Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 251]
| |
[148] Mooi weer, aan Simon Dilman Geneesheer.aant.Wil Flakkus, dat men rughwaards smyt
Den glasrugh, van den wintertyd,
Met geesselingh van eike vuuren,
Verselt met hulp van Bacchus staf,
5[regelnummer]
Die 't eedele Falernen gaf,
Tot kortingh van lange aavond uuren?
Hy leert ons ook genoeghlik zyn,
Mach 't beuren, met een tooghjen wyn,
In 't bloeijen van de groene lenten,
10[regelnummer]
Wanneer de Son de daagen rekt,
En koele parlen 's morgens lekt,
Van Venus varsche bloeme tenten.
Dies geef ik, Dilman, u de keur,
Flus buiten, binnen Floraas deur,
15[regelnummer]
By my, of u saam vreughd te pleegen.
Wy zyn al weer een jaartjen quyt,
Ai laat ons deesen nieuwen tyd
Begieten, sorgloos, en ter deegen.
Laat vaaren voor een uur, of vyf,
20[regelnummer]
Dat loopen, dat uw leeden styf,
En stokoud maakt, voor oude jaaren.
Geneest maar ook u self geneest.
Kom rust wat, schep een varschen geest,
By wyn, en lucht van rooselaaren.
25[regelnummer]
Ik ruil den winkel om den hof.
Ik span den booghpees huiden of.
Een schoolkind heeft syn oorlofdaagen.
Een voerman geeft syn waagen rust,
Op dat hy ry, met nieuwe lust.
30[regelnummer]
Een eesel is wel vry van draagen.
Waar toe dat slooven sonder end?
Veel gelds is deftigh, ik beken 't,
Maar deftiger de vrucht te smaaken.
Hy is een giergerd, wie maar siet,
35[regelnummer]
Op schraapen, en geen goed geniet.
| |
[pagina 252]
| |
Dat heet sich, voor syn kinders, braaken.
Natuur moet sorgen voor het kind.
Maar och! hoe meenigh Vaader wint
Te veel, voor al te lieve kindren?
40[regelnummer]
Veel gelds is meenigh kinds bederf.
Op 't minste maakt de jeughd de kerf,
Naa dat de rente mach vermindren.
Hoe meer men voor syn kinders hoopt,
Hoe grooter vreese dat men loopt,
45[regelnummer]
Van leegheits oorsaak, nu, of morgen.
Hei, hei, kom neem een kort beraad,
Neef, tot mooi weer van daagh, en laat,
Die naa ons blyven, ook wat sorgen.
|
|