Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 246]
| |
[144] Op tweelingen, malkander seer gelykende.aant.Natuure beesich, om twee menschjes af te maalen,
Stond, op het tipje van 't voltrekken, in beraad,
Of sy se beide van een kunne, en een gelaat,
Of onderscheidelyk, een trekjen aan zou haalen.
5[regelnummer]
Het ooverlegh viel langh. Van yver jongst ontsteeken,
Nam sy 't bekladt penceel, en wierp de schildery,
Gelyk Protogenes, 't Geval dat was er by,
En dekte een kloofje in 't een, met dry uitstaande streeken.
Sie daar een knechtjen, met een meisjen, sprak natuur
10[regelnummer]
Verwondert, in min dan 't minuutjen van een uur.
|
|