte plots die musch, zoo groot, als een griffioen:
Die machtigh geld besat, en staadigh had van doen.
Hy liet syn vraatigh nest, gehoopt van goude veeren
Der arme duiven, die syn klaauw niet konden weeren.
5[regelnummer]
Hy heeft aan 't land veel diensts, maar grooter geen gedaan,
Dan nu syn rasse dood syn ampt hem deed ontslaan.
Syn ziele zy niet by den rykeman begraaven,
Terwyl dit graf het lyk beschut voor galgeraaven.
|
|