Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 285]
| |
[164] Engelsche staatsucht.aant.Keer.Een Heemelsch Englen heir rees staatsiek, en vermeetel,
In 't vreedsaam ryk, om God te schoppen, uit syn seetel:
Had dat gelukt, zoo sat, waar nu de Duivel sat,
Die twister, God de vree gekerkert, in een gat.
| |
Teegenkeer.5[regelnummer]
Een werreldsch Englen heir staatgierigh, om dry kroonen,
In 't vreeryk, socht haar vorst t'onthalsen, uit syn throonen:
Dit lukte. Dies waar flus een Engel, als wat klaars,
En vreedsaams blonk, houdt Twist, de Duivel nu de kaars.
| |
Toesangh.De loose Duivel heeft geen schaadelyker schoolen,
Als waar hy staatsucht plant, en saait.
Dit is 't geweer, waar mee hy maait
De Kooninghskoppen, en de ryken leit, in koolen.
|
|