Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 423]
| |
[247] Opdracht van den tempel, aan den Kooningh van Spanje.aant.O Kooningh, schoon dit rym, met moeite, was volweeven,
Al swaarder dan tapyt, op weefgetouw, bereidt:
Noch stree ik, met 't gemoed, of ik 't zou derven geeven,
Om syn geringe styl, uw groote Majesteit.
5[regelnummer]
Maar, voor Retire, uw hof, Parnassus siende blinken,
Die aan de slinker syde ontspringht, van Pegas hoef,
Waar uit een suivre stroom, heel geestigh om te drinken,
Komt straalen, die een beek, in lauwerdaalen, groef:
En dat Apollo staat, in 't midden van syn kruinen,
10[regelnummer]
En Herkules, gelyk een schermheer booven op:
En dat er drymaal dry Poeëten, langs de duinen,
Hun beste aanwenden, om te klimmen, op het top:
Ook siende, om hoogh gerecht, vyf trotse seegebouwen,
Gemarmert van 't penceel, van goud, en silver styf,
15[regelnummer]
Ter eer uws Kooningins, waar in men leest gehouwen,
Veel geestigheits, en konsts, uit 's dichters tydverdryf:
Zoo houde ik seeker ghy dat heilige geslachte
De lommerschaduw gunt, van onverdiende gunst,
Op dat een leege geest, met naarstigheit, betrachte,
20[regelnummer]
Om lengsjes, op dien bergh, te raaken, door de kunst.
Zyt ghy dan Herkules, op Spanjes singhfonteinen,
Laat myn Spaansch Duitsch gesangh uw voorspraak niet verkleinen.
|
|