Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 191]
| |
[112] Trouwen raad om naa het Spa te koomen aan Katarina Six &c. myne suster [en] Ioanna Iuliens, huisvrouw van Dr. Wilhelm Boogaard, [en] Susanna Iuliens, huisvrouw van Kornelis Simons vander Loef, myne moeijen.aant.Stoppende milten, die de syde ontstellen,
Steenige nieren, die de blaase quellen,
Dorstige lyven, die van waater swellen,
Geloof myn sangen.
5[regelnummer]
Wilt ghe geneesen? wie wilt niet geneesen?
Volgh geen geneesers, die de beurs beleesen,
Om, van Apteekers, als de beul te vreesen,
Uw heil t'ontfangen.
Liever bekostight, naa het Spa te koomen,
10[regelnummer]
Waar men van 't Gasthuis sachter aangenoomen,
Selden, naa 't drinken van de heilbre stroomen,
Keert ongebeetert.
d'Amptman van Kortryk, zoo seer, van graaveelen,
Daagliks gemartelt, dat syn wangen geelen,
15[regelnummer]
Dryft met Geronsters sterken vliet kareelen,
Graauw gesalpeetert.
't Waardhuis de Meulen, te Maastricht geheeten,
Zal flus haar meester, dikker omgemeeten,
Dan de Bredaton, van de sucht vergeeten,
20[regelnummer]
Bly rank ontfangen.
Wy, wy vermeestert, eeven seer vol pynen,
Wy, die een schaaduw, meer dan lichaam, schynen,
Voelen de miltsmert wonderlyk verdwynen,
Na suur verlangen.
25[regelnummer]
Suster, ook somtyds met dat deel verleegen,
Moeike, wiens lenden seer van steengruis weegen,
Moeike geswollen, als een blaas van reegen,
Sacht vol gesoogen,
Liefsten, ik bid u, om u beetervaaren,
30[regelnummer]
Draal niet, met reisen, naa de Spabronaâren,
Die de verlooren heilinge bewaaren,
Maar kom gevloogen.
|
|