Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 228]
| |
[132] Myn vaaders lyk my toespreekende.aant.Myn lieve Soon, wat klaaght uw droef gesucht,
Ontrent dit lykgehucht?
Het is vergeefs het doove graf beperrelt,
Met schreijen want de dood belacht de werreld.
5[regelnummer]
Ghy droopt eens van myn bloed, nu ben ik stof.
Ghy oopent eerst uw lof.
Laat dooden dan, met dooden rustig vaaren:
Gaat heene u, met den leevenden, vergaaren.
Treed af, en smeek heur, die u heeft gebaart,
10[regelnummer]
Dat sy het treuren spaart,
En heuren geest betoom, die deese knokken
Omswiert, ontroert, en tracht weer om te lokken.
Treed af, en segh, 't was quellinge vergeef:
Want niemand stapt de schreef,
15[regelnummer]
Hem voorgehaalt, van 't lot, voor by, noch keerde,
Aan 's leevens draad, na dat de dood dien scheerde.
Treed af, en troost die goe bedrukte vrouw.
Leer maatigen heur rouw.
Ach troost myn weeuw, en neegen jonge weesen.
20[regelnummer]
Wees Vaader, Man, en Soon, in liefde en vreesen.
Treed af, en troost myn halfgeweesen deel.
Leer stichtlik wat verscheel
Dat tuschen man, en vaader zy, op aarde,
By 's Heemels, die haar liefde, en trouw aanvaarde.
25[regelnummer]
Treed af, sy bidt met my te zyn verselt,
Bewys hoe sy vast snelt
Onvoelik naa. Dan zal ons aardsch vergaaren,
En beider ziel blyde, om den Heemel, vaaren.
Treed af van 't graf, en spiegelt u myn soon.
30[regelnummer]
Dit 's groot, dit 's jongh, dit 's schoon.
Zoo vreet de dood elks vel, en vleisch, en aaders.
Treed af, en houd het deuchdsaam spoor uws Vaaders.
Myn lieve soon, wat klaaght uw droef gesucht,
Ontrent dit lykgehucht?
35[regelnummer]
Het is vergeefs het doove graf beperrelt,
Met schreijen, want de dood belacht de werreld.
|