toelichting |
Het metrum van dit gedicht is Horatiaans (vgl. bijvoorbeeld Horatius' Ode i, xxii). Het staat op p. 132-133 van Six' bundel Poësy. |
|
annotatie |
|
|
titel |
trouwen: Betrouwbare (wnt xvii, ii, 3449). Of: Welgemeende (wnt xvii, ii, 3448). |
|
& c.: hier voor: van Chandelier |
|
moeijen: tantes, zusters van Six' moeder |
1 |
Stoppende milten: Lijders aan een verstopte milt, tot welke groep Catharina Six en Six zelf behoorden (r. 25) |
2 |
Steenige nieren: dwz. Niersteen- en graveellijders, tot welke groep een van Six' tantes behoorde (r. 26) |
3 |
Dorstige lyven: nl. van waterzuchtigen, tot welke groep Six' andere tante behoorde (r. 27-28) |
5 |
wilt: zou ... willen |
6 |
beleesen: leeghalen, plukken |
10 |
't Gasthuis: ik vond geen vermelding van een ‘hospitaal’ te Spa in Six' tijd, de eigenlijke betekenis van gasthuis (wnt iv, 325). Denkelijk betekent het woord hier ‘logeeradres’ (vgl. ‘gast-huys. Xenodochium, hospitium publicum’, Kiliaan, 1599). |
|
aangenomen: opgenomen |
11 |
heilbre: genezing schenkende |
13 |
Amptman: Overheidsdienaar. Ik heb niet kunnen achterhalen wie hier precies wordt bedoeld. |
|
graveelen: gruis in de nieren of de blaas |
15 |
Dryft: Drijft ... af |
|
kareelen: stenen. Gewoonlijk duidt het woord kareel een baksteen aan (wnt vii, i, 1614, deze plaats: ‘Zeer oneigenlijk’). |